'Zoiets als een natuurramp bestaat niet'
13 oktober werd door de Verenigde Naties uitgeroepen tot de jaarlijkse Internationale Dag voor het Verlagen van de Impact van Natuurrampen (IDRRD). Al die hoofdletters duiden een programma aan dat zowel de menselijke als economische kosten van rampen wil terugdringen. Dit jaar ging speciale aandacht naar de rol van kinderen.
Het actieplan van de VN voor de schadebeperking van natuurrampen loopt over tien jaar, van 2005 tot 2015. Halfweg die periode blijkt 2010 het dodelijkste jaar in minstens twee decennia: twee megarampen, de aardbeving in Haïti en de extreme temperaturen, bosbranden en overstromingen in Rusland eisten samen bijna 300.000 slachtoffers. De materiële schade liep op tot zo’n 124 miljard.
Toch houden de programmaleiders de moed erin. In een boodschap ter gelegenheid van 13 oktober stelt VN-secretaris Ban Ki-moon het zo: ‘Impactbeperking van rampen is een andere manier van denken. Zoiets als een ‘natuur’ramp bestaat niet.’ Paola Albrito en Camille Gallié, die deel uitmaken van het projectteam, benadrukken de logica van het project. ‘Investeren in schadepreventie redt niet alleen mensenlevens, het is ook economisch zinvoller. De totaalkost is kleiner dan wanneer alles heropgebouwd moet worden.’ Het beperken van de risco’s van natuurrampen maakt integraal deel uit van duurzame ontwikkeling, stellen ze. ‘Als we dit niet doen, worden vaak alle inspanningen van donorlanden gewoon van de kaart geveegd, zoals dat nu gebeurt met de overstromingen in Pakistan. Efficiëntie is het sleutelwoord voor investeringen, in deze tijd van economische crisis meer dan ooit.’
Kinderen zijn meer dan slachtoffers
Het thema van dit jaar, kinderen en rampen, sluit hierbij aan. Kinderen zijn het meest kwetsbaar, meer dan de helft van de slachtoffers van de aardbeving in Haïti waren bijvoorbeeld kinderen, ze verdienen dus speciale aandacht. Maar ze kunnen ook in belangrijke mate bijdragen aan schadebeperking. ‘Kinderen hebben vaak een helder zicht op wat de risico’s precies zijn, en kunnen op die manier helpen een effectieve strategie uit te werken’, zegt Paola Albrito. ‘Ze hebben het recht te weten wat er kan gebeuren, op die manier kunnen ze zichzelf beschermen. Risicopreventie in het geval van natuurrampen moet een volwaardig deel van de schoolcurricula worden in kwetsbare gebieden, zoals dat nu al het geval is in bijvoorbeeld Japan en Cuba.’
Kinderen leren op deze manier niet alleen voor hun eigen veiligheid zorgen, ze vormen ook een garantie voor de toekomst. ‘Investeren in kinderen betekent bouwen aan een weerbare gemeenschap. In onze projecten hebben we gezien hoe de kinderen waarmee we werken hun kennis daarna doorgeven in hun familie en vriendenkring. En ze gaan ook zelf ijveren voor verandering.’ Zo stelde een groep kinderen van een school in de Filipijnen een petitie op, om de bescherming van hun school tegen overstromingen te eisen. Ze stapten ermee naar de gouverneur, en zorgden er op die manier voor dat de school verhuisde naar een veiliger locatie.
Naar een globale aanpak
De integratie van maatregelen die de impact van natuurrampen moet verminderen in ruimtelijke planning, zowel in de steden als op het platteland, is de uitdaging waar het team momenteel voor staat. ‘Op het platteland hebben de plaatselijke gemeenschappen vaak al eeuwenlang te maken met aardbevingen, orkanen of overstromingen, en hebben een eigen traditionale kennis en aanpak uitgewerkt, waar we veel van kunnen leren. Op onze beurt leren wij hen bijvoorbeeld om hun geboortecertificaat mee te nemen als ze moeten vluchten.’
Grote steden zijn een relatief nieuw gegeven. ‘In Port-au-Prince hebben we gezien hoe alle organisaties gewoon niet meer konden functioneren na de aardbeving. Het onderzoeken van dergelijke risico’s is echt een prioriteit bij stedenbouw, en dat moet gebeuren vooraleer er besloten wordt aan uitbreiding en nieuwbouw te doen.’