‘Corona stopt niet bij de grens. Waarom vaccins wel?’

Jean Van Wetter

12 februari 2021
Opinie

Toegang tot vaccinatie in Afrika is meer dan ooit cruciaal

‘Corona stopt niet bij de grens. Waarom vaccins wel?’

‘Corona stopt niet bij de grens. Waarom vaccins wel?’
‘Corona stopt niet bij de grens. Waarom vaccins wel?’

Waarom moeten gezonde mensen in Europa eerder gevaccineerd worden dan kwetsbare mensen in Afrika? Jean Van Wetter, directeur van het Belgisch ontwikkelingsagentschap Enabel, pleit voor echte Europese en wereldwijde coronasolidariteit.

Pierre Holtz / UNICEF / Flickr (CC BY 2.0)

Vrouwen schuiven met hun kind aan voor een poliovaccinatie in Bangui, Centraal-Afrikaanse Republiek (2008). Jean Van Wetter: ‘Als we er niet in slagen gelijke toegang tot vaccinatie op het Afrikaanse continent te waarborgen, dan is de strijd tegen COVID-19 slechts gedeeltelijk gestreden.’

Pierre Holtz / UNICEF / Flickr (CC BY 2.0)

Vorige week is een collega van Enabel in de Democratische Republiek Congo overleden aan COVID-19. Hij was 62 jaar en vader van vier kinderen. Dat nieuws kwam hard binnen bij iedereen in ons team. Het is altijd hartverscheurend om een collega te moeten verliezen, maar dit overlijden maakt ook duidelijk dat de pandemie een realiteit is in de Afrikaanse landen.

Daar worden mensen die we goed kennen, die ons dierbaar zijn en op wie we vertrouwen, evengoed blootgesteld aan het virus als wij. Maar het verschil is dat wij in Europa het vooruitzicht hebben dat iedereen op korte termijn gevaccineerd wordt, terwijl de situatie op het Afrikaanse continent helemaal anders is

Waarom zou ik, een man van 43 in goede gezondheid, moeten ingeënt worden vóór mijn oudere en meer kwetsbare collega’s in Congo?

Tot voor enkele weken waren de meeste Afrikaanse landen min of meer gespaard gebleven van de eerste en tweede coronagolf die we meemaakten in Europa. Nu ziet het er echter naar uit dat Afrika meer en meer getroffen wordt door het virus. Daarom is toegang tot vaccinatie in deze landen meer dan ooit cruciaal.

Vorig jaar hadden we het vaak over internationale solidariteit en het feit dat we net zo sterk zijn als onze zwakste schakel wanneer een pandemie uitbreekt. Maar recente ontwikkelingen in Europa en de rest van de wereld gaan de andere kant op: we zien steeds meer protectionisme. Landen sluiten hun grenzen en staan wantrouwig tegenover de maatregelen van andere landen. Het is ieder voor zich, en dat geldt zowel voor beschermende maatregelen als voor vaccinatiestrategieën.

Ik ben dan ook geschrokken van de recente kritiek die regeringsleiders uitten op de vaccinatiestrategie van de Europese Commissie. De strategie wordt misschien langzamer uitgerold dan in het Verenigd Koninkrijk of Israël, maar dat komt omdat er een collectieve inspanning wordt geleverd om elke EU-lidstaat op hetzelfde moment zijn eerlijke deel van de vaccins te geven. Als ik politici in verschillende EU-landen hoor beweren dat zij beter zelf hadden kunnen onderhandelen met de farmaceutische bedrijven, dan doemt het zwartste scenario op: dat we teruggaan naar een verdeeld Europa.

Je kunt die redenering doortrekken buiten de grenzen van de Europese Unie. Waarom kunnen we er niet voor zorgen dat alle kwetsbare mensen in de wereld gevaccineerd worden?

Waarom zou ik, een man van 43 in goede gezondheid, moeten ingeënt worden vóór mijn oudere en meer kwetsbare collega’s in Congo? Dat is niet logisch in een wereld waar alle mensen verondersteld worden gelijk geboren te zijn. Is het mogelijk om dat onrecht recht te zetten door onze krachten te bundelen en te pleiten voor internationale solidariteit?

