‘De klimaatcrisis is meer dan ooit een politieke keuze’

Aaron Van Poecke

14 januari 2025
Opinie

‘De klimaatcrisis is meer dan ooit een politieke keuze’

Ze interesseert ons nauwelijks, de meest uitdagend existentiële crisis van onze tijd: de klimaatverandering. Dat stelt milieuwetenschapper Aaron Van Poecke ongerust vast. Politici ontwijken het onderwerp vakkundig omdat het noodzakelijke beleid niet past binnen het keurslijf van onze aan groei verslaafde economie. Hij roept op om de urgentie van de klimaatcrisis écht te erkennen en er doortastend naar te handelen.

Terwijl er in Valencia nog volop modder wordt geruimd, worden grote delen van Californië op dit moment verwoest door zware bosbranden, waarbij er in Los Angeles al duizenden huizen in rook zijn opgegaan. Een paar maanden eerder overleden al duizenden mensen door ongeziene hittegolven in Zuidoost-Azië, een fenomeen dat ook nog eens de voedselvoorziening in de regio bedreigt.

De rapporten van het VN-Klimaatpanel worden met de jaren alarmerender, terwijl hun politieke impact paradoxaal genoeg lijkt af te nemen.

De klimaatverandering laat steeds vaker en heviger de etterbuilen van decennialang non-beleid openbarsten, en intussen dwalen we steeds verder af van de relatief veilige 1,5 graad Celsius opwarming zoals vooropgesteld in 2015 op de Klimaattop in Parijs. Een structurele grens die we afgelopen jaar wereldwijd voor het eerst overschreden hebben, terwijl doortastend politiek beleid verder weg lijkt dan ooit.

De cijfers spreken voor zich

De rapporten van het VN-Klimaatpanel (IPCC, Intergovernmental Panel on Climate Change), wereldwijd de meest toonaangevende en wetenschappelijk onderbouwde analyses inzake klimaatverandering, worden met de jaren alarmerender, terwijl hun politieke impact paradoxaal genoeg lijkt af te nemen.

Projecties gebaseerd op het mondiale klimaatbeleid, of vooral op het gebrek daaraan, voorspellen een globale opwarming met 2,7 graden Celsius tegen 2070. Dat zou betekenen dat twee miljard mensen wereldwijd blootgesteld worden aan extreme hitte, met 80 dagen boven de 40 graden Celsius. 99,7 % van die mensen woont in het Globale Zuiden.

Daarbij komt nog dat de Verenigde Naties intussen rekenen op 1,4 miljard klimaatvluchtelingen tegen 2060, dat is ongeveer drie keer zoveel als het huidig aantal inwoners van de Europese Unie. Het is maar de vraag wie deze mensen zal opvangen.

Immense regio’s, zoals grote stukken van Sub-Sahara Afrika, zullen grotendeels onleefbaar worden. Deze wrede ongelijkheid zal elk jaar grotere proporties aannemen en wordt alleen maar frappanter wanneer we ons realiseren dat het Globale Noorden verantwoordelijk is voor 92% van de historische CO2 uitstoot zoals uitgerekend door Jason Hickel, professor aan de autonome universiteit van Barcelona, in 2020. West-Europa stootte al tussen de drie en tien keer meer CO2 uit dan wat een eerlijk aandeel in de wereldwijde uitstoot zou zijn, bij de Verenigde Staten is dat zelfs meer dan tien keer zoveel.

Struisvogelpolitiek

Zwaaien met deze cijfers buiten de veilige, academische haven van de klimaatwetenschap levert meestal een repliek doordrenkt van bijtend cynisme op. We houden vast aan het idee dat de klimaatcrisis een ver-van-mijn-bedshow is, zelfs wanneer ze met de overstromingen in Pepinster en Valencia akelig dichtbij komt.

Laat ons als goede voorouder onze verantwoordelijkheid nemen en onze kop uit het zand halen.

De meest uitdagende existentiële crisis van onze tijd interesseert ons nauwelijks. Een houding die schijnbaar ook tot bij de klassieke media is doorgedrongen: journalist Eric Goens had in Het Conclaaf een weekend lang een resem Vlaamse toppolitici voor zijn neus en schotelde zijn gasten geen enkele vraag over de klimaatcrisis voor. Een journalistieke keuze in schril contrast met de steeds alarmerender signalen van de experts in het veld, zoals bijvoorbeeld de beklijvende noodkreet van klimaatwetenschapper Valérie Trouet in De Morgen.

Een politieke keuze

Het topic 'klimaat' wordt vakkundig ontweken door politici, omdat het noodzakelijk doortastende beleid niet past binnen het keurslijf van onze aan groei verslaafde economie. Ondertussen dwepen beleidsmakers met termen als 'groene groei' en plaatsen ze een bijna religieus vertrouwen in technologische vooruitgang.

Er zijn twee fundamentele probleem met die wereldwijd dominante, ecomodernistische visie.

Ten eerste schuift ze de verantwoordelijkheid gemakshalve door naar de wetenschap, door bijvoorbeeld onrealistisch veel vertrouwen in twijfelachtige technologieën zoals CO2-afvang en -opslag te stellen. Maar de wetenschap heeft de eigenlijke oplossing al decennia geleden op tafel gelegd: de CO2-uitstoot moet drastisch en onmiddellijk worden teruggedrongen.

Ter vergelijking: in de jaren ’80 waarschuwden wetenschappers voor de vernietigende impact van chloorfluorkoolwaterstoffen op onze ozonlaag en door het uitfaseren van die stoffen zijn we nu, veertig jaar verder, goed op weg om het gat in de ozonlaag volledig te dichten. Een gelijkaardige, doortastende aanpak is nodig om de CO2-uitstoot te reduceren.

Ten tweede gaan ecomodernisten ervan uit dat economische groei voldoende losgekoppeld kan worden van CO2-uitstoot. Dat is in het beste geval een naïeve veronderstelling, die al meermaals weerlegd is. Een recente studie van het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet rekende uit dat hoge-inkomenslanden aan het huidige tempo van zogenaamde groene groei meer dan 220 jaar nodig zouden hebben om hun uitstoot met 95% te verminderen. In dat proces zouden die landen 27 keer meer uitstoten dan hun eerlijke aandeel onder het 1,5°C-scenario toelaat.

Nog niet te laat

Laat ons de urgentie van de klimaatcrisis écht erkennen en er doortastend naar handelen. Maak werk van een koolstofwet met een emissiereductiedoelstelling van minstens 15% per jaar als uitfaseringsbeleid en een massa-investering in de sectoren van morgen, zoals voorgesteld door professor en econoom Jonas Van Der Slycken.

Pak de koolstofongelijkheid concreet aan: leg bijvoorbeeld een belasting op aan frequente vliegers en leg de extreem vervuilende privéjets en jachten aan banden. Installeer een koolstoftaks op aandeelhouderschap in fossiele giganten, er zijn genoeg alternatieve investeringsmogelijkheden die onze toekomst níét hypothekeren.

Het is echt nog niet te laat om drastisch van koers te veranderen en de schade gevoelig te beperken. Laat ons als goede voorouder onze verantwoordelijkheid nemen en onze kop uit het zand halen, de CO2-uitstoot met alle mogelijke middelen radicaal terugdringen en samen bouwen aan een gezonde toekomst voor de komende generaties.

Aaron Van Poecke is als doctoraatstudent verbonden aan de Universiteit van Antwerpen. Als milieuwetenschapper doet hij onderzoek naar hernieuwbare energie in de duurzaamheidsgroep ‘modelling for sustainability’.