De 21ste eeuw “ademt” de strijd om een leefbare stad, elke dag

Opinie

De 21ste eeuw “ademt” de strijd om een leefbare stad, elke dag

Een dag als gisteren brengt het allemaal weer in herinnering: de waanzin van de files, het fijn stof, ons onsamenhangende beleid, en het verlangen naar een leefbare stad…

6u57. Hajo Beekman van de VRT-verkeersredactie verblijdt de wereld met de boodschap dat de Rogiertunnel in beide richtingen dicht is. Reden: kleine brand in een technisch lokaal.

Twee uur later: files op alle grote assen naar Brussel, en files tot in de diepste haarvaten van Brussel omdat zovele wagens probeerden om op een alternatieve manier op hun Brusselse bestemming te geraken (zie kaartje).

© TomTom via Bruzz.be© TomTom via Bruzz.be​

En mijn collega zucht: ‘Onze Molenbeekse straten stonden vol.’ En dan knoopt hij er een bedenking aan vast:  ‘Wij komen in de stad wonen, onder andere om ecologische redenen, maar dan willen we wel graag iet of wat gezonde lucht kunnen inademen, een leven met kwaliteit hebben.’

Dat zegt hij in een week nadat bekend raakte dat fijn stof, volgens onderzoek, kan bijdragen tot Alzheimer en het concentratievermogen van kinderen aantast. We wisten natuurlijk al veel langer dat het leidt tot meer hersenbloedingen.

Grote werf

Eigenlijk wordt de strijd om de leefbaarheid van de steden een van de grote werven van de 21ste eeuw. Vraag dat maar in China waar nu een groot deel van de dichtbevolkte Chinese vlakte onder de smog zit. De Chinese Communistische Partij beseft dat die smog niet alleen levensbedreigend is voor de Chinese burgers maar ook voor haar eigen legitimiteit.

De Chinese Communistische Partij beseft dat die smog niet alleen levensbedreigend is voor de burgers maar ook voor haar eigen legitimiteit.

Deze centraal bestuurde staat is er daarom veel aan gelegen om van de opkuis van de steden een topprioriteit en een opportuniteit te maken. Een opportuniteit om de weg te tonen aan de rest van de wereld, en instrumenten aan te reiken voor hoe je dat kan doen.

Europa en België zijn bijzonder goed geplaatst om op dit vlak de weg te tonen aan de rest van de wereld omdat ze hier al ervaring in hebben. En dat doen ze in zekere zin ook, hier en daar. Steden als Gent en Brugge zijn al aangenamer om leven, hebben de auto wat teruggedrongen, al blijft het een strijd.

Want die steden moeten ook commercieel leefbaar blijven – winkeliers moeten er hun brood kunnen verdienen. Als ze moeten concurreren met steden waar je tot in het hart van de stad met auto’s kan rijden, hebben ze het moeilijker. Of erger nog: als ze moeten concurreren met winkelcentra buiten de stad, type Uplace, komt dat soort vooruitziend beleid onder druk.

Josh (CC BY-NC-ND 2.0)Beijing en de smog | Josh (CC BY-NC-ND 2.0)

Vlaanderen kiest niet echt voor gezonde lucht

Het Vlaamse en Belgische beleid wordt, wat dat betreft, gekenmerkt door een grote halfslachtigheid. Hoewel de lucht in onze regio tot de meest vervuilde van Europa behoort, gaan we er niet echt voor. Projecten zoals Uplace -  zes miljoen verplaatsingen per jaar erbij op het drukste verkeerspunt van het land – worden hier nog altijd goedgekeurd.

Sommigen verwachten alle heil van de elektrische wagen. Het probleem van het fijn stof is dan van de baan, heet het.

We besteden ook nog steeds vier miljard euro aan fiscale steun of subsidies voor bedrijfswagens, waarvan een groot deel dieselwagens (die veel meer fijn stof produceren), en dat is twee keer zoveel als de steun voor het openbaar vervoer. Fijn stof wordt bij ons dus massief gesubsidieerd, leg dat maar eens uit aan je tante die verlamd door een hersenbloeding aan haar rolstoel gekluisterd zit.

