“‘Barcelona beeft en overleeft’
Op 17 augustus vond in Barcelona een terreuraanslag plaats. Een jongeman reed met een bestelwagen in op een groep mensen in de befaamde toeristische straat La Rambla. MO*medewerkster Najet Boulafdal woont in Barcelona en belicht haar perspectief over de nasleep van de aanslag.
Het is donderdag 17 uur, ik bereid me voor om te gaan feesten in Gracia, de hipste wijk van Barcelona, wanneer twee vriendinnen plots annuleren.
Er is een aanslag gepleegd op de Rambla. Een bestelwagen is ingereden op een groep wandelaars.
Mijn eerste reactie is ongeloof en ontkenning. Zoiets gebeurt hier niet. Toen de aanslagen in Brussel plaatsvonden, was ik maar half verbaasd, maar hier? Mijn maag draait ervan om.
Ik ben bang, niet voor een aanslag, maar voor de reactie van de inwoners van de stad. Ik zoek mijn toevlucht tot twitter, in de hoop dat deze vreselijke gebeurtenis een wanhoopsdaad is van een Catalaan die het gehad heeft met toeristen. Niet dat het voor de slachtoffers iets uitmaakt, noch voor hun nabestaanden.
Opgesloten in winkels
Lang voor de politiedienst van Barcelona bevestigen dat het om een terreuraanslag gaat, delen twitteraars en internationale (ook Belgische) nieuwsbronnen mee dat het om een zoveelste geval van moslimterrorisme gaat.
Verschillende media beweren zelfs dat er een gijzeling aan de gang is. Dit wordt achteraf ontkend door de politie. Wel verneem ik van vrienden die in de buurt van de aanslag werkten of inkopen deden, dat ze pas ‘s avonds laat de winkels mochten verlaten.
‘Omdat we een open en diverse samenleving zijn, omdat we zo willen zijn en ze ons niet gaan veranderen’
De wijkfeesten van Gracia, het hoogtepunt van de zomer voor de stad, worden die avond afgelast en mijn plan om zelf te gaan kijken wat er gebeurd is op de Rambla valt ook in duigen. De politie vraagt nadrukkelijk weg te blijven. Logisch.
Al gauw slaat de paniek toe, in mijn vriendenkring, op Facebook en in mijn hart. De stad waar ik me sinds dag een thuis en veilig voel, ligt nu onder vuur.
Vanaf dat ogenblik besteed ik iedere seconde aan het vergaren van informatie -echte informatie- en het bespeuren van de eerste tekenen van de onvermijdelijke backlash.
Gelukkig laat burgemeester Ada Colau meteen weten dat haat en racisme geen plaats hebben in Barcelona. De slachtoffers van de aanslag hebben 34 verschillende nationaliteiten.
Zowel Colau, als de organisatoren van de wijkfeesten staan erop een duidelijke en ondubbelzinnige boodschap de wereld in te sturen. ‘Omdat we een open en diverse samenleving zijn, omdat we zo willen zijn en ze (sic!) ons niet gaan veranderen. Wij zijn niet bang.’
#WijZijnNietBang
Ik ben wel bang. Ik vrees ervoor dat willekeurige vreemdelingen mij om verantwoording zullen vragen. Mijn angst is zo groot dat ik een dag lang niet online durf te gaan, ik huiver immers bij de gedachte dat er een officiële reactie zou komen zoals die van de Britse premier. Gelukkig bleef die uit. Zelfs de politie en interventiediensten zijn niet vervallen in stigmatiserend taalgebruik.
Met een naar gevoel in mijn maag verlaat ik mijn laptop om voorraden in te slaan. Er zou immers een “Barcelona shutdown” kunnen komen en ik drink geen kraanwater.
In de supermarkt volg ik een vrouw in hijab, ik wil haar beschermen tegen verbaal of fysiek geweld. Mijn aanwezigheid blijkt onnodig te zijn, de andere winkelgangers zijn net zo voorkomend en gemoedelijk als altijd. De enige die zich vreemd gedraagt, ben ik.
Catalaanse Moslims
Bij andere aanslagen, in Brussel bijvoorbeeld, heb ik er bewust voor gekozen weg te blijven wanneer groepen moslims zich geroepen voelden om zich publiek te distantiëren van de gepleegde feiten. Voor mij is het vanzelfsprekend dat anderhalf miljard moslims zich niet hoeven te verontschuldigen voor de misdaden van hun geloofsgenoten.
‘Door herhaaldelijk te pleiten voor een gezamenlijke en inclusieve aanpak, maken de organisatoren kenbaar dat de verantwoordelijkheid gedeeld moet worden’
Deze keer ben ik erbij. De 153 organisaties, zowel moslims als niet-moslims, verenigen zich op 21 augustus niet alleen om afstand te nemen van aanslag.
In vier talen vragen de organisatoren om met zijn allen, als samenleving, ervoor te zorgen dat jongeren geen verdraaide versie van de islam zouden aanhangen.
Ze pleiten voor sociale insluiting en scanderen vreedzame slogans. De initiatiefnemers roepen iedereen op om zaterdag deel te nemen aan de nationale betoging. Dit ligt bij sommige Catalanen echter wat gevoelig.
Uiteraard zwaaien de deelnemers met de gebruikelijke #nietinmijnnaam-spandoeken en roepen ze dat ze moslims zijn, geen terroristen. Toch hoor ik ook een ander geluid. Door herhaaldelijk te pleiten voor een gezamenlijke en inclusieve aanpak van jongeren die op het verkeerde pad terechtkomen, maken de organisatoren kenbaar dat de verantwoordelijkheid gedeeld moet worden.
Verdachten vermoord
Terwijl ik tussen de menigte sta, ontvang ik het nieuwsbericht dat de politie de hoofdverdachte van de aanslag op de Rambla, de 22-jarige Younes Abouyaaqoub heeft doodgeschoten. In een tweet delen de ordediensten mee dat er in totaal 8 verdachten vermoord zijn en 4 aangehouden.
Vooralsnog geeft de politie weinig informatie vrij over de omstandigheden waarin dat gebeurd is, maar ik vraag me toch af of een kogel de enige oplossing was voor deze acht verdachten. Twee van hen waren nog geen twintig jaar oud.
In het Catalaans roepen de aanwezigen ‘no tinc por’, ik ben niet bang. Intussen hoor ik een gesprek tussen twee Riffijnen, die ervoor gekozen hebben met de trein naar Barcelona te reizen uit schrik tegengehouden te worden door de politie.
Ik ben geboren in Barcelona, als ik opnieuw geboren zou worden, kies ik weer voor deze stad. #WijZijnNietBang
© Najet Boulafdal