Wereldbank gaat omstreden ranking herzien

Nieuws

Wereldbank gaat omstreden ranking herzien

Wereldbank gaat omstreden ranking herzien
Wereldbank gaat omstreden ranking herzien

Carey L. Biron

23 oktober 2012

Ieder jaar publiceert de Wereldbank een rapport waarin ze het ondernemersklimaat in landen met elkaar vergelijkt. Vanuit het middenveld klinkt scherpe kritiek op de indicatoren van de ranking. De Wereldbank belooft een grondige herziening.

Bij de presentatie van het tiende rapport Doing Business gisteren (maandag) zette de Wereldbank enkele gunstige hervormingen voor ondernemers en investeerders wereldwijd in de verf. Vorig jaar alleen al telde de Wereldbank er tweehonderd. Die zijn deels aan het rapport zelf te wijten: ontwikkelingslanden en donorlanden hebben zich voor hun eigen indicatoren duidelijk gebaseerd op de ranking.

“In het eerste rapport luidde de conclusie dat lage-inkomenslanden vaak een zeer omslachtige regelgeving hadden. Tien jaar later blijkt dat deze economieën geleidelijk evolueren naar de efficiëntere werkwijzen van hoge-inkomenslanden”, staat in het nieuwe rapport.

“We stellen tevreden vast dat de hervormingen in de voorbije jaren zich vooral hebben doorgezet in Afrika ten zuiden van de Sahara. Gemiddeld 70 procent van die landen heeft minstens één en soms vele hervormingen doorgevoerd, in vergelijking met amper 33 procent van die landen in 2005”, verklaarde Augusto Lopez-Claros, directeur voor analyse bij de Wereldbank.

Doing Business is een van de invloedrijkste publicaties van de Wereldbank, ze wordt door 80 procent van de beleidsmakers geraadpleegd. Vooral in ontwikkelingslanden laat de impact van de ranking zich voelen.

Grote bedrijven

Maar de methode van het rapport ligt ook onder vuur. Volgens sommigen leggen de indicatoren te veel de klemtoon op grotere bedrijven. “Bepaalde hervormingen die de Wereldbank in Doing Business promoot, treffen arme mensen”, zegt Christina Chang, econoom bij het Britse Catholic Agency for Overseas Development (Cafod).

“De Wereldbank moet armoede bestrijden. Toch heeft de ranking als gevolg dat er cruciale middelen worden weggehaald bij kleine bedrijven, die nochtans instaan voor het grootste deel van de werkgelegenheid in arme landen”, aldus Chang. Volgens Cafod zijn bedrijfjes goed voor bijna 90 procent van de banen in ontwikkelingslanden.

De onderzoekers bij Cafod stellen vijf bijkomende hervormingsindicatoren voor. Daarin zouden cijfers zitten over vaardigheden en opleiding, corruptie, gebrek aan marktinformatie of toegang tot technologie, en slechte infrastructuur. Heel wat andere initiatieven van de Wereldbank zijn gericht op deze kwesties.

“Landen moeten investeren in menselijk kapitaal, in infrastructuur, in de nodige vaardigheden om mee te draaien in de wereldeconomie. Hierover vind je inderdaad niets terug in het rapport”, gaf Lopez-Claros maandag toe. “In Doing Business gaat het over het brede beleidskader dat je nodig hebt om tot goede economische ontwikkeling te komen.”

Nieuwe indicatoren

In de loop der jaren heeft de Wereldbank gesleuteld aan de indicatoren van haar ranking. De belangrijkste aanpassing dateert van 2009. Toen schrapte de Wereldbank de omstreden indicator “werknemers in dienst” en koos voor de index “bescherming van de werknemers”.

Begin oktober vroeg Sharan Burrow, de secretaris-generaal van de Internationale Confederatie van Vakbonden (ITUC), aan de Bretton Woods-instelling om “eindelijk arbeidskwesties uit het rapport te halen omdat Doing Business al vele jaren landen aanmoedigt om alle beschermingsmaatregelen voor werknemers te schrappen.”

De aanhoudende kritiek van het middenveld lijkt iets op te leveren. Vrijdag maakte de Wereldbank de samenstelling bekend van een nieuwe groep experts die zich tegen mei 2013 moeten buigen over de indicatoren van de ranking.

Het panel bevat echter geen vertegenwoordiging van de vakbonden, hoewel organisaties uit middenveld daar in een open brief aan Wereldbankvoorzitter Jim Yong Kim voor gepleit hadden.