Academici dringen aan op volwaardig biodiversiteitsbeleid

56 universiteitsprofessoren

01 juli 2015
Opinie

Academici dringen aan op volwaardig biodiversiteitsbeleid

Academici dringen aan op volwaardig biodiversiteitsbeleid
Academici dringen aan op volwaardig biodiversiteitsbeleid

53 wetenschappers van alle Vlaamse universiteiten schrijven een open brief aan minister Schauvliege. Ze vragen dat er dringend werk gemaakt wordt van een volwaardig diversiteitsbeleid.

Donar Reiskoffer (CC BY-SA 3.0)

Het Brusselse Zoniënwoud

Donar Reiskoffer (CC BY-SA 3.0)

Geachte Mevrouw de minister,

Als professoren en onderzoekers zijn wij bevoorrechte getuigen van de toestand van natuur en milieu, van het belang van biodiversiteit en een gezond leefmilieu voor de mens, maar ook van de vele bedreigingen en de achteruitgang van de biodiversiteit, zowel regionaal als globaal. Gezien maatschappelijke dienstverlening één van de drie kerntaken is van een academicus (naast onderzoek en onderwijs), hebben wij het nodig geacht om onze bezorgdheid over de toekomst van het natuurbeleid naar buiten te brengen in een opiniestuk (DS 16/06/2015) met de bedoeling bij te dragen tot het maatschappelijk en politiek debat.

Uw repliek (DS 17/06/2015) wijst terecht op een aantal waardevolle initiatieven en verwezenlijkingen, maar biedt vooral antwoorden op vragen die wij niet gesteld hebben. Ons opiniestuk ging immers niet over het beleid van gisteren, maar over het beleid van morgen. Op onze onderbouwde zorgen kregen we geen antwoord.

We willen in deze open brief wijzen op de discrepantie tussen ons opiniestuk en uw antwoord.

Daarom willen we in deze open brief wijzen op de discrepantie tussen ons opiniestuk en uw antwoord. Het kernpunt van ons betoog was en blijft de ontwikkeling van een volwaardig biodiversiteitsbeleid binnen het kader van de 2020-doelstellingen inzake behoud van soorten en hun leefgebieden van de Verenigde Naties en de Europese Commissie. Heel concreet hebben we de ontwerpteksten van het uitvoeringsbesluit bij het nieuwe decreet natuurbehoud en de casus van de poldergraslanden in dat kader tegen het licht gehouden.

Meer dan alleen de natuursector

Omdat biodiversiteit over meer gaat dan de natuursector alleen, en omdat we pleiten om de opnieuw de kop opstekende conflictmodus tussen landbouw en natuur voorgoed achter ons te laten, richten we deze brief ook aan de ministerpresident en aan de voorzitter van het Vlaams Parlement. Vanuit de maatschappelijk bewogen geest van onze respectieve universiteiten opteren we ervoor om dat via een open brief te doen. Wij wensen groeiende kennis en inzichten in de belangrijke en complexe biodiversiteits- en milieuvraagstukken te delen met onze beleidsverantwoordelijken.

Ons opiniestuk ging over 1) het natuurbeleid van morgen naar aanleiding van de ontwerpteksten van de uitvoeringsbesluiten bij het nieuwe natuurdecreet, en 2) het feit dat een volwaardig biodiversiteitsbeleid meer is dan alleen investeren in natuur onder Europese bescherming, hoe erg waardevol en belangrijk die inderdaad ook is.

In het antwoord van de minister werd alleen ingegaan op de inhaalbeweging van het natuurbeleid van gisteren. Verder nemen we akte van de groeimogelijkheden die een organisatie als Natuurpunt heeft kunnen realiseren. Dat blijkt niet alleen voor natuurbehoud meer kansen te scheppen, maar ook voor sociale tewerkstelling in dit veld (DS 18/06/2015). Noch de inhaalbeweging inzake de erkenning van natuurreservaten de voorbije jaren, noch de financiële situatie van vrijwilligersorganisaties in deze sector maakten deel uit van ons betoog.

Een volwaardig biodiversiteitsbeleid kan zich volgens ons niet alleen richten op de Europees belangrijke natuur binnen grote reservaten. Aspecten van ecologische basiskwaliteit, met een belangrijke rol voor kleinere natuurgebieden en meer diffuse natuurelementen zijn vanuit een optiek van ecosysteemdiensten (met inbegrip van de relatie tussen biodiversiteit en menselijk fysiek en mentaal welzijn) evenzeer van belang. Dat wordt onvoldoende onderkend in de beleidskeuzes en in de op tafel liggende ontwerpteksten van het uitvoeringsbesluit.

Versnipperde natuurgebieden

De bedenkelijke ruimtelijke ordening in Vlaanderen maakt dat vele natuurgebieden klein en versnipperd zijn. Deze inherent kleine gebieden vormen nu een onlosmakelijk deel van het functioneel natuurpatrimonium; het blijven investeren in die gebieden is en blijft maatschappelijk erg betekenisvol.

