West-Cuba meet schade van orkaan Ivan op
Dalia Acosta
19 september 2004
Geen slachtoffers en enkel schade in het uiterste westen van het eiland: dat is de onverwacht positieve balans van de doortocht van de orkaan Ivan op Cuba. De tropische storm, die Jamaica, Grenada en de zuidkust van de VS met volle kracht trof, scheerde vorige week maandag rakelings langs het grootste Caribische eiland. Alleen het uiterste westen kreeg een lelijke veeg. Cuba was meteen geen internationaal nieuws meer. De Cubanen zelf raken er niet over uitgepraat hoe nipt ze aan de verwoesting zijn ontsnapt
Ivan heeft bij zijn doortocht door de Cariben en in het zuiden van de VS voor miljarden schade aangericht. In de VS en op Grenada heeft de storm telkens meer dan 33 mensenlevens geëist; op Jamaica nog eens twintig. Vergeleken daarmee verzinken de schademeldingen vanuit Cuba in het niets. In de westelijke provincie Pinar del Rio zijn volgens officiële bronnen 225 schuren vernield waar tabak wordt gedroogd. Er zijn ook 2.200 bijenkorven beschadigd en 2.400 kippenkuikens omgekomen. In de uitgestrekte boomgaarden moet ongeveer 14.000 ton sinaasappelen en citroenen worden afgeschreven.
Niemand heeft gezien hoe erg de storm in het uiterste westen van Cuba woedde. 1,8 miljoen Cubanen waren geëvacueerd, daarvan 220.000 in het dunbevolkte Pinar del Rio. In Guanahacabibes, de meest westelijke landtong van Cuba die in 1987 door de VN werd erkend als een natuurgebied van uitzonderlijke waarde, was maandag niemand meer achtergebleven. De verwoestingen op het schiereiland maken duidelijk waaraan de rest van Cuba ontsnapt is.
Er is nog weinig vegetatie overgebleven, en de bomen die nog overeind staan, zien eruit alsof ze in brand zijn gestoken, zegt Omar Ledesma, het hoofd van het weerstation in Cabo de San Antonio. Dat is de meest westelijke punt van Cuba, en daarmee ook de plaats waar Ivan zijn grootste kracht ontwikkelde. De storm liet windsnelheden van 260 kilometer per uur opmeten, met windstoten tot 350 kilometer per uur. Met een team van 14 manschappen slaagde Ledesma er dinsdagnacht in zijn werkplaats weer te bereiken. Daarvoor moesten ze zich wel 50 kilometer lang een weg hakken banen door omgevallen bomen en dicht struweel.
Op onze weg zagen we overall dode vissen en leguanen, maar sommige dieren zijn nog in leven, zegt Ledesma. Volgens hem heeft 95 procent van de weelderige bossen op het schiereiland geleden onder de storm, net als het merendeel van de stranden. De rijke vogelwereld in het natuurgebied zal zich maar moeilijk kunnen aanpassen aan die verwoestingen.
Volgens Wilfredo Borrego, het hoofd van een team van bosbouwkundigen dat sinds dinsdag aan het werk is in de streek, moet er eerst werk worden gemaakt van het ruimen van alle wegen. Dan moet worden uitgemaakt of er een herbebossingsprogramma moet worden opgezet om de streek snel genoeg zijn natuurpracht terug te geven. (PD)