Zuid-Afrika maakt een einde aan 200 jaar Europees voyeurisme

Nieuws

Zuid-Afrika maakt een einde aan 200 jaar Europees voyeurisme

Anthony Stoppard

07 augustus 2002

Sarah Bartmann, een vrouw van het
Khoi-volk aan wier genitaliën miljoenen Europeanen zich schaamteloos hebben
vergaapt, krijgt vrijdag eindelijk een behoorlijke laatste rustplaats in
Zuid-Afrika. De stoffelijke resten van Bartmann zijn zondag in Kaapstad al
op traditionele wijze 'opgekleed' en zullen vrijdag in de buurt van haar
geboorteplaats worden begraven. 9 augustus is de Zuid-Afrikaanse vrouwendag
en ook de internationale dag voor de inheemse volken.

Bartmann werd in 1789 geboren in de Oostelijke Kaapprovincie, toen haar
volk, veeboeren die Zuid-Afrika al lang bewoonden voordat de eerste
Europeanen of Bantoes er arriveerden, nog met de neerbuigende term
Hottentotten werd aangeduid. Ze verhuisde naar Kaapstad om er te gaan
werken, maar werd in 1810 door een Engelse scheepsarts naar Londen gelokt.
Bartmann, algauw omgedoopt tot de ‘Venus van de Hottentotten’, werd in heel
Engeland naakt tentoongesteld op kermissen - veel Engelsen raakten niet
uitgekeken op haar geprononceerde achterwerk en lange schaamlippen. Aan
dergelijke lichaamskenmerken werden in die tijd allerlei racistische
theorieën verbonden - onder meer over de grote seksuele appetijt van zwarten.

Maar toch namen ook toen al mensen aanstoot aan de manier waarop Bartmann
aan het publiek werd vertoond. De toenmalige African Association bracht de
zaak zelfs voor de rechter, ervan uitgaande dat de vrouw zich tegen haar
wil moest laten zien en liefst meteen naar huis zou terugkeren. Maar
Bartmann zou toen te kennen hebben gegeven dat ze gelukkig was in Engeland
en dat haar de helft van de inkomsten van de tentoonstellingen was beloofd.
Het is onduidelijk of ze ooit echt iets van dat geld heeft gezien.

Naar verluidt trouwde Bartmann in Engeland en kreeg ze twee kinderen. Maar
daardoor kwam er geen einde aan de tentoonstellingen. Uiteindelijk stierf
ze in 1815 in Parijs, verpauperd en verlaten. Franse chirurgen onderzochten
haar lijk en lieten de hersenen, het skelet en de genitaliën conserveren.
Tot 1974 waren die te bekijken in het Musée de l’Homme in Parijs.

De Zuid-Afrikaanse regering begon in 1995 met pogingen om de resten van
Sarah Bartmann naar Zuid-Afrika te halen om haar te kunnen begraven. Eerst
hield de Franse regering de boot af uit schrik een precedent te scheppen
voor andere landen die ook stoffelijke overschotten zouden kunnen claimen
die zich in Franse musea bevinden. Maar na lang onderhandelen stemde het
Franse parlement in met de repatriëring, en in mei van dit jaar werden de
resten naar Zuid-Afrika gevlogen.

Volgens de Zuid-Afrikaanse president Thabo Mbeki wordt de begrafenis van
Bartmann een krachtig signaal om vrouwen in Afrika en in de wereld hun
waardigheid terug te geven of te helpen vrijwaren.