Sommigen verwachten alle heil van de elektrische wagen. Het probleem van het fijn stof is dan van de baan, heet het. Maar recent onderzoek leert dat de elektrische wagen door zijn grote gewicht meer slijtage op remmen, wegen en banden veroorzaakt, en haast evenveel fijn stof produceert als een dieselwagen. Wel positief is dat de elektrische wagen geen CO2 produceert, tenminste als zijn batterijen met hernieuwbare energie worden geladen.

Hannes De Geest (CC BY-NC-ND 2.0)Brussel en de smog | Hannes De Geest (CC BY-NC-ND 2.0)

Bovendien verandert de elektrische wagen niets aan de fileproblematiek. Verder weten we dat de auto door zijn enorme beslag op de publieke ruimte het samenleven fnuikt. Onderzoek toont aan dat de contacten tussen de mensen in autoloze of autoluwe straten veel sterker zijn. ‘De samenleving staat de wagen in de weg’, schreef columnist George Monbiot daarover onlangs.

Wat zou er moeten gebeuren

Als we daarin echt verandering willen, zullen we veel meer moeten inzetten op structurele ingrepen: een verstandiger ruimtelijke ordening die het leven in de stad aanmoedigt, en een subliem openbaar vervoer. Stap voor stap de vier miljard subsidies voor bedrijfswagens omzetten in de uitbouw van een schitterend  publiek transportnet. Wist u dat de Antwerpenaar gemiddeld tweemaal zoveel wagens heeft als de inwoner van Zurich, toch ook geen arme stad? Dat heeft alles te maken met de uitbouw van een prima openbaar vervoer.

Ikzelf heb al vele jaren geen wagen meer: deelauto’s volstaan me ruimschoots. Een enorme besparing en het plezier van veel meer te bewegen als fietser.

Ikzelf heb al vele jaren geen wagen meer: deelauto’s – onder andere die van mijn lieve buurman – volstaan me ruimschoots. Een enorme besparing en het plezier en de gezondheid van veel meer te bewegen als fietser (behalve dan het fijn stof dat je erbij moet nemen). Fietsstad Gent maakt me het leven ook niet moeilijker: de auto en de autobestuurder zijn al in belangrijke mate ‘gedomesticeerd’, ze gedragen zich hoffelijk en voorzichtiger tegenover fietsers en voetgangers. Een groot contrast met de grote steden in ontwikkelingslanden waar de auto echt wel de “king of the road” is.

Dat brengt ons bij de tweede stap, en die is van geestelijke aard. Er is een grote mentaliteitswijziging nodig. Stap voor stap moeten we beseffen dat de wagen niet meer het grote symbool van vooruitgang is, niet langer de standaard is van nastrevenswaardig gedrag. De fietser en de tram hebben de toekomst als het gaat om de leefbare stad. Maar ook hier is de weg nog lang. Het enorme succes van het autosalon illustreert dat de wagen nog steeds bijzonder veel mensen intrigeert, enthousiasmeert, doet dromen… van erkenning, snel rijden, vrijheid… Het zal nog heel wat files vergen vooraleer mensen de keerzijde echt onder ogen zien. Dat de auto een machine is die vele doden veroorzaakt, verkeersdoden, fijnstof-doden, kankerdoden, een machine die op de duur efficiënte verplaatsingen in de weg staat en een machine die het samenleven in de stad niet bevordert, wel integendeel.

De spiegel van Mädel

Ooit had ik een Zwitserse vriendin. Laat we haar Mädel noemen. Telkens ze uit haar vaderland terugkwam, hield ze ons een spiegel voor. Het contrast tussen de zuivere lucht in haar vaderland en Vlaanderen was zo groot dat ze bij aankomst in Gent meer dan eens verzuchtte: ‘Het stinkt hier. Ruiken jullie dat niet?’  Natuurlijk is mobiliteit belangrijk maar is het ons zoveel waard? Latere generaties zullen niet kunnen begrijpen dat we zo lang wensten te blijven leven in onze vuile Vlaamse lucht, als kikkers in een glas dat langzaam tot koken wordt gebracht.