Waarom internationale klimaatfinanciering ook in ons belang is
“‘‘België slaagt er niet in een eerlijke bijdrage te leveren aan het klimaatfonds’’
Om de klimaatcrisis aan te pakken is internationale samenwerking nodig, schrijft John Vandaele. Als rijkere landen hun beloften niet houden, wordt dat onmogelijk. ‘Klimaatfinanciering om armere landen te helpen zich tegen klimaatverandering te wapenen, is ook heel erg in ons eigen belang.’
Speak Your Mind // Julian Koschorke (CC BY-NC 2.0)
100 miljard dollar. Zoveel beloofden rijkere landen vanaf 2009 jaarlijks vrij te maken voor een klimaatfonds dat armere landen moet wapenen tegen klimaatverandering. Een belofte die niet is waargemaakt. En ook België schiet hierin schromelijk tekort, schrijft John Vandaele. ‘Het is in ons eigen belang om meer te doen.’
In zijn speech in Glasgow wees Belgisch premier Alexander De Croo er terecht op dat de EU het goede voorbeeld geeft met zijn interne klimaatbeleid. Vanuit die Europese leiderspositie vroeg hij andere landen om meer te doen. Maar, als het gaat om de Belgische bijdrage voor de internationale klimaatfinanciering, schiet ons land land zelf tekort.
Wat houdt die klimaatfinanciering in? In 2009 beloofden een aantal rijkere landen voor het eerst om tegen 2020 ieder jaar 100 miljard dollar ter beschikking te stellen om armere landen bij te staan in hun strijd tegen klimaatverandering. Die belofte werd in 2015 hernieuwd door Australië, België, Canada, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, Luxemburg, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Polen, Zweden, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en de Europese Unie.
Ondertussen blijkt dat die rijkere landen hun belofte niet waarmaakten. Jaar na jaar steeg het vrijgemaakte bedrag maar uit berekeningen van de OESO blijkt dat het in 2019 om 79 miljard dollar ging. Dat is nog steeds 21 miljard dollar minder dan het beloofde bedrag. Ook in 2020 werd de beloofde 100 miljard dollar niet opgehaald.
België was mee debet aan die mislukking. De verschillende overheden droegen in 2020 samen ongeveer 100 miljoen euro bij. Slechts een duizendste van het globale bedrag dat de rijkere landen beloofden samen te brengen.
Een faire bijdrage?
In Glasgow beloofde de federale regering dat ze haar bijdrage in 2021 met 30 miljoen euro zal optrekken. Dat zou de Belgische bijdrage dan in 2021 op 130 miljoen euro brengen, op voorwaarde ook de gewesten dezelfde bijdragen leveren. Opnieuw is dat niet veel meer dan een duizendste van de beloofde 100 miljard dollar.
België’s bijdrage aan internationale klimaatfinanciering staat ver van een eerlijke bijdrage.
Volgens gelijk welke maatstaf blijft België ver onder wat een eerlijke bijdrage aan de klimaatpot zou zijn. Er bestaan nochtans verschillende maatstaven om die eerlijke bijdrage te berekenen.
Zo kan het op basis van het aantal inwoners van een land. Voor België zou dat betekenen dat het ongeveer 1 miljard euro (of 1,1 miljard dollar) zou moeten bijdragen. De rijkere landen samen hebben immers ongeveer 1 miljard inwoners. Met zijn 11,5 miljoen inwoners wil dat zeggen dat België zo’n 1,1 procent zou moeten bijdragen van die 100 miljard dollar.
Maar deze aanpak lijkt problematisch. Een maatstaf op basis van aantal inwoners veronderstelt dat bijvoorbeeld een Bulgaar met een veel lager loon dan een Belg toch evenveel in de klimaatpot moet stoppen. Daarom is een maatstaf die rekening houdt met welvaart beter.
In feite bestaat die al. Want in het Internationaal Muntfonds wordt de macht – zijnde: het stemmenaantal van een land – verdeeld op basis van het economisch gewicht van dat land (vooral op basis van inkomen en handel). België krijgt zo 1,35 procent van de stemmen binnen het IMF.
De rijkere landen die beloften maken voor de jaarlijkse klimaatfinanciering van 100 miljard dollar, vertegenwoordigen 56 procent van de landen met stemrecht binnen het IMF. Als je het stemrecht van België van 1,35 procent binnen die 56 procent verhoudt, komt dat neer op 2,4 procent. Met andere woorden: als de maatstaf voor de macht binnen het IMF zou worden doorgetrokken in de beloofde klimaatfinanciering zou België jaarlijks 2,4 miljard dollar moeten bijdragen.
