‘De commissie “koloniaal verleden” was de afspraak met onze geschiedenis die we misten’

Opinie

Voor velen was het signaal van de mislukte commissie hetzelfde: "black lives do not matter"

‘De commissie “koloniaal verleden” was de afspraak met onze geschiedenis die we misten’

‘De commissie “koloniaal verleden” was de afspraak met onze geschiedenis die we misten’
‘De commissie “koloniaal verleden” was de afspraak met onze geschiedenis die we misten’

Wat een historisch proces van waarheid en verzoening had kunnen worden ging ten onder aan een potje particratie, schrijft Elien Spillebeen in een terugblik op een dieptepunt van de voorbije legislatuur. 'Er werd gekozen voor een pijnlijke en theatrale dood.'

‘Je kan het blikje voor je uit blijven schoppen, maar daarmee verdwijnt het niet. Er is een generatie die de confrontatie met het verleden wil aangaan. Als je niet luistert naar de mensen van wie de ouders en grootouders onder dat verleden geleden hebben, zal de spanning alleen groter worden. Dan zal de eis alleen harder en luider klinken.’

Zo klonk de waarschuwing van Bonny Ibhawoh, professor Afrikaanse geschiedenis en onafhankelijk mensenrechtenexpert, in 2022 in gesprek met MO*. Met veel interesse en hoop volgde de Amerikaans-Nigeriaanse professor het werk van de bijzondere parlementaire commissie “koloniaal verleden”.

Maar nog voor de commissie het werk afrondde, deelde hij al de metafoor van het blikje. Wanneer eind 2022 de commissie bij de laatste horde struikelde en niet meer wist recht te krabbelen, kreeg dat blikje een harde trap.

De bijzondere kamercommissie werd bij het begin van de legislatuur in het leven geroepen met een pittige en omvangrijke opdracht. Er moest klaarheid geschept worden over ons koloniale verleden en hoe dat een rol speelt bij hedendaags racisme. Zestig jaar na het einde van het koloniale bestuur van België in Congo, Rwanda en Burundi leek het moment aangebroken om ook de politieke confrontatie met zonden uit het verleden aan te gaan.

Politieke ruimte

De commissie was geen plotse ingeving van de kamerleden, maar te danken aan activisten die de politiek wakkerschudden. Dat mogen we niet vergeten.

Want tijdens de verkiezingscampagne van 2019 was dekolonisatie géén agendapunt. Toch laaide het debat op tijdens de bijna 500 dagen durende regeringsonderhandelingen. De aanzet was een gebeurtenis aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. De moord op de Afro-Amerikaanse burger George Floyd riep niet alleen in de VS vragen op over structureel racisme, discriminatie en de historische wortels ervan. Dat deed het ook bij ons.

Voor organisaties die strijden tegen racisme was de strijd niet nieuw. Bamko vzw bijvoorbeeld klaagde na de heropening van het AfricaMuseum in 2018 het gebrek aan een echte breuk met het verleden aan. Maar gevoed door de Black Lives Matterbeweging werd de zichtbaarheid voor hun kritiek en eisen groter.

In datzelfde klimaat schreef Koning Filip een brief aan de Congolese president Felix Tshisekedi. Naar aanleiding van de zestigste verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid betuigde hij zijn spijt voor ‘wonden uit het verleden’. Het federale parlement kon niet achterblijven. Nog voor de regering in oktober 2020 dan toch gevormd werd, besloot de Kamer van volksvertegenwoordigers een bijzondere parlementaire commissie aan ons koloniale verleden te wijden.

Onder druk

Van bij het begin werkte de commissie onder druk. Al bij de eerste stap klonk kritiek. Een eerste team van deskundigen moest worden samengesteld, met als opdracht een voobereidend rapport te schrijven. Diasporaverenigingen, die het thema op de politieke agenda zetten, voelden zich aanvankelijk niet erkend in hun expertise. Rwanda was dan weer kwaad over de aanstelling Laura Uwase als experte. De juriste is ook een van de drijvende krachten achter Jambo vzw, een vereniging die door Rwanda beschuldigd wordt van negationisme.

De uiteindelijke groep deskundigen brachten in een rapport van 681 pagina’s heel wat kennis samen. Tegelijk wees de groep ook op de eigen tekortkomingen, wat betreft tijd en expertise. Het was binnen hun mandaat onmogelijk om alle aspecten van de koloniale geschiedenis en de impact ervan op de samenleving volledig in kaart te brengen. Een terechte bescheidenheid, maar het rapport was toch een belangrijke eerste aanzet, met heel wat aanbevelingen.

