‘Zonder extra maatregelen gaan we van Islamitische Staat 2.0 naar Islamitische Staat 3.0’
België stuurt humanitaire hulp en F-16’s naar Syrië. Maar is dat ook genoeg? Oppositiepartijen en middenveld vinden van niet. MO* vroeg reactie aan Bogdan Vanden Berghe, directeur van 11.11.11.
Op 8 juni diende N-VA-kamerlid Karolien Grosemans een voorstel van resolutie in over de inzet van de Belgische Defensie tegen de Islamitische Staat in Irak en Syrië. Drie weken later vlogen zes F-16’s richting Syrië. De resolutie kwam niet alleen te laat, zeggen de oppositiepartijen Groen en sp.a, ze heeft ook niet zoveel om het lijf.
‘De tekst is eenzijdig militair’, zegt Wouter De Vriendt van Groen, ‘Er is heel weinig aandacht voor de politieke en humanitaire strategie die deel moet uitmaken van het totaalpakket.’ En ook sp.a zegt de lettertjes over de humanitaire en diplomatieke visie in Syrië nauwelijks terug te vinden in de tekst van de resolutie.
Belgische humanitaire hulp voor Syrië en Irak
Op de Londense donorconferentie voor Syrië in februari dit jaar beloofde België 51,7 miljoen euro voor humanitaire hulp te geven in 2016. Daarmee doet België het goed en staat ons land op de elfde plaats van de humanitaire hulpdonoren aan Syrië. Voor Irak voorziet België vandaag in totaal 8,75 miljoen euro, zo blijkt uit de cijfers die MO* kreeg van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking.
‘België speelde in 2015 een leidende rol in het opnemen van zijn humanitaire verantwoordelijkheid’, reageert Bogdan Vanden Berghe, algemeen directeur van 11.11.11, de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidsector. ‘Het is goed dat ons land dit engagement neemt. Maar wat we zien is dat het gros van de Belgische hulp naar VN-agentschappen gaat, en nauwelijks via directe hulp naar lokale organisaties.’
Van het beloofde budget voor Syrië werd al bijna 27 miljoen euro toegewezen aan zogenaamde flexibele fondsen. Bij dit soort van financiering gaat het geld naar grote hulporganisaties, maar die besteden het op hun beurt zelf aan lokale projectpartners. Het budget van 27 miljoen gaat via Ocha naar Syrië zelf, ook naar de buurlanden Libanon, Jordanië en Turkije die grote groepen Syrische vluchtelingen opvangen. Syrië krijgt bijna elf miljoen.
Alleen is het niet zeker dat die hulp voor Syrië ook automatisch doorvloeit naar lokale organisaties, zegt 11.11.11. Bogdan Vanden Berghe verwijst naar een recent rapport van het L2GP Initiative waaruit blijkt dat algemeen te weinig humanitaire hulp vandaag doorvloeit naar lokale hulporganisaties. Zo blijkt dat in 2014 de Syrische actoren, verantwoordelijk voor 75 procent van de humanitaire hulpverlening, nauwelijks drie procent ontvingen van de directe internationale financiering, en slechts negen procent van de directe financiering.
België beloofde wel op de Wereld Humanitaire Top in Istanboel (mei 2016) om 25 procent van de middelen voor humanitaire hulp via directe hulp te kanaliseren via nationale en lokale actoren.
Hoe neutraal is de VN?
Eén van de grote kopzorgen van humanitaire hulporganisaties en hun donoren is hoe de hulp tot bij de Syrische burgers te krijgen. Hulporganisaties en observatoren klagen de dubbele rol van de Verenigde Naties in Syrië aan: die zou teveel samenwerken met het Assadregime om toch nog humanitaire corridors te kunnen garanderen.
In een recent rapport van The Syria Campaign, een koepel van Syrische middenveldorganisaties, stellen de onderzoekers dat de VN toestaat dat het Assadregime de ‘internationale hulp, goed voor miljarden dollars wegsluist van de mensen die de hulp het meest nodig hebben.’
‘De VN geeft het Syrische regime een de facto vetorecht over hulpverleningen aan oppositiegebied, uit vrees het land te worden uitgezet’, zegt Vanden Berghe. ‘In april 2016 ging 88 procent van de voedselhulp via Damascus naar regerings-gecontroleerd gebied. Slechts 12 procent ging naar plaatsen die buiten de controle van het regime vallen. Wat is het standpunt van België daarin? Dat weten we niet.’
Bogan Vanden Berghe: ‘De VN geeft het Syrische regime een de facto vetorecht over hulpverleningen aan oppositiegebied’
© Keoma Zec
‘De VN werkt inderdaad in een zeer moeilijke context in Syrië’, reageert Tom Meulenbergs, woordvoerder van minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo. ‘Het is daarbij belangrijk dat men “on speaking terms” blijft met het regime. In het andere geval zou de nu reeds beperkte humanitaire toegang helemaal onmogelijk worden. Maar je mag ook niet vergeten dat de VN en de internationale gemeenschap, ook België, herhaaldelijk en systematisch het Syrisch regime heeft bekritiseerd wanneer humanitaire toegang werd ontzegd tot gebieden die door rebellen worden gecontroleerd.’
‘Nog begin deze maand heeft ons land, samen met 58 andere VN-lidstaten, een initiatief gesteund om het gebrek aan humanitaire toegang in Syrië aan te klagen. We roepen daarin ook de Veiligheidsraad op om zijn verantwoordelijkheid te nemen.’
België moet ook politieke verantwoordelijkheid nemen
België moet meer doen dan humanitair en militair op te treden, vindt 11.11.11. ‘We sturen humanitaire hulp en F16’s, maar bekommeren ons te weinig over flankerende maatregelen: politiek en stabiliserend’, zegt Vanden Berghe. Hij verwijst onder meer naar het doorbreken van de belegerde gebieden in Syrië, ‘niet enkel een morele en juridische plicht, maar ook essentieel voor het vertrouwen in eender welk politiek proces in Genève.’
‘De ervaring in Irak heeft geleerd dat je zonder die maatregelen misschien aan de oppervlakte resultaat boekt, maar niet in de diepte. Nadat IS in Irak was “verslagen” doken ze simpelweg elders weer op. Zonder extra initiatieven zal nu hetzelfde gebeuren: dan gaan we van IS 2.0 naar IS 3.0 en is er ten gronde niks veranderd.’