Jan Brusselaers (VITO)
De strijd tegen klimaatverandering moet toekomstperspectief en kansen bieden
“‘De coronacrisis is níet goed voor het klimaat’
Minder broeikasgassen in China, minder files, schonere lucht. Vaart het klimaat wel bij de coronacrisis? Nee, meent milieu-econoom Jan Brusselaers van VITO. ‘Dit is het resultaat van een economische crisis, niet van een weloverwogen transitie naar een duurzame economie. En wie gaat na deze crisis nogmaals bereid zijn om ook de klimaatcrisis het hoofd te bieden?’
'De daling van de uitstoot van broeikasgassen is het resultaat van een economische crisis, niet van een weloverwogen transitie naar een duurzame economie.'
John Englart (CC BY-SA 2.0)
Jan Brusselaers
is milieu-econoom bij VITO, het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek. Hij kreeg in 2018 een Green Talents-award van de Duitse overheid voor zijn onderzoek naar alternatieve economische systemen.
Her en der lees je dat het klimaat wel vaart bij de coronacrisis, maar niets is minder waar. Enig enthousiasme is misplaatst, vindt milieu-econoom Jan Brusselaers. ‘De coronacrisis brengt veel menselijke en economische ellende met zich mee. Wie zal na afloop van deze crisis bereid zijn om ook nog eens de klimaatcrisis het hoofd te bieden?’
De coronacrisis zorgt voor een sterke terugval van de economische activiteit in Vlaanderen, en dus ook een daling van de uitstoot van broeikasgassen. Her en der lees je dat het klimaat wel vaart bij deze crisis.
Niets is minder waar. De coronacrisis wordt ervaren als een oorlogssituatie, die een bedreiging vormt voor onze samenleving. Zo'n angstige gevoelens moeten ons nu net niet leiden in de strijd tegen dat andere gevaar, de klimaatverandering. Een vijandsbeeld is nog gepast in de strijd tegen een dodelijk virus, maar de strijd tegen klimaatverandering heeft nood aan toekomstperspectief en een positief verhaal dat voordelen biedt voor iedereen.
Bovendien belemmert de coronacrisis de transitie naar een duurzame economie op lange termijn.
De uitstoot van broeikasgassen daalt, het energieverbruik ook, en de files zijn zo goed als verdwenen.
De coronacrisis heeft wel een positieve impact op het klimaat op korte termijn. In China werd bij de metingen al vastgesteld dat de uitstoot van broeikasgassen daalt, en ook in Vlaanderen kunnen we een vergelijkbaar effect verwachten. Want elke dag lezen we over Vlaamse sectoren en bedrijven die de deuren moeten sluiten, waardoor hun uitstoot van broeikasgassen stilvalt.
Soms worden deze sluitingen opgelegd door de overheid, voor niet-essentiële winkels bijvoorbeeld. Soms sluiten bedrijven zelf de deuren omdat ze niet over voldoende personeel en materiaal beschikken om de productie te waarborgen, zoals deze maandag nog bij Picanol.
Ook het energieverbruik daalt drastisch in Vlaanderen, met 10 tot 15 procent. Dit is vergelijkbaar met de daling die we normaal zien tijdens het weekend.
En staat er ten slotte nog iemand in de file? Ook deze zijn zo goed als verdwenen door het massale thuiswerken, online lesgeven en de verminderde economische activiteit. Op maandag 16 maart was het resultaat van de filebarometer ronduit spectaculair: die dag observeerde men de rustigste ochtendspits in maar liefst dertig jaar tijd.
Dat de uitstoot van broeikasgassen sterk daalt in tijden van crisis, moet ook niet verbazen. We weten al langer dat economische activiteiten (en groei) de meest belangrijke determinerende factor zijn voor de uitstoot van broeikasgassen.
Technologische vooruitgang zorgde in het verleden al voor een efficiënter energieverbruik, maar economische groei zorgde er steeds voor dat deze efficiëntiewinsten grotendeels teniet werden gedaan. Echt opvallende uitstootdalingen vonden enkel plaats wanneer ook de economische activiteiten terugvielen, bijvoorbeeld in 2008 tijdens de financiële crisis.
De coronacrisis bedreigt op lange termijn de transitie naar een duurzame economie.
Biedt ook deze coronacrisis dan enkel voordelen voor het klimaat? Neen. Meer zelfs, wijzen op de positieve impact van de coronacrisis op het klimaat is gevaarlijk.
De coronacrisis brengt veel menselijke en economische ellende met zich mee. Wie gaat na afloop van deze crisis nogmaals bereid zijn om die ellende te verdragen om ook de klimaatcrisis het hoofd te bieden?
