Is lokaal gelijk aan duurzaam en eerlijk?

Jonathan Janssens (Gent Fair Trade)

11 oktober 2024
Opinie

Kanttekeningen bij “made in Europe” als duurzaamheidscriterium

Is lokaal gelijk aan duurzaam en eerlijk?

Nee, helaas: lokale productie staat níét automatisch gelijk aan duurzame of eerlijke productie. Jonathan Janssens, coördinator van Gent Fair Trade, grijpt de Week van de Fair Trade aan om die hardnekkige mythe de wereld uit te helpen. ‘Achter de schermen gebeurt toch vaak nog iets anders.’

We naderen het einde van de Week van de Fair Trade. In heel België zijn er de afgelopen dagen honderden evenementen en campagnes opgezet, vaak met de steun van lokale en federale overheden. Ook wij in Gent doen altijd enthousiast mee. Het is een week vol interacties en energie, en met reden: Belgen kopen steeds vaker producten uit verantwoorde productie.

Een van die interacties ging over lokale productie als oplossing om uitbuiting tegen te gaan. Het is echter één van de meest hardnekkige mythes die ook door veel ondernemers, ambtenaren en politici wordt geloofd: het idee dat “lokale productie” automatisch gelijkstaat aan “duurzame” of “eerlijke” productie. “Het is van dichtbij én we hebben al die wetgeving in België en Europa, een product van een lokale ondernemer kan niet anders dan een duurzaam product zijn”, logisch toch? De realiteit achter de weg die zo’n product aflegt is helaas - zoals zo vaak - een stuk minder mooi dan de verpakking doet vermoeden.

Een treffend voorbeeld van lokale uitbuiting is het zogenaamde Frambozenvisum in Portugal. Dit visum, ingevoerd om een tekort aan arbeidskrachten in de landbouw aan te vullen, lijkt op papier een slimme manier om de landbouwsector te ondersteunen. Arbeiders – vaak uit Nepal, India en Bangladesh – kunnen zich via dit visum legaal in Portugal vestigen en landbouwactiviteiten uitvoeren zoals het plukken van fruit, groenten of bloemen voor de export naar heel Europa.

Het label “Made in Europe” roept beelden op van fatsoenlijke werkomstandigheden en een eerlijke verloning. Maar achter de schermen gebeurt toch vaak nog iets heel anders.

Wat klinkt als een win-winsituatie, is echter verre van eerlijk. De realiteit is dat deze migranten werken onder onmenselijke omstandigheden, voor lonen ver onder het Portugese minimum. Vaak komen ze terecht in de handen van malafide arbeidsagenten die hen uitbuiten en hen schulden laten maken om überhaupt aan de slag te kunnen. Dit systeem van moderne slavernij speelt zich af binnen de grenzen van de Europese Unie. Toch worden de frambozen die zij oogsten verkocht met de geruststellende gedachte dat ze "lokaal" en "Europees" zijn.

Dit voorbeeld uit de Portugese landbouwindustrie kaart een breder probleem aan. We beschouwen Europese productie vaak als ethisch superieur. Het label “Made in Europe” roept beelden op van fatsoenlijke werkomstandigheden en een eerlijke verloning. Maar achter de schermen gebeurt toch vaak nog iets heel anders. In de landbouw, de textielsector en zelfs in de elektronica-industrie worden mensen, en zeker vluchtelingen en migranten, op grote schaal uitgebuit.

Een ander voorbeeld vinden we vlak aan de Europese grens in Turkije, daar worden - veelal Syrische - vluchtelingen die werken in de textielindustrie slachtoffer van moderne slavernij. Ze werken in illegale naaiateliers, vaak zonder papieren en zonder toegang tot gezondheidszorg of fatsoenlijke huisvesting. Diverse ngo's en onderzoeksorganisaties, zoals Human Rights Watch en Amnesty International, hebben de omstandigheden in deze sweatshops gedocumenteerd.

Rapporten hebben aangetoond dat grote westerse modebedrijven, waaronder bekende merken, profiteren van deze omstandigheden. Gelijkaardige situaties vind je ook in een modeland als Italië, waar mensen zonder papieren ingezet worden in bijvoorbeeld de minst gezonde productiestappen van leerlooierijen. Helaas zijn er gevallen van moderne slavernij te vinden in alle Europese landen. Van tomatenplantages in Spanje tot de assemblagefabrieken in Hongarije die onderdelen maken voor elektronica made in Europe.

Politici hebben wél de tools in handen om moderne slavernij in en buiten Europa aan te pakken.

Het is simpelweg teveel gevraagd van individuele consumenten om verandering te brengen in deze kwesties. Toch wordt het gevaarlijk wanneer er een apathie lijkt te ontstaan door deze onwetendheid. Want er zijn wel degelijk oplossingen: ondernemers zijn wel in de mogelijkheid om kritische vragen te stellen aan hun toeleveranciers, overheden hebben wel de middelen om hun personeel te trainen om inzicht te krijgen in deze problematiek om publieke aankopen in te zetten als hefboom voor goede arbeidsomstandigheden en politici hebben wél de tools in handen om moderne slavernij in en buiten Europa aan te pakken.

De Week van de Fair Trade eindigt nu zaterdag en gaat zo vlot over op de verkiezingen van aanstaande zondag. Ik hoop dat je in al de overwegingen die je al maakte, ook aandacht hebt voor de internationale visie van onze lokale politici. Want ook lokaal kan er aan een meer rechtvaardige wereld worden gewerkt.

Jonathan Janssens werkt al meer dan tien jaar rond mensenrechtenkwesties en is coördinator van Gent Fair Trade, een samenwerkingsverband tussen de Stad Gent en Oxfam Wereldwinkels Gent.