James L. Gelvin
“‘2018 belooft weinig goeds voor Midden-Oosten’
Het nieuwe jaar brengt weinig goeds voor het Midden-Oosten, vreest James L. Gelvin, hoogleraar Moderne Geschiedenis van het Midden-Oosten. Of het nu gaat om Syrië, Israël en Palestina, Saoedi-Arabië, Jemen of IS: er is weinig goed nieuws in het vooruitzicht.
Gezinnen op de loop voor geweld
Nasser Nouri (CC BY-NC-SA 2.0
Het is altijd gevaarlijk om voorspellingen te doen over het Midden-Oosten. Weinig deskundigen zagen de trip aankomen van Anwar al-Sadat naar Jeruzalem in 1977, die leidde tot het eerste vredesakkoord tussen Israël en een Arabisch land. Hetzelfde geldt voor de Iraanse revolutie in 1978 en 79 of de Arabische Lente in 2010-2011. Maar na drie decennia college geven en boeken schrijven over het Midden-Oosten, durf ik toch deze vooruitblik te schrijven voor 2018.
Syrisch conflict blijft aanslepen
In Syrië zal het regime territorium blijven heroveren, maar het zal er niet in slagen het hele land opnieuw onder controle te krijgen.Daarvoor zijn er vier oorzaken.Tegenstanders van het regime weten inmiddels wat hen te wachten staat als ze zich onderwerpen, en ze zullen die fout niet maken.
Ten tweede is het regime te zwak: de meeste veroveringen van de voorbije jaren zijn gedaan door medestanders, zoals Hezbollah, Iraanse eenheden of milities die door Iran worden aangestuurd - niet door het Syrische leger.
Ten derde beperkt de grote meerderheid van de oppositiekrachten zich tot een bepaalde provincie. Dat wijst erop dat het lokale krachten zijn die gecontroleerd worden door een lokale machthebber. Ze kunnen al zes jaar hun gang gaan zonder inmenging van Damascus en zullen hun autonomie niet snel opgeven.
Freedom House (CC BY 2.0)
En tot slot: het Syrische conflict is een zogenaamde “proxy war” tussen regionale en internationale spelers, waarbij het Westen en Saoedi-Arabië de oppositiekrachten steunen. Die steun neemt weliswaar af, maar zal niet stoppen en de oppositiegroepen zullen het dan ook niet opgeven. De voormalige vredesgezant van de Arabische Liga en de VN Lakhdar Brahimi lijkt dus gelijk te krijgen met zijn voorspelling dat het Syrische conflict zou eindigen in de “Somalisering’ van Syrië. Net als Somalië zou Syrië dan een internationaal erkende regering hebben en een permanente vertegenwoordiging bij de Verenigde Naties. Het zou paspoorten blijven uitgeven en kan een team naar de Olympische Spelen sturen.
Maar net als de regering in Somalië zou Damascus geen echte controle hebben over het hele gebied dat door de internationale gemeenschap erkend wordt.
Saoedische hervormingen zijn schone schijn
Saoedi-Arabië blijft dit jaar hervormingen doorvoeren onder de leiding van kroonprins Mohammad bin Salman al-Saoed, maar die blijven puur cosmetisch. Hoewel de kroonprins bestempeld wordt als een hervormer is het goed te herinneren dat dat ook ooit werd gezegd van Bashar al-Assad, de president van Syrië.
De kroonprins zal blijven proberen om de macht te concentreren in zijn tak van de koninklijke familie. Terwijl hij andere prinsen en economische elites gevangen zet op beschuldiging van corruptie, spendeert hij tegelijk 300 miljoen dollar aan een huis in Frankrijk.
Het klopt wel dat hij de macht van het religieuze establishment heeft verminderd. Maar zijn zogenaamde versoepeling van de strenge Saoedische regels - zoals vrouwen toestemming geven te rijden en de religieuze politie het recht ontnemen om arrestaties te verrichten - zijn voornamelijk manieren om de macht van het religieuze establishment te verminderen en die macht te centraliseren in zijn onmiddellijke familie. Als hij echt wil bewijzen een echte hervormer te zijn, moet de kroonprins de politieke gevangenen vrijlaten en de barbaarse oorlog met Jemen stoppen.
UNICEF (CC BY-NC-SA 2.0)
Ook zijn inspanningen om de Saoedische economie te liberaliseren zullen niet van de grond komen. Twee jaar geleden lanceerde hij zijn “Visie 2030”, een lijst van neoliberale ingrepen die Saoedi-Arabië moesten omvormen tot een markteconomie. Maar om die visie te implementeren moet het land af van de traditie waarbij de regering de loyaliteit van de burgers koopt via subsidies en tewerkstelling. Het zou ook betekenen dat er een vrije stroom van informatie moet komen in een land dat nu nog 168e is van 180 landen op de persvrijheidsindex van Reporters Without Borders.