Cruciale en vervuilende sectoren
De coronacrisis bedreigt bovendien op lange termijn de transitie naar een duurzame economie. De daling van de uitstoot van broeikasgassen is immers het resultaat van een economische crisis en niet van een weloverwogen transitie naar een duurzame economie. Zo wordt bij het sluiten van bedrijven en sectoren – terecht – uitsluitend rekening gehouden met de gezondheid van de bevolking.
Cru gesteld: voeding, water en energie hebben we nodig om te overleven, de rest is even minder belangrijk. De bedrijven die hierdoor (hopelijk tijdelijk) hun deuren sluiten zijn hierdoor niet noodzakelijk de meest vervuilende bedrijven. Anderzijds stoten de essentiële sectoren (energie, voeding en landbouw) vaak wel erg grote hoeveelheden broeikasgassen uit.
Vanuit klimaatoverwegingen willen we op lange termijn net een daling van de uitstoot in deze vervuilende sectoren realiseren. Maar door de coronacrisis hebben we even geen tijd voor dit soort duurzaamheidsoverwegingen en blijven deze sectoren verder ploeteren. De economische impact die we tijdens de coronacrisis ervaren staat dus loodrecht tegenover de doelstellingen van een transitie naar een meer duurzame economie.
Consumptie aanzwengelen
Burgers, bedrijven en overheid willen immers zo snel mogelijk terugkeren naar business as usual en consumptie opkrikken.
Maar ook na afloop van de pandemie is er een risico dat de coronacrisis een blijvende negatieve impact heeft op de klimaatverandering. Burgers, bedrijven en overheid willen immers zo snel mogelijk terugkeren naar business as usual. Overbruggingskredieten, uitstel van betaling, de overheid die energiefacturen betaalt: al deze maatregelen hebben als doel om het consumptieniveau terug op te krikken.
In de VS overweegt president Trump zelfs ‘helikoptergeld’, wat zou inhouden dat elke Amerikaan een cheque van enkele duizenden dollars mag gaan uitgeven om de economie aan te zwengelen.
Onder druk van de coronacrisis wordt op deze manier wel vergeten dat de ecologische voetafdruk van de geïndustrialiseerde wereld eigenlijk te groot is, en dat een deel van ons consumptiepatroon niet normaal is. Denk aan vrijgezellenweekends met het vliegtuig, of verpakkingen van wegwerpplastic in plaats van herbruikbaar plastic. De economie moet terug aangezwengeld worden, maar we mogen de absurditeit van sommige van onze vroegere consumptiebeslissingen niet negeren.
Het stimuleren van consumptie door bijvoorbeeld gratis helikoptergeld uit te delen lijkt dus niet zo’n duurzaam idee. Een oplossing kan zijn om deze consumptie voorwaarden op te leggen.
Bovendien dreigt de slinger van het energieverbruik tijdens een eventuele economische heropflakkering opnieuw door te slaan naar fossiele brandstoffen. Dit is een gevolg van de uitzonderlijk lage fossiele brandstofprijzen, die de meer duurzame energievormen terug in het verdomhoekje duwen.
De juiste strijd tegen de klimaatverandering
Het coronavirus bedreigt net als de klimaatverandering onze huidige samenleving. Maar de strijd tegende klimaatverandering mag geen verhaal worden van immense opofferingen die we met z’n allen moeten ondergaan om onze huidige manier van samenleven te beschermen.
De strijd tegen klimaatverandering moet integendeel toekomstperspectief en kansen bieden voor bedrijven en burgers. Dit wil niet zeggen dat een transitie naar een duurzame economie niet drastisch moet zijn. Op een aarde met beperkte mogelijkheden moeten we onze ongebreidelde economische groei en een deel van ons consumptiepatroon in vraag stellen. We moeten minder energie en materialen gaan gebruiken, bijvoorbeeld in een circulaire economie.
We mogen hierbij niet blind zijn voor het feit dat de heersende economische wetmatigheden geen rekening houden met klimaat of milieu.
Een eerste poging om ecologische overwegingen in de economische logica te introduceren kan een CO2-taks zijn. Deze taks plakt een economische kost op negatieve milieueffecten. Hij kan ertoe leiden dat Vlaanderen meer gaat inzetten op alternatieven, (bijvoorbeeld met de trein op vrijgezellenweekend gaan in plaats van met het vliegtuig) of technologische vooruitgang (om bijvoorbeeld energie-efficiënter te worden).
Zo verdwijnen mogelijk enkele uitwassen van ons economische systeem wanneer het, hopelijk vroeg dan later, weer beter gaat.