WHO geeft deadlines Doha-ronde nog niet op
Gustavo Capdevila
30 september 2003
De Wereldhandelsorganisatie (WHO) probeert binnenkort de onderhandelingen over de verdere vrijmaking van de internationale handel weer op de sporen te zetten. Volgens diplomaten in Genève - de zetel van de WHO - komt er volgende week een informele vergadering van de Algemene Raad van de organisatie. Volgens AFP is een speciale sessie van het comité voor Landbouw die binnen twee weken had moeten plaatsvinden, dan weer uitgesteld om de leden tijd te geven na te denken over de spectaculaire mislukking van de handelstop in Cancún op 14 september.
De Uruguayaan Carlos Pérez del Castillo die dit jaar de Algemene Raad van de WHO voorzit, zou willen dat er op de vergadering van volgende week vier punten worden besproken: invoerheffingen op nijverheidproducten, de subsidies in de katoensector, de handel in landbouwproducten en de zogenaamde Singapore issues (investeringen, concurrentieregels, overheidsaankopen en de versoepeling van douaneformaliteiten). De top van Cancún mislukte doordat de tegenstellingen tussen Noord en Zuid over de twee laatste thema’s onoverbrugbaar bleken. Het katoendossier, een klein deelthema, kreeg een hoge symboolwaarde doordat het een goede illustratie vormt van de belangen die op het spel staan voor arme landen. De hele West-Afrikaanse katoenindustrie dreigt ten gronde te gaan door de massale steun die de VS bieden aan amper 25.000 producenten in de Mississippidelta. Katoen is goed voor 80 procent van de exportinkomsten van Benin, Burkina Faso, Tsjaad en Mali - de vier landen die het thema in Cancún op de agenda plaatsten.
Pérez del Castillo zou er nog altijd van uitgaan dat de deadlines die bij de vorige wereldhandelstop in Doha werden afgesproken, haalbaar zijn. In 2001 kwamen de lidstaten van de WHO daar overeen dat de onderhandelingen over de 15 onderwerpen die deel uitmaken van de zogenaamde ‘ontwikkelingsronde’ tegen begin 2005 afgerond moesten zijn.
De voorzitter van de Algemene Raad zou al gesprekken hebben gevoerd met vertegenwoordigers van verscheidene lidstaten, en zal de komende dagen tijdens een bezoek aan Washington waarschijnlijk overleg plegen met de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger Robert Zoellick. De VS en de EU toonden zich na afloop van de top van Cancún heel sceptisch over de kansen om nog tegen begin 2005 tot een akkoord te komen.
Volgens de Argentijnse onderhandelaar Alfredo Chiaradia ligt het voornaamste obstakel voor de hervatting van de gesprekken bij de industrielanden. Daardoor kunnen de landen van de G 22 - een groep van ontwikkelingslanden waaronder Brazilië, China en India - volgens hem nu niet veel ondernemen om de onderhandelingen weer vlot te trekken. Chiaradia waarschuwt dat de ontwikkelingslanden moeten opletten dat het mandaat van de huidige onderhandelingsronde niet wordt uitgehold als beslist wordt de deadlines te verschuiven. Het onderhandelingsproces dat in Doha werd opgestart, werd de ‘ontwikkelingsronde’ gedoopt omdat er veel thema’s worden besproken die belangrijk zijn voor de arme landen. De afbouw van de subsidies en marktbescherming in de landbouwsector is daarvan het allerbelangrijkste.