“‘Sabbatjaren in de file’
Autopendelaars verspillen in Antwerpen en Brussel respectievelijk 71 en 70 uur per jaar in de file. Dat staat in het rapport ‘Urban Europe’ van Eurostat dat zopas is verschenen.
Met de files is het blijkbaar zoals met roken. Van één file-tje ga je nog niet dood. Maar zou het besef dat je het equivalent van een zalig lang weekend, de volledige drie dagen en nachten, in de file spendeert, daar verandering in brengen? Nauwelijks.
Veel pendelaars hebben geen volwaardig alternatief. Da’s nu eenmaal het resultaat van een gefragmenteerde stedelijke ontwikkeling die we meeslepen uit het verleden. Een fragmentatie die nog blijft toenemen.
Wij zijn samen onderweg… zittend, wachtend, op een verhoogje van gelakt, diesel-spuugend metaal, boordcomputers en rubberen banden. Kijk ons eens, hoe gesofisticeerd.
Wij zijn samen onderweg… zittend, wachtend, op een verhoogje van gelakt, diesel-spuugend metaal, boordcomputers en rubberen banden.
Als het klopt dat er van de ongeveer 380.000 pendelaars die Brussel aandoen ongeveer 60% de auto nemen en al die mensen 70 uren in de file staan per jaar, dan verspillen ze samen jaarlijks 665.000 dagen in de file. 665.000 mensdagen puffen, blazen en opgekropte frustratie. Doen diezelfde mensen dat 20 jaar lang… rekenen maar. Geen lang weekend maar hele sabbatjaren in de file.
Voor mensen die graag vloeken op hoe hun zuurverdiende belastingsgeld wordt opgebruikt, die jaarlijkse 665.000 mensdagen horen ook in die tabellen op te duiken. Denk: bedrijfswagens. En hoe die voordelig worden gemaakt voor werkgevers om werknemers een loonbonus te geven.
In Brussel komt daar nog een probleempje bij. In de hoofdstad kampen de bewoners met een verhoogd onveiligheidsgevoel. Onze hoofdstad moet in die meting Napoli en Palermo naast zich dulden, aldus Eurostat. Ik vraag maar. Zou er een verband bestaan tussen autodrukte en het onveiligheidsgevoel?
Ik zie in mijn hoofd alle Brusselse fietsers tegelijk ja knikken.