Antwoorden op de argumenten tegen ggo's

Willy Cornelis

14 januari 2013
Opinie

Antwoorden op de argumenten tegen ggo's

Antwoorden op de argumenten tegen ggo's
Antwoorden op de argumenten tegen ggo's

Naar aanleiding van de MO*paper 'Genetisch gewijzigd voedsel als oplossing voor het hongerprobleem?' beantwoordt lezer Willy Cornelis enkele kritieken op ggo's. Hij is van mening dat de vooruitstrevende technieken van bio-ecologische landbouw, die ook veel meer aandacht verdienen, een synergie moeten vormen met de voordelen van de ggo.

Antwoorden op de argumenten tegen ggo’s

‘Ggo’s zijn volgens enquêtes niet gewenst door de consument’

Wie weet er eigenlijk wat ggo’s zijn? Hoeveel burgers hebben kennis over wat genetische wijziging is? Bij dergelijke enquêtes is het dan ook de enquêteur die het antwoord bepaalt. “Wil je schadelijke producten eten?” Natuurlijk niet. “Wil je gezonde producten eten?” Natuurlijk wel!

Dat die enquêtes twijfelachtig zijn werd onder andere door een onderzoek uitgevoerd in Europa door de universiteit van Nieuw-Zeeland: de antwoorden op de enquêtes bleken het omgekeerde te zijn van het aankoopgedrag. Weinig respondenten weten wat “genetisch” betekent. Vaak wordt dan nog de g van “gewijzigd” veranderd in “gemanipuleerd”. Dat is dan duidelijk niet erg eerlijk: “Manipuleren” is totaal wat anders. Niemand wil iets ” gemanipuleerd “. Geen gemanipuleerde aardappelen, en ook geen gemanipuleerde mensen. Wie de vraag stelt “Wenst u gemanipuleerde enz.”, zal op die vraag gegarandeerd “Neen” krijgen.

Ik gebruik even het citaat van prof. Geert De Jaeger, in De Morgen van 3 mei: “Men zal er echter niet onderuit kunnen, deze term zal te pas en te onpas gebruikt worden om in de komende jaren ggo’s in diskrediet te brengen. De mens is nu eenmaal makkelijk bang te maken en angst verkoopt. Organisaties en personen die deze term echter wensen te gebruiken, gebruiken moedwillig angstzaaierij en misleiding om hun politieke of ideologische agenda door te drukken.”

‘Ggo-zaden zijn schadelijker dan gewone zaden’

Dat ggo’s schadelijker zouden zijn dan de klassieke zaden kan natuurlijk niet: technisch en natuurkundig is er geen verschil tussen het door lange voortdurende selectie kunstmatig afzonderen van een gen (klassieke veredeling door boer of veredelaar), of het even kunstmatig inbouwen ervan. En gezien we niet lang genoeg leven om te wachten op jarenlange selectie in het veld zijn ggo’s meer dan welkom. Want even herhalen: om een plant resistenter te maken tegen insecten of tegen herbiciden of andere eigenschappen, zoals het bijvoorbeeld het verhogen van het eiwitgehalte in de eenzijdige voeding van rijst, gaat men zoeken in de natuur of men ergens een plant of dikwijls zelfs een bacterie vind die, blijkbaar door evolutie om te overleven in de plaatselijke omgeving, een gen ontwikkeld heeft dat de gewenste eigenschap bezit. Dat gen gaat men trachten over te zetten of inplanten in een gewas dat dit gen (nog) niet heeft.

Het gaat dus duidelijk over 100 procent natuureigen producten. Niets “synthetisch’ en nog minder “gemanipuleerd.” Vliegen worden na een bepaalde tijd resistent tegen elk insecticide? Dit is dus ook het geval voor ggo’s. Daar is niets mis mee. Het is een blijvende innovatie, zoals de eerste radio tegenover de iPod.