Kunsthistorica Anne Wetsi Mpoma sloot haar bijdrage aan het rapport opmerkelijk af, met een citaat van Martin Luther King. ‘Ik ben bijna tot de betreurenswaardige conclusie gekomen dat het grote struikelblok van de zwarte op zijn weg naar vrijheid niet de witte burgerraadsman of de Ku Klux Klanner is, maar de gematigde witte, die meer gehecht is aan “orde” dan aan gerechtigheid.’

Dat citaat herlezen, met de kennis van vandaag, leek het dat ze dit debacle had zien aankomen. Zou een deel van de 17 witte commissieleden het citaat gelezen hebben, zich daarbij afvragend of ze aan die orde zouden durven raken? Spoileralert: het zou uiteindelijk de orde zijn die hen omver blaast, niet omgekeerd.

Schaakmat

Na het rapport volgde een brede bevraging. 27 luistersessies en hoorzittingen leken de nodige rust en ruimte te geven aan het proces. Meer dan 150 personen, organisaties en instellingen namen de tijd om de commissie te woord te staan. Een deel van de commissie bezocht ook Congo, Burundi en Rwanda. Tijdens die werkzaamheden werden de politici nog eens bijgestaan door drie experten in transnationale justitie.

Meer dan twee jaar later lag er een ontwerptekst op tafel met 128 aanbevelingen. Tot dan was het werk binnen de commissie behoorlijk constructief verlopen, vond commissievoorzitter Wouter De Vriendt (Groen). Maar bij de laatste zitting, wanneer over de aanbevelingen zou worden gestemd, liep het mis. Met 128 aanbevelingen leek er nochtans best wat ruimte voor compromis.

Wel of geen excuus in naam van de Kamer bleek het hete hangijzer. ‘De Kamer biedt haar verontschuldigingen aan voor de koloniale overheersing en de uitbuiting, het geweld en de gruweldaden, de individuele en collectieve mensenrechtenschendingen tijdens die periode, en het racisme en de discriminatie die er mee gepaard gingen’, klonk aanbeveling 69.

‘Congocommissie mislukt: geen akkoord en geen excuses’, kopten de kranten in december 2022. En dat kwam toch als verrassing. Hoe had dit kunnen gebeuren?

De constructieve sfeer in de commissie verdween plots toen de partijvoorzitters zich ermee gingen moeien. De Belgische particratie toonde zich van haar lelijkste kant. Als er nog witte gematigden in de zaal zaten, werden ze schaakmat gezet door de bazen van de orde.

Meer dan 150 mensen die tijd vrijmaakten om te getuigen voor de commissie werden gereduceerd tot figuranten van een politiek theater.

De Vriendt verklaart de mislukking als een combinatie van partijpolitiek en externe druk uit het koningshuis. N-VA en Vlaams Belang kantten zich eerder al tegen de excuses. Maar binnen de Vivaldi-meerderheid verzetten de liberale partijen, en in het bijzonder de MR, zich plots ook tegen de verontschuldigingen.

Voor de Franstalige socialisten van de PS waren aanbevelingen zonder excuses dan weer onaanvaardbaar. Er volgde een totale impasse, de liberalen en ook cd&v verlieten de ruimte en ook over de 127 andere aanbevelingen werd niet meer gestemd.

Zo werden ook 60 aanbevelingen over het ontsluiten van archieven, het bevorderen van onderzoek, het verbeteren van de toegang tot informatie aan de slachtoffers niet meer behandeld. Ook 57 andere aanbevelingen over verzoening en herstel bleven op de werktafel liggen, net als 14 voorstellen om racisme en discriminatie structureel aan te pakken.

Black lives do not matter

De meer dan 150 mensen die tijd vrijmaakten om te getuigen voor de commissie werden daarmee gereduceerd tot figuranten van een politiek theater. De vele Congolezen, Burundezen en Rwandezen die hun agenda hadden aangepast voor het bezoek van commissieleden in hun land werden in hun onderbroek gezet.

‘Of die mislukking nu het resultaat was van een banaal politiek probleem of niet, voor zwarte mensen is het signaal hetzelfde: black lives do not matter,’ reageerden zes leden van het eerste team deskundigen in een gezamenlijke scherpe brief.

‘De geest is uit de fles. Het middenveld zal blijven roepen.’

Het had allemaal zo anders kunnen lopen. In het tweede slechtste geval hadden het koningshuis en de partijvoorzitters de commissieleden hun werk kunnen laten doen en hen het proces laten afronden. Dan hadden we geschreven dat dit slechts een eerste stap was en we nu moesten kijken in welke mate die excuses en aanbevelingen geen dode letter zouden blijven.

