De coronapandemie en de irrelevantie van de sdg’s

Remco van de Pas

28 april 2020
Opinie

Tijd voor een nieuwe schuldenverlichting

De coronapandemie en de irrelevantie van de sdg’s

De coronapandemie en de irrelevantie van de sdg’s
De coronapandemie en de irrelevantie van de sdg’s

Uit de aanpak van de COVID-19-pandemie blijken duidelijk de futiliteit van de sdg’s, dat zijn de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN, en limieten van de Wereldgezondheidsorganisatie, zo stelt arts en onderzoeker Remco van de Pas. Hij fileert het mondiale gezondheidsbeleid en pleit voor een nieuwe schuldenverlichting.

JCDecaux Creative Solutions / Flickr (CC BY-NC-ND 2.0)

JCDecaux Creative Solutions / Flickr (CC BY-NC-ND 2.0)

Uit de aanpak van de coronapandemie blijken duidelijk de futiliteit van de sdg’s, dat zijn de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN, en limieten van de Wereldgezondheidsorganisatie, zo stelt arts en onderzoeker Remco van de Pas. Hij fileert het mondiale gezondheidsbeleid en pleit voor een nieuwe schuldenverlichting.

We zijn in een nieuwe wereld beland. Experten in mondiale gezondheid waren niet verrast door de pandemische uitbraak van een besmettelijke ziekteverwekker. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) had al meer dan tien jaar scenario”s en rampenplannen voorbereid, zij het dan wel voor een een griepvirus en niet voor de huidige corona-epidemie.

Wél nieuw is hoe landen terugvallen op hun eigen economische en veiligheidsbelangen, ten koste van multilaterale samenwerking. Een groot deel van de wereldbevolking is in lockdown of onder reisbeperkingen. Dit is ongezien in de menselijke geschiedenis.

SDG’s: verdacht afwezig

De verklaring van de buitengewone G20-top van maart 2020 leest als een uitgebreid noodplan om de stabiliteit, economie en volksgezondheid te herstellen. Het moet voorkomen dat economieën in lage-inkomenlanden, waar men een ‘derde golf’ van COVID-19 verwacht, het sterkst getroffen worden.

Meer dan tachtig lage- en middeninkomenslanden vroegen al hulp aan het Internationaal Monetair Fonds (IMF) om te kunnen omgaan met de economische impact van de crisis. De uiteindelijke gevolgen voor gezondheidssystemen zullen nog veel heviger en langer zijn dan dat van de virale ziekte zelf.

Sdg’s zijn niet gemaakt voor humanitaire noodsituaties. Toch zouden ze landen moeten helpen om zulke problemen te verzachten en om zich aan te passen.

Verwijzingen naar de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (sdg’s) blijven verdacht afwezig in al deze noodplannen. Sdg’s bieden blijkbaar geen relevant beleidskader in deze globale crisis. Toen ik de Verenigde Naties in New York bezocht in september 2019, werd het me al duidelijk dat de sdg’s niet echt van belang zijn bij de aanpak van die andere globale crisis die op ons af komt, namelijk de klimaatramp.

Net zoals Jan Orbie schreef dat sdg’s niet bijdragen tot rechtvaardigheid in handelsrelaties, kan ik stellen dat sdg’s evenmin rechtvaardigheid in gezondheid verbeteren of dat ze ons nu helpen in de aanpak van een pandemie.

Te weinig geïnvesteerd in gezondheid

Uiteraard zijn de sdg’s niet gemaakt zijn voor humanitaire noodsituaties. Toch zouden ze landen moeten helpen om zulke problemen te verzachten en om zich aan te passen. Zo wil sdg 3.9.d ‘de capaciteit van alle landen versterken, in het bijzonder die van de ontwikkelingslanden, met betrekking tot systemen voor vroegtijdige waarschuwing, risicovermindering en het beheer van nationale en globale gezondheidsrisico’s.’

In de meeste landen ontbreekt de fundamentele gezondheidscapaciteit die cruciaal is om een epidemie aan te pakken.

Deze subdoelstelling werd relatief laat in het SDG-kader opgenomen en weerspiegelt daarmee de flauwe reactie van de internationale gemeenschap op de Ebola epidemie in West Afrika in 2014-2015. In die context pleitten Ilona Kickbusch en haar collega’s voor een specifieke ontwikkelingsdoelstelling 18 over mondiale gezondheidsveiligheid om de toekomstige risico’s van crisissen in volksgezondheid het hoofd te bieden.