‘De risico’s voor de gezondheid zijn onvoldoende onderzocht’

Vorig jaar werden 160 miljoen hectare ggo’s gezaaid. Tienduizenden hectare suikerbieten, een miljoen hectare katoen, insectenresistente rijst, virusresistente rassen in papaja’s, miljoenen hectare resistentie tegen insecten in maïs en nog meer. Een studie in opdracht van de Milieu Werkgroep analyseert de gegevens van het Amerikaanse Ministerie van Landbouw (USDA). Daaruit blijkt dat de gemiddelde Amerikaan per jaar 87 kilogram ggo-voedsel eet. Nog nooit werd één enkel geval bewezen van schadelijkheid. Noch bij mens, noch bij dier, noch in de natuur.

Rapporten om de haverklap. Maar uiteindelijk geen enkel wetenschappelijk bewijs: hetzelfde scenario als bij homeopathie, astrologie, stralingslijnen bij varkens, gsm-masten, de heksenvervolgingen enz. Veel overtuiging maar geen bewijzen. Zou het verband voor de risico’s bij aardappelen, meloenen of bananen al méér onderzocht zijn? Zeker niet. Toch worden er al meer ggo’s gezaaid dan bananen.

Nog volgende denkertjes: ggo-medicijnen, waaronder insuline, de levensreddende suikerregelaar, worden door miljoenen mensen elke gebruikt. Door jong en oud. Het eerste sluitend wetenschappelijk bewezen geval van de minste schade door ggo-insuline aan de gezondheid moet nog gevonden worden. Een onderzoeker of onderzoeksorganisatie die schade voor de gezondheid door consumptie van bijvoorbeeld ggo-maïs kan aantonen zou direct wereldfaam genieten en tevens steenrijk worden aan voordrachten, artikels enz.

Onlangs kwam het onderzoekscentrum van Caen en Rouan naar buiten met een onrustwekkend artikel: “Sporen van ggo’s aangetroffen in diverse organen van ratten”. Natuurlijk vindt men onverteerde hele of stukken zaden in die ratten. Dat is bekend voor de vertering bij ratten én honden. Voeg nu (wat de overnemer van het artikel deed) vóór het woordje ggo’s “schadelijk” toe, en alvast succes verzekerd. Dit onderzoek, dat een geweldige weerklank kreeg is, ondertussen alweer als onjuist naar de prullenmand verwezen. Er is zelfs geen bewijs van zelfs maar een begin van enig neveneffect. Feiten moeten gesteund op wetenschap, niet op emoties. Tussen haakjes: De European Food Safety Authority, toch een bekwaam en neutraal organisme, vond in het gehele bezwarendossier tegen ggo’s geen enkel argument met een schijn van juistheid.

‘Er is nog niet aangetoond dat ggo’s onschadelijk zijn’

Dat is de laatste versie de we lezen. Als we niet kunnen aantonen dat iets schadelijk is moeten we de dan maar aantonen dat het onschadelijk is. Zo kan ik dan ook stellen dat al die producten die bijvoorbeeld gebruikt worden in een auto, verf, plastiek, voeding, landbouw, potloden, cement, het klavier waarmee ik dit schrijf, en wat wij ook al vele jaren eten en gebruiken nooit grondig werden onderzocht op “niet schadelijk”. Zoals de kaas die je, zoals de ggo’s, al massaal vele jaren eet.

Ggo-gewassen verspreiden zich ongecontroleerd in de natuur en zijn niet aangepast. En daardoor vermindert de diversiteit in de natuur.’

Gelukkig dat de diversiteit beperkt is door evolutie in de natuur. Daardoor zijn we onder andere resistent tegen de meest voorkomende virussen, waar geen antibiotica tegen werkt. Dat we op den duur geen ggo-vrije gewassen meer zouden hebben is natuurlijk onzin.

Precies zoals de veredelde soorten. Heb je al eens in de natuur een bloemkool, prei of asperge, patatten, appelen of boontjes enzovoort zien staan, zoals je die in de winkel vindt? Natuurlijk niet. Dit zijn namelijk planten die door voortdurende selectie als dusdanig zijn gewijzigd dat ze niet meer voorkomen in de natuur. Ze zijn evenmin aangepast om als dusdanig in de natuur te overleven. Of iets te veranderen in die natuur. Ze blijven niet omdat ze daar geen nut hebben. Precies zoals bij onze veredelde groenten. Daarom komen we in het bos ook nooit een jonagold-appel tegen of een krop sla langs de wegberm.

