Voor elke Greta is er een Ridhima, Kaluki, Aditya, Nina, Doyinsola, Autumn, Namurgewa, Elijah…
“‘De opstand van klimaatjongeren is geen enkelvoudig, blank verhaal’
Chika Unigwe bewondert de inzet van zoveel jonge klimaatactivisten, maar ze vindt het onaanvaardbaar dat de media alleen die ene stem versterken: die van een blank middenklassemeisje uit Noord-Europa, Gretha Thunberg. Maak ook zwarte en bruine stemmen zichtbaar, schrijft ze.
Voor elke Greta is er een Ridhima, Kaluki, Aditya, Nina, Doyinsola, Autumn, Namurgewa, Elijah…
© Chika Unigwe
Chika Unigwe bewondert de inzet van zo veel jonge klimaatactivisten, maar ze vindt het onaanvaardbaar dat de media alleen die ene stem versterken: die van een blank middenklassemeisje uit Noord-Europa. Maak ook zwarte en bruine stemmen zichtbaar, schrijft ze.
Ridhima Pandey was slechts negen jaar oud in 2017 toen ze een rechtszaak aanspande tegen de Indiase regering omdat die er maar niet in slaagde actie te ondernemen tegen de klimaatverandering. De felle, verbazingwekkende passie van Pandey voor het milieu is niet toevallig. Haar moeder is een boswachter en haar vader een milieuactivist; en de hele familie is ontheemd geraakt door de overstromingen in Uttarakhand in 2013, die honderden levens hebben geëist.
In Kenia is Kaluki Paul Mutuku actief betrokken bij natuurbehoud sinds hij op de hogeschool lid was van een milieubewustmakingsclub, en sinds 2015 is hij lid van het Afrika Youth Initiative on Climate Change. Hij werd opgevoed op het platteland van Kenia door een alleenstaande moeder, en zijn krachtige activisme werd, zoals Pandey’s, geïnspireerd door de directe problemen waarmee zijn familie en de bredere gemeenschap geconfronteerd werd, als gevolg van milieuverloedering en klimaatverandering: ‘Toen ik opgroeide, was ik er getuige van dat moeders kilometers moesten afleggen om water te halen’, zegt hij.
De opmerkelijke Greta Thunberg is zonder twijfel een superster. Ze is onbevreesd, serieus, gepassioneerd door de planeet en vastberaden. Maar dat zijn haar collega’s ook.
Jarenlang hebben jonge mensen over de hele wereld campagne gevoerd om de aandacht te vestigen op de crisis waar onze planeet mee te maken heeft, en om te eisen dat die crisis aangepakt zou worden. Toch lijken de media slechts geïnteresseerd in één jonge klimaatactivist.
De opmerkelijke Greta Thunberg is zonder twijfel een superster. In slechts een jaar tijd is ze van een onbekende tiener, in het comfort van een middenklassehuis in Zweden, uitgegroeid tot een van de meest herkenbare gezichten op de planeet. Ze is onbevreesd, serieus, gepassioneerd door de planeet en vastberaden.
Maar dat zijn haar collega’s ook. Geboren in een welvarend land, met ouders die het zich kunnen veroorloven om de overtuigingen van hun dochter te begeleiden, en in een cultuur waarin kinderen worden aangemoedigd om hun stem te laten horen, heeft Thunberg meerdere en overlappende privileges. Ze is zich hiervan bewust en noemt haar collega-jeugdactivisten regelmatig in haar toespraken, om journalisten eraan te herinneren dat er anderen naast haar werken.
Mensen zoals de tiener Aditya Mukarji, die in maart 2018 een oorlog tegen plastic rietjes begon. Binnen slechts vijf maanden had hij al meer dan 500.000 plastic rietjes in restaurants en hotels in New Delhi helpen vervangen. ‘Mensen luisteren meer naar kinderen die hun zorgen over het milieu naar voren brengen’, zegt hij.
Vorig jaar won Nina Gualinga, een inheemse activiste uit het Ecuadoraanse Amazonegebied sinds haar achtste jaar, de hoogste natuurbeschermingsprijs voor jongeren van het WWF. De zeventienjarige Gualinga zegt dat ze al haar hele leven tegen klimaatproblemen vecht.
De Nigeriaanse Doyinsola Ogunye is sinds 2009 een activiste. Op 14-jarige leeftijd is Autumn Peltier van de Aninshinabee stam in Canada een veteraan die zich inzet voor schoon water en klimaat. En Leah Namugerwa is een 16-jarige Oegandese activist.