Het belang van het geheel van kleine gebieden, en ook van diffuse natuurelementen, voor het behoud van de biodiversiteit, het leveren van ecosysteemdiensten maar ook voor het goed functioneren van o.a. Europees te beschermen natuurgebieden werd en wordt grondig onderzocht aan Vlaamse universiteiten en onderzoeksinstellingen.

Door hun ligging dicht bij woonkernen zijn kleine gebieden net erg belangrijk voor mensen in een drukke maatschappij met veel stressfactoren.

Door hun ligging dicht bij woonkernen zijn die kleine gebieden en elementen net erg belangrijk voor mensen in een drukke maatschappij met veel stressfactoren. Ook voor andere belangrijke ecosysteemdiensten (zoals opvang van fijn stof, geluidsbuffer, waterberging, enz.) is Vlaanderen niet alleen aangewezen op grotere natuurgebieden, maar ook op die ‘andere’ natuur buiten de grote natuurreservaten of beschermde boscomplexen.

De jongste jaren krijgen we uit wetenschappelijk onderzoek groeiende inzichten over het belang van die biodiversiteit voor de fysieke en mentale gezondheid van de mens en de hoge waardering van mensen voor de culturele ecosysteemdiensten (recreatie, educatie, esthetische waarde enz.). Anderzijds wijst onderzoek ook op het belang van biodiversiteit voor de stabiliteit van het functioneren van onze ecosystemen bij een wijzigend klimaat en de buffering van de gevolgen van de opwarming zoals het aftoppen van temperatuurextremen tijdens hittegolven (verantwoordelijk voor vele slachtoffers) en het beschermen tegen overstromingen.

De voorbije jaren werd geïnvesteerd in het beter toegankelijk maken van reservaten en het kwaliteitsvol opvangen van bezoekers. Dit educatieve aspect vinden wij als academici ook enorm belangrijk. Deze inspanningen moeten o.i. gehandhaafd blijven.

Sluipende achteruitgang voorkomen

De testcase van de poldergraslanden toont dat er nog vaak erg sectoraal gedacht wordt (landbouw tegen natuur, en vice versa). De uitdaging voor onze maatschappij en voor beleidsmakers bestaat er niet alleen in om (lovenswaardige) compromissen te vinden op de korte termijn.

Dit symbooldossier gaat niet alleen over de korte termijn.

Dit symbooldossier gaat immers niet alleen over de korte termijn. Niet-gescheurde poldergraslanden zijn immers een levend historisch erfgoed die een bijzondere voedingsbodem bieden voor biodiversiteit onder aangepast agrarisch beheer. We handhaven ons pleidooi om in dit dossier snel tot gepaste besluiten te komen en een verdere sluipende achteruitgang te voorkomen.

Omwille van het urgente maar politiek moeilijke karakter van een adequaat biodiversiteitsbeleid, bieden wij als verenigde academici aan om op afzienbare tijd een synthesenota voor te leggen met een reeks principes, en gepaste onderbouwing, die aan de basis kunnen liggen van een volwaardig biodiversiteitsbeleid voor Vlaanderen. Natuurbeleid vormt daar een belangrijk onderdeel in, maar ook biodiversiteitsmaatregelen buiten de natuursector, in het kader van bijvoorbeeld duurzame landbouw, klimaatmitigatie en -adaptatie, duurzaam wonen, integraal waterbeleid en innovatieve productontwikkeling, zijn daarbij van wezenlijk belang.

We zijn als experten en universitaire lesgevers graag bereid om hierover toelichting te verstrekken aan de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement. Noteer dat het team van professoren dat dit schrijven ondertekend heeft, verder is uitgebreid naar complementaire disciplines (bv. milieueconomie). Wij benadrukken onze rol van onafhankelijke academici die zich baseren op wetenschappelijke kennis en inzichten inzake biodiversiteit en leefmilieu, los van enige partijpolitieke overwegingen of van belangenorganisaties vanuit het middenveld.

Hoogachtend,

Consortium van 56 professoren

UAntwerpen
Prof. Dr. Patrick Meire (Ecosysteembeheer; auteur van o.a. boek “Naar een duurzaam rivierbeheer” – Ecologie als bondgenoot van mens & economie) – Prof. Dr. Ivan Janssens (Planten- & vegetatie ecologie, global change) – Prof. Dr. Ivan Nijs (Klimaatverandering) – Prof. Dr. Herwig Leirs (Populatieecologie) – Prof. Dr. Erik Matthysen (Evolutionaire ecologie) – Prof. Dr. Ir. Roeland Samson (Stedelijke ecologie & milieu-ecologie) – Prof. Dr. Stijn Temmerman (Biogeomorfologie & ecosysteembeheer) – Prof. Dr. Rudy van Diggelen (Ecosysteemherstel) – Prof. Dr. Lieven Bervoets (Ecotoxicologie & Aquatische Ecologie) – Prof. Dr. Ronny Blust (Ecotoxicologie) – Prof. Dr. Peter Aerts (Functionele morfologie) - Prof. Dr. Rianne Pinxten (Gedragsecologie) - Prof. Dr. Marcel Eens (gedragsecologie en ecotoxicologie) – Prof. Dr. Wendt Müller (gedrags- en evolutionaire ecologie)

UGent
Prof. Dr. An Cliquet (internationaal en Europees biodiversiteitsrecht; mede-editor van het boek “The Habitats Directive in its EU Environmental Law Context”) – Prof. Dr. Tom Moens (Mariene ecologie & biodiversiteit) – Prof. Dr. Magda Vincx (Mariene ecologie & biodiversiteit) – Prof. Dr. Ir. Kris Verheyen (Bosecologie & bosbeheer) – Prof. Dr. Dries Bonte (Ruimtelijke ecologie & evolutie) – Prof. Dr. Luc Lens (Populatie ecologie) – Prof. Dr. Ann Vanreusel (Biodiversiteit & ecologie) – Prof. Dr. Koen Sabbe (Aquatische ecologie & biodiversiteit) – Prof. Dr. Geert Van Hoorick (Milieurecht) – Prof. Dr. Olivier De Clerck (Mariene biodiversiteit & moleculaire evolutie) – Prof. Dr. Wim Vyverman (Aquatische ecologie, microbiële biodiversiteit & evolutie) – Prof. Dr. Mieke Verbeken ( mycologie) – Prof. Dr. Colin Janssen (milieutoxicologie) – Prof. Dr. Ir. Karel De Schamphelaere (milieutoxicologie) – Prof. Dr. Frank Pasmans (biodiversiteit en infectieziekten) – Prof. Dr. An Martel (biodiversiteit en infectieziekten)

VUB
Prof. Dr. Nico Koedam (Ecosysteemonderzoek & Europees natuurbeleid) – Prof. Dr. Harry Olde Venterink (Functionele ecologie van planten & ecosystemen) – Prof. Dr. Ludwig Triest (Plantkunde & natuurbeheer) – Prof. Dr. Bram Vanschoenwinkel (Dierenecologie & biodiversiteit) – Prof. Dr. Marc Kochzius (Mariene Biologie) – Prof. Dr. Kim Roelants (evolutiebiologie en herpetologie) - Prof. Dr. Farid Dahdouh-Guebas (Algemene Plantkunde & Natuurbeheer) – Prof. Dr. Franky Bossuyt (evolutie en diversiteit van amfibieën)

KULeuven
Prof. Dr. Luc De Meester (Ecologie & evolutiebiologie) – Prof. Dr. Luc Brendonck (Aquatische ecologie en biodiversiteit, duurzame ontwikkeling) – Prof. Dr. Martin Hermy (Groen- en natuurbeheer, redacteur & medeauteur van de boeken “Natuurbeheer”, “Groenbeheer, een verhaal met toekomst”, “Punten en lijnen in het landschap”) – Prof. Dr. Robby Stoks (Aquatische ecologie’) – Prof. Dr. Filip Volckaert (Moleculaire ecologie, conservatiebiologie, visserij & aquacultuur) – Prof. Dr. Ir. Olivier Honnay (Conservatiebiologie & Ecosysteemdiensten van biodiversiteit) – Prof. Dr. Johan Eyckmans (Milieueconomie) – Prof. Dr. Sandra Rousseau (Milieueconomie) – Prof. Dr. Erik Mathijs (Landbouw/ Milieueconomie) – Prof. Dr. Ir. Ben Somers (Teledetectie ter ondersteuning van ecosysteembeheer) – Prof. Dr. Ir. Bart Muys (Bosecologie & Bosbeheer) – Prof. Dr. Ellen Decaestecker (Evolutionaire ecologie) Prof. Dr. Ir. Hans Jacquemyn (Plantendiversiteit & - populatiebiologie) Prof. Dr. Liesbet Vranken (Landbouw- & milieueconomie)

UHasselt
Prof. Dr. Jaco Vangronsveld (Milieubiologie) – Prof. Dr. Jan Colpaert (Microbiële ecologie) – Prof. Dr. Tom Artois (Biodiversiteit, Fylogenie, Biogeografie) – Prof. Dr. François Rineau (Bodem ecologie)

UCL
Prof. Dr. Hans Van Dyck (Gedragsbiologie & natuurbeheer. Verbonden aan UCL, maar veel gevraagd expert in Vlaanderen o.a. FWO, INBO, ANB, e.a.) – Prof. Dr. Renate Wesselingh (UCL) (Evolutionaire ecologie; Voorzitter Wetenschappelijke Raad Plantentuin Meise)