Ludo De Brabander (Vrede vzw)
“‘De ‘Palestine Papers’’
"De uitgelekte documenten maken duidelijk hoe erg de Palestijnse Autoriteit (PA) met de rug tegen de muur geplaatst is en zich gedwongen voelt om verregaande concessies te doen", betoogt Ludo De Brabander in een opiniestuk.
Het Arabisch TV-station Al Jazeera heeft de hand gelegd op 1684 documenten die een gedetailleerde kijk geven achter de schermen van de onderhandelingen tussen de Israëlische regering en de Palestijnse Autoriteit. De gelekte informatie onthult -om de woorden van de Britse krant The Guardian te gebruiken- dat het ‘vredesproces’ in een trage dood is uitgemond.
De documenten maken duidelijk hoe erg de Palestijnse Autoriteit (PA) met de rug tegen de muur geplaatst is en zich gedwongen voelt om verregaande concessies te doen. Zo was de PA bereid om afstand te doen van een groot deel van Oost-Jeruzalem waar de grootste Joodse nederzettingen liggen. Ahmed Qurei, de voormalige Palestijnse premier, zei op 15 juni 2008 in het bijzijn van onder andere de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice en de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Tzipi Livni: “Dit laatste voorstel kon helpen in het (territoriale) ruilproces. We stelden voor dat Israël alle nederzettingen annexeert in Jeruzalem met uitzondering van Jabal Abu Ghneim (Har Homa, vlak bij Bethlehem). Het is de eerste keer in de geschiedenis dat we een dergelijk voorstel doen”. De nederzettingen waarvan sprake liggen allemaal achter de Groene Lijn en liggen volgens het internationaal recht in bezet gebied. Daarin wonen 120.000 Joodse kolonisten.
Tijdens een bijeenkomst in oktober 2009 zou de Palestijnse onderhandelaar ook een geografische verdeling van het oude stadsgedeelte van Jeruzalem, dat eveneens helemaal achter de Groene Lijn ligt, voorgesteld hebben. Israël zou daarbij voortaan ook formeel de controle krijgen over de Joodse en een stuk van de Armeense buurt. Tot slot zou de PA hebben voorgesteld om de controle over de Harem Al-Sharif, die de Al-Aqsa Moskee herbergt, onder toezicht van een internationaal comité te plaatsen waarin vertegenwoordigers zouden zetelen van de VS, Saudi-Arabië, Egypte en Jordanië. Voor Israël is dit de Tempelberg, waar zich volgens de Joden de tweede tempel bevond die in het Romeins tijdperk werd vernietigd. Joodse kolonisten, waarvan een deel nauwe banden onderhoudt met de Israëlische regering, willen er een derde tempel bouwen, wat de vernietiging van de derde heiligste moslimsite zou betekenen. De Palestijnen beschuldigen Israël ervan de funderingen van de Al-Aqsa Moskee te ondermijnen met archeologische opgravingen.
Op 30 juni 2008 zei hoofdonderhandelaar Saeb Ereket in een bijeenkomst met de toenmalige Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Tzipi Livni: “Het is geen geheim dat we met onze kaart het grootste ‘Yerushalayim’ in de geschiedenis aanbieden.” Uit de documenten blijkt dat de grote concessies van de PA gedaan werden zonder dat daar ook maar enige toegevingen tegenover stonden van Israëlische zijde. Udi Dekel, de toenmalige adviseur van de Israëlische premier Olmert, had naar eigen zeggen geen toestemming om over Jeruzalem te onderhandelen. In 1980 stemde de Knesset een wet die Jeruzalem uitriep tot ondeelbare hoofdstad van Israël, die door de VN-Veiligheidsraad als van ‘nul en generlei’ waarde is bestempeld. Maar Israël legde dit naast zich neer met als logisch gevolg dat er niet over te onderhandelen valt. Jeruzalem behoort immers niet tot de ‘betwiste gebieden’ (de Israëlische definiëring van de bezette gebieden). Hoewel de voorstellen van de PA door de meeste Palestijnen als verraad aan hun rechten zullen worden beschouwd en ook een toegeving betekenen ten aanzien van wat uit het internationaal recht kan worden afgeleid, was de reactie van Israël over de hele lijn negatief. De Israëlische regering wilde meteen ook alle grote nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever annexeren, zoals Maale Adumim, Ariel, Kedumim, enzovoort. Voor de Palestijnse onderhandelaars was dit een brug te ver. Ariel en Maale Adumim snijden diep in de Westelijke Jordaanoever. Het opgeven daarvan zou een ernstige handicap betekenen voor de territoriale eenheid van het Palestijns gebied.
