Zuid-Amerikaanse Unie nog niet van de grond
Gonzalo Ortiz
21 april 2010
De Unie van Zuid-Amerikaanse Naties (Unasur) is volgende maand twee jaar oud, maar het blijft worstelen om de organisatie echt te laten draaien. Ecuador, de tijdelijke voorzitter van de Unie, probeert de neuzen in dezelfde richting te krijgen voor een top van de twaalf lidstaten op 4 mei in Buenos Aires.
De Ecuadoraanse buitenlandminister, Ricardo Patiño, deed de voorbije week Chili, Uruguay, Argentinië en Peru aan en is inmiddels vertrokken voor bezoeken aan Paraguay, Venezuela en Bolivia. Het is een reis door mijnenvelden, want naast de grote tegenstellingen tussen linkse en conservatieve regeringen spelen er ook veel bilaterale gevoeligheden.
Kirchner
Patiño probeert onder meer steun te verwerven voor de kandidatuur van de voormalige Argentijnse president Nestor Kirchner als secretaris-generaal van de Unasur. Kirchner is een politiek zwaargewicht in de regio, maar Brazilië en Peru zouden liever iemand anders zien aan het hoofd van de unie. Peru vreest dat Kirchner zijn nieuwe functie spoedig weer zal neerleggen om zich kandidaat te stellen voor de Argentijnse presidentsverkiezingen van 2011. Verzet van Chili en Uruguay, dat te maken had met diplomatieke spanningen, is intussen uit de weg geruimd
Ecuador probeert de lidstaten ook te bewegen concrete steun te bieden aan de slachtoffers van de aardbevingen in Haïti en Chili. Met de coördinatie van die hulp kan de nieuwe unie haar nut bewijzen. Maar tot hiertoe heeft buiten Venezuela, Ecuador en Bolivia nog geen enkele van de lidstaten in het kader van de Unasur geld overgemaakt aan de Haïtiaanse regering.
Legitimatie
In 2008 kwam de Unasur succesvol tussenbeide in een escalerend conflict tussen de Boliviaanse president Evo Morales en separatistische bewegingen in het oosten van het land, en in augustus 2009 organiseerde de unie een spoedoverleg over een omstreden militair akkoord tussen Colombia en de VS dat Venezuela in het harnas had gejaagd. Maar de unie moet dringend meer regionale uitdagingen aanpakken om haar bestaan te rechtvaardigen. Daartoe moet onder meer een mechanisme worden uitgewerkt om geschillen tussen de lidstaten te beslechten.
Om op volle kracht vooruit te kunnen gaan, moet echter in de eerste plaats het aanslepende oprichtingsproces worden afgerond. De oprichtingsakte uit mei 2008 is tot hiertoe alleen door Bolivia, Ecuador, Guyana en Venezuela geratificeerd. Pas als negen landen dat hebben gedaan, wordt de akte rechtsgeldig.
Misschien is Ecuador niet het juiste land om het integratieproces in een stroomversnelling te brengen. De relaties tussen Ecuador en Brazilië, de economische en diplomatieke motor van Zuid-Amerika, zijn slecht sinds Ecuador in september 2008 het Braziliaanse bouwbedrijf Odebrecht het land uitzette. De Ecuadoraanse buitenlandminister Patiño kreeg dan ook voorlopig geen afspraak vast in Brazilië. Ook met Colombia, Guyana en Suriname “konden de agenda’s niet op elkaar worden afgestemd” volgens de buitenlandminister.