De gelaakte ggo’s, zoals de gewijzigde maïs, wordt nu al 15 jaar lang gezaaid. Vorig jaar al op 160 miljoen hectare. Het is bekend dat in ontwikkelingslanden er zeker niet te veel aandacht besteed wordt aan afstand tot andere gewassen enz. En toch: we wachten ook daar nog steeds op de “onvoorziene uitwerkingen op de natuur”. Tegenstanders hebben het over de teloorgang van de “diversiteit” in zaden en planten.

Zaden van bio of ggo zijn even bio. Zelfs voor suiker moest op een bepaald ogenblik op de verpakking vermeld worden dat ze gewonnen was uit suikerbiet uit ggo-zaad. Met verfijnde technieken kan men uit één mensenhaartje het DNA opsporen, maar in suiker is het onmogelijk na te gaan of er ggo-zaad is gebruikt. Er is namelijk geen verschil.

Ik lees in op MO.be (5. 01.13) dat een bijenteler woedend was toen hij vlak bij het aardappelveld in Wetteren een bijenkorven zag. Hij vroeg zelfs aan Prof. Jacobs (univ Gent), de alom gerenommeerde bijenspecialist om een onderzoek te doen op het effect van het stuifmeel op het gedrag van de bijen. En over ggo-gepolueerde honing. Dat Er in die honing ook totaal niets in zit is nogal duidelijk, en wat hebben die bijen aan zaad dat resistent is tegen een of ander onkruid? Dit bewijst, en daarom vermeld ik dit, is dat er meer voorlichting moet zij langs beide kanten. Een verplichte afstand van x meter tussen een ggo en een andere teelt lijkt me ook gewoon onmogelijk en heeft, zoals prof Reheul van de UGent het ook stelde, mijn inziens weinig zin omdat pollen zich heel ver verspreiden, met wind, insecten en wel overal terecht komen
Het is toch duidelijk dat agro-ecologische systemen in perfecte symbiose kunnen en moeten gebruikt worden om de voedselvoorziening te verbeteren.

‘Slechts enkele grote zaadproducerende bedrijven controleren onze voeding’

Er zijn een tiental grote multinationals die het gros van de sproeistoffen controleren. Daarom zijn ze ook zo degelijk voortdurend bijgewerkt. De meeste hebben zich ook bedreven in de ontwikkeling van ggo’s. Alleen de hele grote kunnen de ontwikkeling maar vooral de controle en verantwoordelijkheid opnemen en betalen voor de dure onderzoeken op onder andere schadelijkheid voor gewas en gezondheid.

De praktijk toont onomstotelijk aan dat de concurrentie onder deze bedrijven de prijzen aan de gebruiker drastisch doet dalen dank zij het patentsysteem. Het patent zorgt ervoor dat de duurste producten (denk ook aan geneesmiddelen) kunnen ontdekt en onderzocht worden. En buiten patent (15 tot 20 jaar) dondert de prijs naar beneden doordat kleinere en grote bedrijven in bijvoorbeeld China en vooral India producten kopiëren. Zo kostte glyfosaat aanvankelijk meer dan 30 euro per liter. Nu is dat nog amper drie euro.

Alle grote industrieën zijn gemonopoliseerd. Een kleine ondernemer kan geen serie-auto’s maken. Geen massa’s levensnoodzakele medicamenten, bouwmaterialen, verwerkte voeding, windmolens, pretparken, sproeistoffen, verven, ,machines … een eindeloze lijst. Waarom zou dat nu voor kwaliteitszaaizaden ineens niet goed zijn, ondanks alle voordelen voor iedereen? Gezien productie, onderzoek, prijs, kwaliteit, veiligheid, gezondheid? Waarom mensen nog met een oude fiets laten rijden, terwijl de tegenstanders van ggo’s zelf met een comfortabele auto naar hun werk gaan? Een auto die alleen een megabedrijf kan maken?