“Israël voert al gedurende het hele ‘vredesproces’ een politiek van de voldongen feiten.”
Interessant is de conversatie van 2 juli 2008 tussen de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice en Ahmed Qurei. Die eerste zei: “Ik denk niet dat er een Israëlische leider bestaat die Maale Adumim zal afstaan”, waarop Qurei antwoordt “Of enige Palestijnse leider” gevolgd door de reactie van Rice: “Dan zal je geen Palestijnse staat hebben”. Deze uitspraak van Rice legt nog maar eens de nadruk op het feit dat de VS niet van plan is om echt druk te zetten op Israël in het dossier van de nederzettingen. De VS hebben zich er al lang bij neergelegd dat Jeruzalem Israëlisch is en dat de grote nederzettingenblokken bij Israël zullen worden geannexeerd. In een poging om de Israëlische regering ertoe te bewegen om het moratorium op de uitbreiding van de Joodse nederzettingen met drie maanden te verlengen, maakte president Obama een uitzondering voor Oost-Jeruzalem waar het moratorium niet zou gelden. Maar zelfs hier kreeg Obama van premier Netanyahu het deksel op de neus.
Israël voert al gedurende het hele ‘vredesproces’ een politiek van de voldongen feiten. In de periode vanaf 1993, toen de Principeverklaring in Oslo werd bekend gemaakt, tot aan het uitbreken van de Intifada in 2000, verdubbelde het aantal kolonisten in de Westelijke Jordaanoever in vergelijking met de periode van 1967 tot 1993. De Joodse nederzettingen worden gebouwd in het gebied waarover de Palestijnen tijdens de onderhandelingen zeer duidelijk hebben gemaakt dat ze er hun soevereine Palestijnse staat willen oprichten. De muur die Israël bouwt in dit bezet gebied heeft als belangrijkste doel de Joodse nederzettingen op de Palestijnse gebieden, belangrijke waterbronnen en de vruchtbare grond aan de Israëlische kant te leggen.
Uitgerekend op het ogenblik dat de ‘Palestine Papers’, zoals de gelekte documenten worden genoemd, het daglicht zien, maakte de extreemrechtse Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Avigdor Lieberman, zijn plan bekend met daarin de toekomstige Palestijnse grenzen zoals hij die ziet. Zijn plan komt neer op de bevriezing van de bestaande toestand met slechts kleine veranderingen. Zijn plan is in eerste instantie een diplomatiek antwoord op de internationale erkenning van Palestina binnen de grenzen van 1967. In Latijns-Amerika erkenden al verschillende landen – Brazilië, Argentinië, Uruguay, Bolivia en Chili – de Palestijnse staat op basis van deze grenzen. Volgens Liebermans plan beslaat de toekomstige Palestijnse slechts 42 tot maximum 50 procent van dit bezet gebied.
Inmiddels ontkent de PA dat het verregaande toegevingen heeft gedaan en spreekt het van verdraaiingen van de waarheid en van een propagandaspel via de media. Maar de meeste waarnemers stellen dat de gelekte documenten niet meer dan een bevestiging vormen van de zwakke positie en groeiende wanhoop van de Palestijnse leiders. De voormalige onderhandelaar, Diane Buttu, vindt dat hoofdonderhandelaar Erekat moet aftreden. Indien hij dat weigert zou dit enkel het bewijs zijn van hoe weinig de onderhandelaars de Palestijnen nog vertegenwoordigen en van het feit dat ze elke voeling met de werkelijkheid verloren hebben.
Ludo De Brander werkt voor Vrede vzw — www.vrede.be