Als algemeen directeur van het Belgisch ontwikkelingsagentschap vind ik het niet minder dan mijn plicht om te pleiten voor een algemene vaccinatie in onze partnerlanden. We hebben onze projecten geheroriënteerd om de lokale overheden te helpen vaccinatiestrategieën voor prioritaire groepen te ontwikkelen. We bieden ook ondersteuning om de kwaliteitscontrole van de vaccins te organiseren. We zetten partnerschappen voor technologieoverdracht op zodat de landen hun eigen vaccins kunnen produceren. En we pleiten samen met de Wereldgezondheidsorganisatie, de EU en de VN-agentschappen voor pragmatische oplossingen voor de octrooien.

Het gezondheidspersoneel moet als eerste gevaccineerd worden, omdat deze mensen cruciaal zijn om de vaak zwakke gezondheidssystemen overeind te houden. De gezondheidswerkers spelen ook een belangrijke rol om de rest van de bevolking ervan te overtuigen om zich ook te laten vaccineren. Dat is nodig, want de vaccinatiebereidheid is op dit ogenblik niet bijster groot. In veel Afrikaanse landen is er niet echt een oversterfte merkbaar. De mensen dragen wel mondmaskers en de economie draait op een lager toerental als gevolg van de lockdown, maar voor het overige lijkt de pandemie onder de radar te blijven.

In verschillende landen helpt Enabel de overheid om de kwaliteit van geneesmiddelen te waarborgen. Dat doen we als ondertekenaar van het Belgische handvest voor de kwaliteit van geneesmiddelen in lage- en middeninkomenslanden.

In de DR Congo bijvoorbeeld steunt Enabel al meer dan tien jaar het openbare systeem voor de aankoop van geneesmiddelen. We doen dat in samenwerking met het Congolese ministerie van Volksgezondheid, het Instituut voor Tropische Geneeskunde van Antwerpen en het internationale platform Quamed.

Als we er niet in slagen gelijke toegang tot vaccinatie op het Afrikaanse continent te waarborgen, dan is de strijd tegen COVID-19 slechts gedeeltelijk gestreden.

Een systeem voor kwaliteitszorg zal in de toekomst het screenen en verspreiden van coronavaccins verbeteren. Dat is zeker geen overbodige luxe nu de verkoop van vaccins ‘booming business’ is en er vast namaakvaccins op de markt komen. Deze concrete inspanningen worden versterkt door de gelijktijdige inzet van Enabel, ITM Antwerpen en Quamed op beleidsniveau.

We sensibiliseren de internationale spelers voor de risico’s van namaakvaccins, vooral in landen met zwakke regelgeving rond geneesmiddelen. We hameren ook op de nood aan een multidisciplinaire aanpak op hoog niveau, samen met spelers uit de misdaadpreventie en het strafrecht onder leiding van het VN-bureau voor Drugs en Criminaliteit.

Enabel pleit voor efficiënte vaccinatiecampagnes voor de hele bevolking. Dat omhelst onder meer het verzekeren van voldoende kwaliteitsvolle vaccins en gerelateerd medisch materiaal, opslag en verdeling, en het opzetten van een strategie voor vaccinatie door geschoold personeel. Daarbij moeten risicogroepen en de meest kwetsbaren absolute prioriteit krijgen.

De bewustmaking van de bevolking rond de vaccinatiecampagne is een ander essentieel onderdeel. Ten slotte heeft de corona-epidemie aangetoond dat een sterke coördinatie vanwege de overheid cruciaal is om de bijdrage van alle betrokken spelers in goede banen te leiden. Uiteraard kan zo’n campagne alleen worden uitgerold op uitdrukkelijke vraag van het partnerland.

Als we er niet in slagen gelijke toegang tot vaccinatie op het Afrikaanse continent te waarborgen, dan is de strijd tegen COVID-19 slechts gedeeltelijk gestreden. Dan is het vrijwel zeker dat we nog vaak te maken zullen krijgen met lockdowns en andere beperkende maatregelen. Vaccins moeten nu beschikbaar worden gemaakt, met pragmatische oplossingen voor de octrooien. Er is geen tijd te verliezen.

<!--td {border: 1px solid #ccc;}br {mso-data-placement:same-cell;}--> Jean Van Wetter is algemeen directeur van het Belgisch ontwikkelingsagentschap Enabel.