Dit “blanke redder”-verhaal ontkracht de impact van de mensen die in hun lokale gemeenschap werken, en bestendigt het stereotype van “de inboorling zonder enige keuzevrijheid”, die zichzelf niet kan helpen.
Er zijn er nog veel meer, van wie we zelden of nooit de namen horen. Toch worden deze andere activisten in de media vaak de “Greta Thunberg” van hun land genoemd, of zouden ze in haar voetsporen stappen, zelfs wanneer hun publieke activisme lang voor Greta’s schoolstaking begon. Hun eigen identiteit en werk wordt bijna volledig onzichtbaar gemaakt door westerse media die zelden vooruitgang buiten hun eigen deel van de wereld erkennen.
Deze neiging van de media om Thunberg te presenteren als degene die oproept, en de anderen die alleen maar gehoor geven aan haar oproep, is problematisch, vooral voor die zwarte en bruine activisten wier onzichtbaarheid in de media leidt tot onzichtbaarheid voor organisaties die nochtans veel voor hen zouden kunnen betekenen. Dit “blanke redder”-verhaal ontkracht de impact van de mensen die in hun lokale gemeenschap werken, en bestendigt het stereotype van “de inboorling zonder enige keuzevrijheid”, die zichzelf niet kan helpen. Als Afrikaan vind ik deze voorstellingen zeer aanstootgevend. Het is beledigend om de leden van de gemeenschappen die het meest bedreigd worden door de klimaatverandering te presenteren als passieve toeschouwers die nu pas worden aangespoord door het “Thunbergeffect”.
Waarom was er een Thunberg nodig voor de VN om de eerste Youth Climate Summit te organiseren? Degenen die het meest getroffenen worden mogen niet verbannen worden naar de marge van het gesprek. Deze andere activisten krijgen eigenlijk de boodschap dat hun werk, hun bijdragen er niet toe doen.
Het feit dat het verhaal van één activiste gepriviligeerd wordt boven dat van anderen, creëert een wereld waarin de Oegandese Namurgewa een Zweedse tiener, waarvan ze pas een jaar geleden hoorde, als inspiratiebron noemt, maar niet Wangari Maathai, de milieuactiviste uit het buurland Kenia die in 2004 de Nobelprijs voor de Vrede won. Je zou kunnen stellen dat het natuurlijk is dat Namenurgewa zich laat inspireren door een jong meisje dat dicht bij haar staat, maar het is waarschijnlijk Maathai’s Groene Gordel Beweging die de Oegandese jeugd beïnvloedde, en de beslissing van haar vrienden om bomen te planten op hun verjaardagen om het milieu te redden.
Op een dag kunnen onze gezamenlijke inspanningen de planeet nog steeds redden.
Bomen planten. Zwerfvuil verzamelen. Staken voor de natuur. Ik heb ontzag voor alle jonge mensen die de aandacht vestigen op een zeer reëel en dringend probleem. Ik juich Elijah Rona en zijn team toe voor het herbestemmen van plastic flessen en doppen tot voetpaddecoraties in Port Harcourt, Nigeria, en alle andere jonge activisten omdat ze doen wat ze kunnen, op grote en kleine manieren, om de klimaatverandering te bestrijden.
Ik prijs ook de jonge kinderen in Kenia en Nigeria en andere ontwikkelingslanden die speelgoed maken van gerecycleerd plastic en metaal, en bij wie het waarschijnlijk niet in hun hoofd opkomt om zich klimaatleiders te noemen.
Ik juich het toe dat Bangladesh in 2002 als eerste land plastic zakjes heeft verboden en Rwanda in 2008 (en Kigali, dat door de VN is uitgeroepen tot schoonste stad van Afrika). Op een dag kunnen onze gezamenlijke inspanningen de planeet nog steeds redden.
En terwijl we blijven werken aan dat doel, is het de morele plicht van de westerse media om ook de aandacht te vestigen op de bijdragen van de zwarte en bruine klimaatredders, om te voorkomen dat toekomstige generaties over deze periode een eenzijdig en enkelvoudig verhaal zouden vertellen.
***
Gie Goris was in september in New York om er de debatten tijdens de VN Klimaatactietop te volgen. Hij had er ook enkele korte gesprekken met onder andere Paloma Costa Oliveira, Braziliaans advocate en milieuactiviste, die samen met Greta Thunberg en Anurag Saha Roy de Top openden: