Zeker helft van de totale uitstoot komt uit het buitenland
Zweden eerste land ter wereld dat uitstoot van geïmporteerde consumptiegoederen meeneemt in eigen klimaatdoelen
IPS / Climate Home News / Sam Morgan
12 april 2022
Het Zweedse parlement wil op consumptie gebaseerde uitstootdoelstellingen opnemen in de nationale klimaatdoelen. Het is hiermee het eerste land ter wereld dat wetgeving opstelt rond de uitstoot van consumptiegoederen.
De commissie die gaat over het vaststellen van de milieudoelstellingen van Zweden heeft donderdag een voorstel gepresenteerd voor het doel dat het land zou moeten stellen voor de uitstoot van broeikasgassen die verband houden met consumptie.
Nationale klimaatdoelstellingen zijn afhankelijk van de rapportage van de uitstoot die op het grondgebied van een land zelf wordt gecreëerd. Zweden heeft op basis van die gegevens een netto-nuldoelstelling voor 2045 vastgelegd en is daarmee een van de meest ambitieuze, groene landen van Europa.
Vervuiling buiten Zweden gegenereerd
Nu is die ambitie dus verder verhoogd: de parlementaire milieucommissie heeft voorgesteld om op consumptie gebaseerde emissiedoelen op te nemen in de Zweedse klimaatdoelstellingen. Dat gaat dan om vervuiling die in het buitenland wordt gegenereerd bij productie voor de import.
‘Het opnemen van verbruiksemissies in de emissiedoelstellingen van Zweden is een historisch gebeurtenis.’
‘Het opnemen van verbruiksemissies in de emissiedoelstellingen van Zweden is een historisch gebeurtenis, waar veel organisaties lang naartoe hebben gewerkt’, zegt Karin Lexén, secretaris-generaal van de Zweedse Vereniging voor Natuurbehoud.
Greta Thunberg, die vanuit Stockholm een wereldwijde klimaatbeweging voor jongeren begon, zegt al langer dat rijke landen verantwoordelijkheid moeten nemen voor op consumptie gebaseerde uitstoot – en die ook moeten verminderen.
De aanbeveling van de commissie moet nog worden aangenomen en ook andere details, zoals hoe de Zweedse export en de internationale lucht- en scheepvaart meegenomen moeten worden in de wetgeving, moeten nog worden uitgewerkt.
Zeker helft totale uitstoot komt uit buitenland
Op verbruik gebaseerde cijfers zijn lastig te krijgen, omdat door het ontbreken van internationale normen verschillende berekeningsmethoden worden gebruikt. Bovendien kan het gebrek aan betrouwbare rapportage over emissie-intensieve productieprocessen de resultaten vertekenen.
Toch schat de European Geosciences Union dat ongeveer 22 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot afkomstig is van goederen die in het ene land worden geproduceerd en in een ander land worden gebruikt.
Het Global Carbon Project berekent dat ongeveer 60 procent van de totale uitstoot van Zweden afkomstig is uit het buitenland en is ingebed in import. Voor een land dat zulke grote vooruitgang boekt op het gebied van schone energie, is dit een opvallend hiaat in de klimaatwetgeving.
Nieuwe standaard
‘Met deze nieuwe doelstelling zou Zweden hopelijk een nieuwe standaard kunnen creëren voor het aanpakken van consumptie-emissies en andere Europese landen aansporen om dit voorbeeld te volgen’, zegt klimaatwetenschapper Zeke Hausfather.
Elisabetta Cornago, klimaatexpert bij het Centre for European Reform, ziet dat ook: ‘Omdat het de ambitie op het gebied van klimaatactie vergroot, kan het andere landen die zichzelf willen profileren als klimaatleiders aansporen om dit ook te doen.’
Toch is Cornago er niet van overtuigd dat veel andere landen binnen de EU klaar zijn om hun benadering van de nationale doelen op dit moment te veranderen. ‘Hoewel de discussie daar uiteindelijk wel naartoe moet’, stelt ze.
Gedragsverandering
Het naleven van het Klimaatakkoord van Parijs hangt af van het veranderen van menselijk gedrag, zegt projectmanager en universitair hoofddocent Jörgen Larsson. ‘Als we echt lage uitstootniveaus willen bereiken, moeten we én fors investeren in nieuwe klimaat-slimme technologieën én aanzienlijke veranderingen doorvoeren in ons gedrag op het gebied van goederen en diensten.’
‘Het opschalen van internationale klimaatfinanciering en technologische ondersteuning van handelspartners om de uitstoot te verminderen, zal cruciaal zijn.’
Dat kan betekenen dat je apparaten repareert in plaats van nieuwe te kopen, gehaktballen inruilt voor falafel en gaat wandelen, fietsen of treinen in plaats van de auto wekelijks vol te tanken met geïmporteerde benzine.
Volgens een enquête van de Europese Investeringsbank uit 2021 is 76 procent van de Zweden voorstander van strengere overheidsmaatregelen om gedragspatronen te veranderen. Dat zou het Scandinavische land een uitgelezen plek maken om consumptiedoelstellingen te testen.
Annika Hedberg, analist bij de Europese denktank European Policy Centre, zegt dat ‘doelen als deze helpen om het probleem beter te meten en vooruitgang te boeken bij het bereiken ervan’. Ze denkt dat deze doelstelling zal helpen ‘de transparantie te vergroten en mensen beter voor te lichten over de impact van consumptie’.
Grootvervuilers
Binnen de landsgrenzen maakt de Zweedse industriële sector al zo veel als mogelijk gebruik van schone energiebronnen om batterijfabrieken op te zetten en duurzaam staal, gemaakt met groene waterstof, te ontwikkelen.
Maar gedrags- en technische veranderingen in het land zijn niet genoeg als grote uitstoters elders op de wereld hun beloften binnen het Parijsakkoord niet nakomen.
Dit is ook de reden waarvoor de EU een koolstofheffing op bepaalde soorten import wil instellen. Zweden steunt deze zogenoemde carbon border adjustment measure ofwel het koolstofgrensaanpassingsmechanisme (CBAM), dat in 2026 volledig van kracht zal worden en de invoer van cement, ijzer en staal, kunstmest, aluminium en elektriciteit betreft.
Annika Hedberg ziet het CBAM, samen met bijvoorbeeld lopende anti-ontbossingsregels, als een indicatie dat de EU haar overzeese emissies serieuzer neemt dan ooit.
Dit moet gepaard gaan met steun aan armere handelspartners om hun exportindustrie schoner te maken, zegt Tim Gore, hoofd klimaat bij het Instituut voor Europees Milieubeleid. ‘Het opschalen van internationale klimaatfinanciering en technologische ondersteuning van handelspartners om de uitstoot te verminderen, zal cruciaal zijn.’