Er zijn steeds meer uitbraken van zoönoses en andere door vectoren overgebrachte ziektes, zoals zika en dengue. En tegelijk dreigt de resistentie tegen antibiotica toe te nemen. Maar toch hebben we veel te weinig geïnvesteerd in internationale capaciteit om deze dreigingen te voorkomen en aan te pakken. Volgens de Global Health Security Index, die een alomvattende evaluatie en benchmarking maakt van de gezondheidsveiligheid in 195 landen, ontbreekt in de meeste landen de fundamentele gezondheidscapaciteit die cruciaal is om een epidemie aan te pakken.

Het gaat dan vooral over lage- en middeninkomenslanden, waar de budgetten en human resources om te investeren in essentiële volksgezondheidssystemen beperkt zijn. Laat staan dat ze bredere sociale bescherming zoals universele gezondheidsdekking (Universal Health Coverage, UHC) kunnen uitbouwen.

De WHO, de FIFA en Bill Gates

Het multi-stakeholder en _partnership_mantra van sdg 17 is jammer genoeg, maar niet verrassend, volledig overgenomen door de global health community. Ideeën over blended en “innovatieve” financiering vonden intussen algemeen ingang in het discours. Zelfs de gespecialiseerde VN-instelling voor gezondheid, de WHO, ziet zich nu genoodzaakt om een investment case te maken om haar leden te overtuigen van financiering.

De sdg-logica dat investeren in gezondheid cruciaal is voor inclusieve economische groei is diep doorgedrongen in haar dertiende Algemene Werkprogramma. Tegelijk ondermijnen de rijke lidstaten, waaronder de EU-landen, de WHO door vooral gebonden financiering te voorzien. Die gebonden hulp moet in eerste instantie hun binnenlandse belangen dienen, in plaats van bij te dragen tot mondiale publieke goederen zoals internationale richtlijnen en capaciteit om noodtoestanden in volksgezondheid te detecteren en aan te pakken.

Daarom vond de WHO zich genoodzaakt om partnerschappen af te sluiten met de FIFA en het Wereld Economisch Forum, en ze is voor een aanzienlijke deel van haar projectbudget afhankelijk van donaties van de Gates, Bloomberg en de Rockefeller Foundations.

In February lanceerden de WHO en haar partners een COVID-19 Solidarity Response Fund, deels omdat haar noodfonds dat gespijsd wordt door de lidstaten nog maar de helft ontvangen heeft van wat nodig is voor de aanpak van COVID-19. Het Strategic Preparedness and Response Plan van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) vroeg een totaal van 675 miljoen dollar voor de strijd tegen de coronapandemie.

De WHO-lidstaten hebben de financiering van mondiale gezondheid tot op zekere hoogte overgelaten aan de celebrities en miljardairs van deze wereld.

Het solidariteitsfonds daarentegen is een liefdadigheidsfonds dat gedreven door de partners en beheerd door de VN Stichting en de Swiss Philantropy Foundation, die fiscaal aftrekbare giften mogelijk maken via Facebook fundraiser en Google Donate. Het solidariteitsfonds haalde intussen meer dan honderdvijftig miljoen dollar op.

Dr Tedros, de directeur-generaal van de WHO, bedankte TikTok en GSK, het farmaceutisch bedrijf, voor hun ‘genereuze bijdrage van tien miljoen dollar’. Hij spoorde zijn ‘dierbare broer Gianni Infantino, Voorzitter van de FIFA’, aan om ‘de boodschap te verspreiden om het coronavirus te bestrijden’.

Dit zou grappig zijn, als het niet zo’n affront was voor alle mensen uit lage- en hoge inkomenlanden die nu met de epidemie geconfronteerd worden terwijl hun sociale zekerheids- en gezondheidssystemen, sinds de financiële crisis van tien jaar geleden, in een keurslijf van structurele aanpassing en bezuiniging gestopt werden.

Met andere woorden, de enorme inspanningen inzake volksgezondheid, een publiek goed, die de WHO en andere multilaterale instellingen moeten ondernemen om de COVID-19 pandemie te bestrijden, hangen nu deels af van de willekeur van liefdadigheidsinstellingen en van een speculatief verzekeringssysteem. De WHO-lidstaten hebben de financiering van mondiale gezondheid tot op zekere hoogte overgelaten aan de celebrities en miljardairs van deze wereld.

