Zelfs hadj niet vrij van corruptie in Irak

Nieuws

Zelfs hadj niet vrij van corruptie in Irak

Ali al-Fadhily

14 december 2007

In Irak gaan geruchten dat de overheid familieleden en partijleden voorrang geeft voor de jaarlijkse pelgrimstocht naar Mekka, de hadj. Het ongenoegen onder de bevolking is groot.

Elke moslim is verplicht die pelgrimstocht eenmaal in zijn leven te ondernemen, maar de overheid van Saudi-Arabië, waar Mekka ligt, beperkt het aantal pelgrims tot 1 op 1.000 inwoners van elk islamitisch land. Voor Irak is het totale aantal vastgelegd op 28.000 pelgrims.
De Iraakse overheid is verantwoordelijk voor de selectie, maar Irakezen die de pelgrimstocht willen ondernemen, beschuldigen ambtenaren ervan dat ze voorrang geven aan verwanten en partijleden. De overwegend sjiitische regering krijgt ook het verwijt dat ze soennieten benadeelt.
“Het is een schande dat de corruptie nu zelfs al de hadj heeft besmet”, zegt sjeik Fadhil Mahmood van de soennitische beweging “De Vereniging van Moslimstudenten”. “Het is al het vijfde jaar op rij dat heel wat Irakezen niet naar Mekka kunnen trekken, terwijl partij- en militieleden elk jaar kunnen gaan. De meeste Iraakse pelgrims vertrekken uit politieke of commerciële overwegingen.”
“We krijgen twee sets van regels om kandidaten te selecteren,” zegt een anoniem lid van het hadj-commité in de grotendeels soennitische Al-Anbar provincie. “De officieuze set is van toepassing op leden van de overheidspartijen en van soennitische milities die door de Amerikanen betaald worden. Ze gaan naar Saudi-Arabië om er commerciële deals af te sluiten en politieke banden te smeden.”
Voor het kantoor staan elke dag lange rijen van Irazen die naar Mekka willen vertrekken. “Het is al mijn vierde poging”, vertelt oud-leraar Mahmood Al-Rawi. “Maar ik denk niet dat ik toestemming zal krijgen. Om te mogen vertrekken moet je over de juiste connecties beschikken of zevenhonderd dollar smeergeld neertellen.”
Niet enkel soennieten zijn ontevreden, ook sommige sjiieten klagen. Zij zeggen dat enkel sjiieten van Iraanse afkomst toegelaten worden, samen met de volgelingen van ayatollah Al-Sistani en in mindere mate de Fadhila-partij en de beweging van Al-Sadr.
Mensenrechtenactivisten ijveren voor nieuwe richtlijnen om de selectie van pelgrims  objectiever te maken. “De Saudische overheid moet nieuwe richtlijnen opstellen en de rol van de corrupte Iraakse regering verminderen,” zegt Salman Tahir, mensenrechtenactivist in Bagdad. “Zowel de soennitische als de sjiitische ambtenaren zijn corrupt, en ze gebruiken de heilige maand om hun invloed uit te breiden en hun portemonnee te spekken. We vinden dat de aanvragen rechtstreeks door Saudi-Arabië verwerkt moeten worden om corruptie te vermijden.”
De hadj vindt plaats van de achtste tot de twaalfde dag van Dhul Hijjah, de twaalfde maand van de islamitische kalender. Dit jaar begint de religieuze bijeenkomst op 18 december.