Helpen media en ngo's een vergeten conflict door humanitaire noden uit te vergroten?
“‘Niet superlatieven nekken Jemen, maar Saoedische bommen van westerse makelij’
‘De ergste hongersnood sinds honderd jaar’. ‘De grootste humanitaire crisis van de moderne tijd.’ De krachtige taal waarmee de vernietigende impact van de oorlog in Jemen wordt beschreven, kon niet realiseren wat de verontwaardiging over de brutale moord op één man wel kon. Hoe moet het verder met Jemen?
Een kind krijgt therapeutische voeding in Jemen
© Unicef
In Stockholm vonden deze week onderhandelingen over een staakt-het-vuren plaats tussen Houthirebellen, vertegenwoordigers van het Jemenitische regime en hun oorlogspartners uit de Golfstaten — Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten op kop. Dat resulteerde onder meer in een cruciaal staakt-het-vuren voor de belangrijke havenstad Hodeidah waar al maanden een zware strijd om controle woedt. In de VS stemde de senaat op 13 december een resolutie om de Amerikaanse steun aan de Golfoperatie in Jemen stop te zetten. Het is de eerste keer in de geschiedenis dat de senaat zich beroept op de zogenaamde War Powers Act uit 1973 om zich terug te trekken uit een buitenlands militair conflict.
Eigenaardig genoeg waren het noch de hongersnood noch de oorlogsmisdaden tegen burgerdoelen die de Amerikanen tot inkeer brachten. De verontwaardiging over de Amerikaanse steun aan Saoedi-Arabië kwam er na de brutale moord op de Saoedische journalist Jamal Khashoggi in Turkije.
Noch de hongersnood noch de oorlogsmisdaden tegen burgerdoelen brachten de Amerikanen tot inkeer. De verontwaardiging over de Amerikaanse steun aan Saoedi-Arabië kwam er na de brutale moord op de Saoedische journalist Khashoggi
Nochtans werd Jemen door de VN en humanitaire hulporganisaties uitgeroepen tot de ergste humanitaire crisis van de moderne tijd, de grootste hongersnood sinds honderd jaar ook. Die uitspraken richtten de schijnwerpers wel op het vergeten conflict maar stopten niet de lucratieve wapenhandel tussen westerse leveranciers en Saoedi-Arabië.
Hoe houd je een onderbelicht conflict in de aandacht? Hoe zet je landen aan tot handelen? Daarover bestaat discussie bij humanitaire hulporganisaties.
De stilte voor de storm
Toen ik in 2009 mijn eerste artikel over Jemen schreef, wist ik het land nauwelijks liggen. Ik schreef over vijf oorlogsronden tussen de Houthi’s en de centrale regering in Sana’a. De titel: De vijf vergeten oorlogen. De inleidende zin: Jemen is een opvallende afwezige in onze Belgische journaals. ‘Vergeten’ en ‘afwezig’. Ik gebruikte de woorden toen al, bij wijze van schuldbekentenis ook.
In 2010 ging ik voor het eerst —en het laatst— naar Jemen. Jemen schurkte tegen de rand van falen maar was tijdelijk min of meer “stabiel”. De honger waarde toen al even rond in de straatarme Golfstaat, een land dat economisch weinig meer te bieden had dan qat en corruptie. Het daaropvolgende jaar brak de Arabische Lente door, die in Jemen in sneltempo ontaardde. De vredige studentenprotesten voor democratische verandering werden platgetrapt door vechtende milities en een nieuwe burgeroorlog.
In de jaren die volgden zetten de Amerikanen hun dronesoorlog tegen Al Qaeda in het hele land verder, de Jemenitische activiste Tawakkol Karman won de Nobelprijs voor de Vrede en liet zich gaandeweg steeds meer incorporeren in een partijpolitiek kluwen. De president werd vervangen en Jemen zonk verder weg in de vergeetput.
En stilte tijdens de storm
Toen een buitenlandse coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië in maart 2015 operatie Decisive Storm startte, werd daar melding van gemaakt en ging men weer over naar de orde van de dag. Ik schreef artikels, in de hoop dat iemand de gruwelen van het conflict zou oppikken. Af en toe deed men dat, kreeg ik drie minuten radiotijd om het over het complexe Jemen te hebben. Tijdens mijn laatste radio-interview kreeg ik – alweer – de vraag waarom ‘de media’ toch zo weinig aandacht hebben voor Jemen. ‘Waar lag dat toch aan?’ Mijn blik sprak geen boekdelen op de radio en ik vervloekte mezelf dat ik mijn woorden had ingeslikt.