Toch werd gekozen voor de pijnlijke en theatrale dood. Vanuit de partijtop werd de commissie onthoofd. Het debat over het koloniale verleden is vandaag kennelijk nog zo gepolariseerd dat er politiek stratego mee moet worden gespeeld.

Dit politieke proces lijkt op het eerste zicht meer slecht dan goed gedaan te hebben. Het vertrouwen tussen diaspora-organisaties en de Belgische politiek lijkt toch ernstige schade te hebben opgelopen. Is de politieke weg dan toch niet de juiste weg gebleken?

Commissievoorzitter De Vriendt vindt van niet. ‘Met de commissie bewezen we dat we geen potjes gedekt willen houden.’ De vraag om dit opnieuw op te nemen zal volgens hem niet weggaan. ‘De geest is uit de fles. Het middenveld zal blijven roepen.’

De sporen

De sporen zijn er, de potjes werden geopend. Toch leren we dat er een belangrijke politieke stroming blijft die ze liever gedekt houdt. Ook het eindrapport van de commissie werd nooit officieel gepubliceerd. Dat is toch ongezien.

Drie van de vier rapporteurs van de commissie zouden de publicatie van het rapport tegenhouden, schrijven meer dan 230 ondertekenaars van een open brief. Het document bevat de verslagen van de hoorzittingen, werkbezoeken, voorstellen en politieke debatten en heeft op zijn minst een historische waarde.

Via de Wet van openbaarheid van bestuur kreeg RTBF het eindrapport toch in handen. Zo kan het alsnog de publieke archieven in. Zo zweeft het grote dossier over ons koloniale verleden en de naweeën ervan. Het dossier werd behandeld, maar vervolgens platgewalst. Is het dan allemaal voor niets geweest?

De strijd is niet gestreden, maar de oogst wel mager. Her en der werden wat straatnaamborden aangepast en standbeelden verwijderd of van duiding voorzien. Staatssecretaris Thomas Dermine (PS) zette enkele stappen op vlak van herkomstonderzoek van de federale koloniale collecties, maar ook die weg naar volwaardige restitutie van geroofde objecten en menselijke resten is nog lang.

Van onderuit

Politiek lijkt het draagvlak voor een oprecht proces traag weg te smelten. PVDA en Groen namen het koloniale verleden en hoe ermee om te gaan nog op in hun verkiezingsprogramma. Ook Vooruit zegt kort dat het werk van de commissie moet worden verdergezet, al maakt ze niet duidelijk hoe ze dat precies ziet.

Het dekolonisatieproces is veel meer dan herstelbetalingen alleen.

Cd&v schrijft dan weer: ’In plaats van een negatieve focus op het verleden waar de Congolezen zelf geen vragende partij voor zijn, gaan we voor een positieve focus op de toekomstige samenwerking.’ De andere Vlaamse partijen vinden de commissie noch het thema het vermelden waard.

De stemtest van de VRT wijdde één stelling aan het thema, maar dan wel de meest controversiële. ‘België moet Congo een schadevergoeding betalen voor het onrecht dat in de vroegere Belgische kolonie werd gepleegd’, kregen al meer dan 5 miljoen Vlamingen die de test deden voorgeschoteld.

Nochtans is het dekolonisatieproces veel meer dan herstelbetalingen alleen. Het had niet in de weg moeten staan van excuses, voorstellen om onderzoek te bevorderen, archieven te ontsluiten of slachtoffers te erkennen en hen te steunen in het zoektocht naar de waarheid. Aanbevelingen om de kennis over het koloniale verleden bij de Belgische jeugd en die in de voormalige kolonies te bevorderen, hadden niet mogen blijven liggen. Echt werk maken van restitutie of een oprechte bestrijding van racisme en discriminatie hebben het lot in een niet-gepubliceerd verslag niet verdiend.

De afspraak met de geschiedenis heeft de politiek tijdens deze legislatuur wel degelijk gemist. Maar van onderuit kwam steevast de echte vooruitgang in de dekoloniseringsdebatten. Resultaten zijn zichtbaar in onze taal, musea, straatbeeld, en in veel organisatiestructuren en instellingen.

Het politieke falen is een waarschuwing dat de steun voor die strijd helemaal niet vanzelfsprekend is. Dat de kracht van onderuit zal moeten blijven komen, is tijdens deze legislatuur op historische wijze geïllustreerd.