Een lege doos

Daarenboven komt veel kritiek op de Pandemic Emergency Financing (PEF) verzekeringswaarborgen ten waarde van vijfhonderd miljoen dollar die de Wereldbank uitvaardigde in 2017. De criteria voor uitbetaling zijn waanzinnig ingewikkeld, en de voorwaarden voor de waarborgen met hoge rente zijn op maat geschreven van private investeerders. Uitbetalingen voor de slachtoffers gaan wellicht te laat komen.

De WHO zelf berekende dat er bijkomende gezondheidsuitgaven van jaarlijks 274 miljard dollar tot aan 2030 nodig zijn voor de SDG3 gezondheidsdoelstellingen. Universal Health Coverage blijft de overkoepelende SDG doelstelling van de WHO. Twaalf multilaterale organisaties maakten een sdg3 Globaal Actieplan (GAP) om diverse initiatieven van de ondertekenaars op elkaar af te stemmen. In september 2019 werd dit Actieplan op de Algemene Vergadering van de VN) gelanceerd, met veel toeters en bellen en met hooggeplaatste aanwezigen.

Maar de sdg3 GAP blijft een lege doos, met nauwelijks financiering. De vier bestuurlijke principes, namelijk Assessing, Aligning, Accelerating and Accounting, blijven vaag en verdoezelen de werkelijke politieke economie van samenwerking inzake mondiale gezondheid.

De COVID-19 pandemie werkt als een vergrootglas op onrechtvaardigheden en allerlei achterstellingen op gezondheidsvlak.

Dankzij de sterke focus op binnenlandse financiering en blended finance met internationale investeerders, stelden WHO economen dat het aantal landen dat blijvende ontwikkelingshulp vanuit donorlanden nodig zou hebben voor haar gezondheidspersoneel waarschijnlijk beperkt zal blijven tot twintig à dertig of zelfs minder. Gezien de huidige economische malaise is het echter ondenkbaar dat 67 lage-inkomenslanden tegen 2030 voldoende beleidsruimte zouden hebben voor een basiscapaciteit inzake mondiale gezondheid en veiligheid – laat staan dat ze essentiële gezondheidszorg en sociale bescherming kunnen uitbouwen.

Neoliberale ideologie

Anderen hebben in detail uitgewerkt hoe de sdg’s falen in de effectieve aanpak van belastingontwijking, hoe de sdg’s er niet in slagen om onrechtvaardigheden inzake handel aan te pakken, en hoe ze evenmin een impact hebben op de snel groeiende schuldenlast van landen (ook hoge inkomenslanden uit de eurozone). Deze zaken zullen een enorme impact hebben op de determinanten van gezondheid en toegang tot allerlei publieke diensten.

De COVID-19 pandemie verdiept en versterkt bestaande tendenzen. Ze werkt als een vergrootglas op onrechtvaardigheden en allerlei achterstellingen op gezondheidsvlak. En voor de duidelijkheid, dit is geen probleem van enkel ‘ontwikkelingslanden’. Het is een universele kwestie.

Het noopt ook tot een ethisch debat over de solidariteit en de werking van de EU, zoals klaarhelder blijkt uit de neoliberale ideologie (het Europees semester en aanpassingsbeleid) die Italië dwong om haar lokale gezondheidseenheden te ontmantelen (van 642 in de jaren 1980 tot 101 in 2017) en om 175 ziekenhuizen te sluiten.

Tijd voor een nieuwe Jubilee Campagne

In 2015 smaakte de sdg over gezondheid al naar oude wijn. In 2020 heeft het meer weg van azijn. We moeten nieuwe wijngaarden uitbouwen en druiven laten rijpen tot een rijkere wijn. Daartoe moeten gezondheidssystemen en -actoren deel gaan uitmaken van een nieuw, ingebeeld sociaal en ecologisch contract, zoals voorgesteld door Kate Raworth’s donut economie en door de degrowth principes.

We moeten de azijn wegspoelen en weer orde op zaken stellen. Dit begint met een schuldmoratorium voor lage-inkomenlanden. Laat ons opnieuw een Jubilee Campagne oprichten voor schuldverlichting, zoals in het jaar 2000. Toen was dit mogelijk, deels door de impact van de aids pandemie op de armste landen. In 2020 kan de COVID-19 pandemie misschien het kantelmoment zijn voor een nieuwe Jubilee Campagne?

Remco van de Pas is arts. Hij is als onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde (Antwerpen) en als externe onderzoeker aan het Instituut Clingendael (Den Haag). Hij geeft les over global health aan de Universiteit Maastricht.

Lees de Engelstalige versie op de website van Ghent Centre for Global Studies