Er is, tot slot, nog een derde relevante maatstaf: op basis van de historische emissies van een land. Als een van de eerste industriestaten ter wereld scoort het koninkrijk België heel hoog. Volgens cijfers van het Global Carbon Project stootte ons land sinds 1750 12,4 miljard ton CO2 uit.
Dat wil zeggen: per Belg gaat het om meer dan 1000 ton CO2-uitstoot. Alleen de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland scoren hoger. Dat maakt dat België goed is voor 1,3 procent van de historische uitstoot van de rijkere landen. Volgens die maatstaf zou ons land 1,3 miljard dollar of ruim een miljard euro moeten bijdragen.
Klimaatonrechtvaardigheid
Welke maatstaf we ook hanteren, de conclusie blijft dezelfde. De jaarlijkse bijdrage van België blijft ver onder wat we als een eerlijke bijdrage aan de beloofde internationale klimaatfinanciering kunnen beschouwen.
De EU-bijdrage mildert dat beeld, want ook die draagt 25 miljard dollar bij aan de klimaatpot. Omdat België als lidstaat ongeveer 2,5 procent bijdraagt aan het totale Europese budget, zouden we kunnen stellen dat het zo nog eens 625 miljoen euro bijdraagt aan klimaatfinanciering.
Toch zou dat ruim gerekend zijn, want de EU haalt middelen niet alleen van bijdragen van lidstaten. En zelfs dan komt België met een bijdrage van 755 miljoen euro nog niet aan de eerlijke bijdrage die eender welke bovenvermelde maatstaf veronderstelt.
Het is veel cijferwerk, maar het moet ons doen beseffen dat dit klimaatgeld moet dienen om een groot drama te bestrijden. Rijkere landen droegen veel meer bij aan de klimaatcrisis, terwijl de meeste arme landen amper hebben uitgestoten en er meer onder lijden.
Afrikaanse boeren die hun teelt zien mislukken, kunnen niet zomaar naar een warenhuis gaan om voedsel uit een ander continent te kopen.
Afrika droeg als continent slechts 3 procent bij aan de emissies. Toch zijn de effecten van de opwarming er nu al zwaarder en beschikt het continent over veel minder middelen om zich ertegen te beschermen. In vele Afrikaanse landen lijdt de landbouwproductie nu al zwaar door de klimaatcrisis.
Veel boeren leven nog rechtstreeks van wat ze telen en worden op die manier direct in hun bestaanszekerheid geraakt. Zij kunnen niet zomaar naar een warenhuis trekken om voedsel uit een ander continent aan te kopen.
Madagaskar maakt momenteel de eerste “klimaathongersnood” mee. Grote delen van zuidelijk Afrika kreunden de afgelopen jaren onder de droogte. Zo werd Kaapstad de eerste grote stad waar er letterlijk geen water meer uit de kraan kwam. Lagos in Nigeria, met 20 miljoen inwoners de grootste stad van Afrika, ziet de zeespiegel stijgen. Van tijd tot tijd spoelen delen van de stad onder water.
In ons eigen belang
Sommigen wijzen erop dat het Belgische jaarbudget voor ontwikkelingssamenwerking vandaag 1,2 miljard euro bedraagt en het daarom niet realistisch is te verwachten dat België op enkele jaren tijd er nog eens 1 miljard euro bovenop zou leggen voor klimaatfinanciering. Dat is wellicht zo, maar de klimaatcrisis veranderde de wereld en verhoogde de wederzijdse afhankelijkheid drastisch.
Samenwerking wordt moeilijk als rijkere landen zich niet aan hun beloften houden ten opzichte van de slachtoffers van klimaat-onrechtvaardigheid.
Vroeger kon je een hongersnood in de Sahel uit beeld doen verdwijnen door de televisie uit te schakelen. Maar als de regenwouden er door een gebrek aan beleid aan gaan, zullen ook wij kreunen onder een galopperende opwarming. Als grote delen van Afrika onleefbaar worden, zal de huidige migratiedruk een lachertje blijken. Die klimaatfinanciering is dus ook heel erg in ons eigen belang. Dat geld moet uiteraard goed en transparant besteed worden en daartoe moeten we de best mogelijke instrumenten ontwikkelen.
Tot slot nog dit: we kunnen de klimaatcrisis niet aanpakken zonder internationale samenwerking. En die samenwerking wordt moeilijker als rijkere landen zich niet aan hun beloften houden ten opzichte van de slachtoffers van klimaatonrechtvaardigheid. Als die onrechtvaardigheid te schreeuwend wordt, zal ze leiden tot geweld en terreur. Dat moeten we vermijden.