Het zou verder betekenen dat het aandeel vrouwen in de arbeidsmarkt wordt verhoogd van de huidige 22 procent naar de publieke doelstelling van 30 procent en dat er 2,5 miljoen nieuwe banen gecreëerd moeten worden in de private sector. Tot slot zou het betekenen dat de attitude tegenover werk zou moeten veranderen in een land waar nu nog 11 miljoen gastarbeiders het zware werk doen - letterlijk. En dat allemaal in twaalf jaar.
Het kalifaat verdwijnt, maar IS niet
In 2014 leek IS niet te stoppen, en op het toppunt van zijn macht controleerde IS zo’n 40 procent van Irak. Bij het begin van 2017 was dat percentage al gedaald tot amper 10 procent, en ook in Syrië raakte IS meer dan 70 procent van zijn territorium kwijt. Het kalifaat heeft ook geen belangrijke steden meer. Kortom, het is verdwenen.
Gezien een significant deel van de IS-strijders en hun leiders zelf uit Irak komt en zich bij IS aansloot uit onvrede met de sjiitische regering in Bagdad, is de kans groot dat ze zullen blijven strijden tegen die regering.
Maar wat met IS als beweging? Sommige strijders hebben het al opgegeven. Ze hebben geprobeerd zich te mengen onder de lokale bevolking of naar huis terug te keren, maar ze krijgen te maken flinke tegenstand van de bevolking en wantrouwige buitenlandse regeringen. Voor de overblijvende strijders lijken er twee waarschijnlijke scenario’s. Gezien een significant deel van de strijders en hun leiders zelf uit Irak komt en zich bij IS aansloot uit onvrede met de sjiitische regering in Bagdad, is de kans groot dat ze zullen blijven strijden tegen die regering. Dat is exact wat ook de taliban in Afghanistan deden nadat de Verenigde Staten een einde hadden gemaakt aan hun bewind.
Een tweede scenario, dat nog waarschijnlijker is, is dat de buitenlandse strijders en freelancers hun aanvallen wereldwijd zullen blijven uitvoeren, met of zonder organisatorische steun. Maar omdat IS geen basis meer heeft van waaruit de gesofisticeerde propaganda verspreid kan worden, en omdat de lokroep van ideologieën altijd afneemt, zal ook de lokroep van IS onvermijdelijk verzwakken.
Trumps “ultimate deal” ver af
Met de erkenning van Jeruzalem als hoofdstad van Israël dreven de VS opnieuw een spijker - mogelijk de laatste - in de doodskist van de Oslo-akkoorden die de krijtlijnen moesten uitzetten voor een onderhandelde tweestatenoplossing. De Israëlische regering, die zich gesterkt ziet door de warme omarming van de VS, heeft geen reden om ook maar iets toe te geven. En de gepolariseerde politiek in de Midden-Oosten maakt de kans op een oplossing nog kleiner.
In 2002 stelden de Saoedi’s nog een vredesplan voor: als Israël vrede zou sluiten met de Palestijnen, zouden de Arabische staten hun relaties met Israël normaliseren. Maar Saoedi-Arabië en de Golfstaten zijn nu in een de facto alliantie tegen Iran verenigd. Het Palestijnse probleem is naar de zijlijn geschoven en opnieuw is een stimulans voor Israël om tot vrede te komen verdwenen.
Jemen zakt verder weg
De belangrijkste en meest onderbelichte crisis in het Midden-Oosten is de oorlog in Jemen, waar Saoedi-Arabië met Amerikaanse steun een oorlog voert tegen een inheemse opstand. Er is geen einde in zicht. Volgens de Saoedi’s zijn de Houthi-rebellen - leden van een dominante sjiitische clan in het noorden van het land - bondgenoten van Iran.
Als gevolg van de Saoedische campagne, die niet alleen aan twaalfduizend Jemenieten het leven heeft gekost maar ook een burgeroorlog aan de gang houdt, waren eind vorig jaar 50.000 kinderen met de hongersnood bedreigd.
Saoedi-Arabië heeft daarom de kant gekozen van de regering, die aan de macht kwam na een gemanipuleerde “nationale dialoog” en een verkiezing die gewonnen werd door de enige kandidaat - die de steun had van de Saoedi’s. De opstand begon eigenlijk in 2004 - lang voor de Saoedi’s daar een Iraanse samenzwering in zagen.
Saoedi-Arabië is een grootschalige campagne van bombardementen begonnen op burgergebieden en blokkeert de havens van een land dat voor 90 procent afhankelijk is van geïmporteerd voedsel. Jemen is het armste Arabische land. Als gevolg van de Saoedische campagne, die niet alleen aan twaalfduizend Jemenieten het leven heeft gekost maar ook een burgeroorlog aan de gang houdt, waren eind vorig jaar 50.000 kinderen met de hongersnood bedreigd.
Tussen april en augustus alleen al stierven 20.000 Jemenieten aan cholera. Toch blijven de VS de Saoedische campagne steunen en Iran afschilderen als de grootste misdadiger in de regio.
James L. Gelvin is hoogleraar Moderne Geschiedenis van het Midden-Oosten (Bron: The Conversation)