Sinds de start van operatie Decisive Storm in 2015, schreef ik artikels, in de hoop dat iemand de gruwelen van het conflict zou oppikken. Met in mijn laatste radio-interview de vraag: waarom ‘de media’ toch zo weinig aandacht hebben voor Jemen?
Toen een cholera-epidemie in Jemen opdook, werden de schijnwerpers naar boven gehaald. Even. Daarna kwam de hongersnood. De humanitaire crisis werd door de VN bestempeld als ‘de ergste in de wereld’. De internationale hulporganisatie Save the Children stelde dat 5,2 miljoen kinderen door ondervoeding in levensgevaar verkeren. Waarop de VN tweette dat Jemen wel eens de ergste hongersnood in honderd jaar zou kunnen worden. De mondiale verontwaardiging groeide bij het zien van schrijnende beelden van uitgehongerde kinderen. Terecht. De schijnwerpers stonden opnieuw op Jemen. Terecht.
Intussen bleven Amerikaanse, Duitse, Franse, Britse, Belgische fabrikanten wapens leveren aan oorlogspartijen Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. De dagen bleven elkaar opvolgen.
Hongersnood? ‘Niet te bewijzen’
Een dikke maand geleden kreeg ik een opmerkelijk persbericht in mijn mailbox. De titel: ‘Jemen: er zijn geen betrouwbare gegevens beschikbaar om een dreigende hongersnood af te kondigen’. De afzender: Artsen zonder Grenzen. ‘Het is onmogelijk voor de humanitaire hulpverleners in Jemen om zich een algemeen beeld te vormen van de ondervoeding in het land’, schreef de ngo. De toegang tot grote delen van het land is beperkt, aldus AZG. Er bestaan geen grootschalige voedingsstudies en informatie is als een gouden ei in dit land: niet te vinden.
Met andere woorden: het is bijzonder moeilijk om feiten en cijfers te verifiëren. De ngo schreef dat teams van AZG die, gezien de omstandigheden, toch sterk aanwezig zijn op het Jemenitische oorlogsterrein, het aantal kinderen met ondervoeding zeker zien toenemen. AZG-hulpverleners zien vooral een algemene verslechtering van de levensomstandigheden van de bevolking. ‘De oorlog beperkt de toegang tot de gezondheidscentra, maakt via bombardementen burgerslachtoffers en gijzelt de economie en de koopkracht. Maar uit de gegevens van de gezondheidscentra die we in deze gebieden ondersteunen, blijkt niet dat er hongersnood is of dreigt.’
Het dilemma: aandacht of puntjes op de “i”
‘En dan?’, reageerde iemand toen ik erover vertelde. ‘Waar maken jij of AZG zich druk over? De vergeten en gebombardeerde Jemenieten staan tenminste eindelijk in de kijker.’ Anders gezegd: maakt het nu uit of je praat over ernstige ondervoeding of over hongersnood?
Ik maakte de vraag over aan Michael Neumann, de directeur van Crash. Crash, een denktank verbonden aan AZG, doet aan kritische zelfreflectie en moedigt debat aan binnen de humanitaire hulpwereld. ‘Het klopt dat deze campagne Jemen opnieuw voor de mondiale cameralens bracht’, beaamt Michael Neumann. ‘We willen zeker niet de focus van het publiek op Jemen ontmoedigen of de ernst van de gevolgen van de oorlog ondermijnen. Die gevolgen zijn zwaar voor de Jemenieten, heel zwaar.’ Het heeft echter geen zin om de feiten nog zwaarder voor te stellen dan ze al zijn, vindt Neuman. ‘We willen de zin voor facts&figures bewaren in een conflict waar propaganda zo’n grote rol speelt. Er is op dit moment geen enkel wetenschappelijk bewijs dat Jemen op een hongersnood afstevent of er middenin zit. Geen.’