Bovendien komen er steeds meer bedrijven met ggo’s. Goed voor de concurrentie waardoor de prijzen dalen en de kwaliteit stijgt. Is men al vergeten dat de meeste revoluties begonnen met die grote bedrijven buiten te gooien om ze daarna, om uit de armoede te komen, terug binnen te halen? En dat bij de opkomst van de eerste auto’s precies hetzelfde werd gezegd. Herinner u de indertijd de betogingen in Brussel, met identische argumenten, tegen de eerste trein?

De constructie ervan kan inderdaad alleen door grote multinationals. Die mastodontbedrijven hebben er wel toe bijgedragen dat onze landbouwers nu tomaten en salade van ongekende kwaliteit en ongekende lage prijs kunnen aanbieden. Niet zo lang geleden besteedde de gewone man soms meer dan 60 % van zijn inkomen aan de voeding. Voedselvergiftiging, salmonella en zelfs moederkoren waren alledaagse doodsoorzaken. Dat is nu wel anders. Willen we terug naar die tijd?

Akkoord, megabedrijven zijn ook zoals de doorsnee gewone mens: egoïstisch en het is nooit genoeg. En inderdaad, in die vele landen waar geen regulerende en vooral controlerende democratie bestaat, en corruptie en uitbuiting op hoog niveau blijft bestaan, zullen ggo’s niet veel verbeteren aan de toestand van de kleine boer. Multinationals zijn zeker niets beter dan wijzelf. Duizenden jaren nam de wereldbevolking niet toe. Tot de multinationals kwamen. Toen was er een logaritmische explosie van voedselproductie en voedseltransformaties. Maar dat kan alleen ten voordele komen van de bevolking waar die bedrijven strak in toom gehouden worden door opeenvolgende wisseling van andere partijen én machthebbers (tegen corruptie). Bij echt democratisch afwisselend gekozen machthebbers. Waar echte volledige wettelijke scheiding van politiek en gerecht. Waar die scheiding er niet is, heerst corruptie en machtsmisbruik. Waar men, zelfs landeigenaars, maar zelfs landen zoals China, gronden van de kleine boer koopt of confisqueert voor massakweek van soja, koffie, bananen en bio-diesel, alleen voor export. Daar helpen ook ggo’s niet.

‘Ggo-techniek maakt boeren afhankelijk van grote bedrijven’

Die “afhankelijkheid” is een illusie: niemand is verplicht om ggo’s te kopen. Iedereen kan zowel zelf zijn zaden blijven vermeerderen of veredelde aankopen. Waarom denken de anti-ggo’s dat boeren dan hun eigen zaad niet meer gaan gebruiken? Wat vrezen ze? Dat die boeren veel goedkoper en efficiënter en gemakkelijker af zullen zijn met de ggo’s ? Dit argument spreekt zichzelf dus tegen.

‘Ggo-gewassen leiden tot resistentie tegen herbicides bij onkruid’

Dat is juist. Maar dat geldt voor alle zaden, ggo, veredeld of gewoon. In de landbouwbladen lees je elk jaar over nieuwe noodzakelijke spuitmiddelen, zowel bij veredelde als bij de ggo’s. Ook kan het gen in kwestie even goed terug inactief worden. Dan moeten we herbeginnen. Dat is ook zo met veredelde zaden.

Afwisselen om resistentie uit te stellen is nuttig. Bij een goede resistentietechniek van boer en fabrikant zijn er veel minder sproeistoffen nodig en meestal veel minder schadelijke dan met gewone zaden. Zo zien we wel tot heden nog weinig resistentie bij tegen insecten beschermde katoen en maïs en rijst. Resistentie kan ook zer vertraagd door een juiste techniek. Zo kan het zaaien van andere variëteiten naast de ggo’s nuttig zijn om resistentie uit te stellen.

Besluit

Ggo’s vervangen absoluut niet de ecologische en verantwoorde landbouwpraktijk. Zij vullen de bestaande duurzame landbouw aan, op een efficiënte manier. De vooruitstrevende technieken van bio-ecologische landbouw, die ook veel meer aandacht verdienen, moeten een synergie vormen met de voordelen van ggo’s. Samen zijn ze sterker dan elk alleen.