‘Het is politiek zinloos om te overdrijven in een conflict waarbij, zoals in elk conflict, de oorlogspropaganda een belangrijke rol speelt’
De Jemenitische oorlog is er een met veel tentakels en veel betrokken buitenlandse spelers. Het is belangrijk, zegt Neumann, dat enerzijds begrippen niet uitgehold worden, en dat anderzijds de complexiteit van een conflict als dat in Jemen niet onder de mat wordt geschoven. ‘De situatie is ernstig genoeg.’ Dit is een oorlog, waarbij Jemenieten het slachtoffer zijn van strijdende partijen die eigenlijk geen moer geven om het voortbestaan van een samenleving. ‘Maar’, zo zegt Neumann, ‘met die partijen moet je wel in zee om te onderhandelen. Het is in die zin politiek zinloos om te overdrijven in een conflict waarbij, zoals in elk conflict, de oorlogspropaganda een belangrijke rol speelt. Bovendien heeft dit een verdovend effect op alle andere crises in de wereld. En geloof me, ook buiten Jemen zijn die ernstig.’
Semantische discussie
Suze van Meegen begon in 2017 voor de Norwegian Refugee Council te werken. Het was een maand nadat de cholera-uitbraak in Jemen officieel als een epidemie werd bestempeld. ‘Het verhaal was vergelijkbaar’, vertelt Van Meegen. ‘Er was melding van 1,3 miljoen dossiers die gelinkt werden aan cholera. Het waren verdachte gevallen, de onderzoeken liepen volop. Maar er werd ook in twijfel getrokken of het nu al dan niet om cholera ging. Men vond het niet kunnen dat elke ernstig zieke Jemeniet met buikloop gelinkt werd aan cholera.’ Van Meegen vindt de discussie over de verschillen vals. Om kort door de bocht te gaan: wie sterft door een ernstige infectie en gebrek van proper water en voedsel, lijkt minder slachtoffer van de oorlog te zijn. Hetzelfde herhaalt zich nu, vindt Van Meegen. ‘Moeten we het ècht hebben over een semantische discussie over hongersnood of geen hongersnood?’
‘Ik kan niet zeggen dat Jemen wordt getroffen door een hongersnood. Maar ik weet wel dat er bewijs is dat mensen sterven van de honger, dat minstens 14 miljoen mensen in 2019 afhankelijk zullen zijn van voedselhulp’
Van Meegen was in het begin verrast door het zogenaamde ‘positieve’ beeld dat ze te zien kreeg in de Jemenitische hoofdstad Sanaa. ‘Maar het duurt een tijdje voor je de vernietiging van het land begrijpt’, zegt ze. De armoede, de achteruitgang, de teloorgang van de economie kunnen zeker in een stad als Sanaa, verborgen zijn.
‘Ik ben niet in de wetenschappelijke positie om te zeggen dat Jemen al dan niet wordt getroffen door een hongersnood. Maar ik weet wel dat er bewijs is dat mensen sterven van de honger, dat minstens 14 miljoen mensen – er wordt ook over 22 miljoen mensen gesproken – in 2019 afhankelijk zullen zijn van voedselhulp, omdat de volledige vernieling van de economie de inkomens van mensen heeft doorgeknipt. Het voedsel is beschikbaar en de winkelrekken liggen bij wijze van spreken vol. Alleen: mensen kunnen niet eten. De oorlogsimpact is enorm. En er zijn de vele ontheemden die in de meest verschrikkelijke omstandigheden leven, verspreid over het hele land.’
Aandacht vasthouden is cruciaal
‘Wat maakt het inderdaad uit?’, is ook de reactie van Van Meegen. ‘We hebben die krachtige taal nodig. De druk op de tweehonderd internationale humanitaire werkers in Jemen is enorm. De fondsen zijn ontoereikend. Het gaat om dingen in perspectief zetten, de urgentie op een begrijpelijke manier aan te tonen.’
Het is van belang, zegt Van Meegen, om de tijdelijke aandacht op Jemen niet te laten verslappen. Humanitaire hulp om de burgers te helpen is zeer urgent, maar blijft symptoombestrijding, aldus NRC en andere humanitaire hulporganisaties. Uiteraard is het nu kwestie om te focussen op een vredesakkoord tussen de strijdende partijen. Daarvoor zijn verschuivingen op geopolitieke toneel nodig. Het is wachten of en wanneer het Amerikaans Huis van Afgevaardigden zich over het besluit rond de stopzetting van betrokkenheid bij de oorlog in Jemen buigt. Maar de enorme tegenkanting van de Amerikanen tegen de steun aan Saoedi-Arabië, zelfs bij republikeinse senatoren, zou alvast kunnen helpen om de Amerikaanse president Donald Trump en zijn vrienden in Riad sneller tot inkeer te brengen.