De pandemie is geen verhaal van brute pech
“‘Tijd om uit de ontkenningsfase te komen: er is niets normaal aan onbeperkte groei’
‘De meeste mensen willen niet terug naar het “normaal” van voor de coronacrisis, en dat is goed’, stelt auteur, journalist en activist Nick Meynen. ‘Er is niets normaal aan onbeperkte groei op een beperkte planeet of aan middeleeuwse niveaus van ongelijkheid.’
Flickr / Jordi Martorell (CC BY-NC-ND 2.0)
We hopen allemaal vurig dat de nachtmerrie van het coronavirus zo snel mogelijk achter ons ligt. Maar ‘de meeste mensen willen niet terug naar het “normaal” van voor de coronacrisis, en dat is goed’, stelt Nick Meynen. Zijn nieuwe boek De val van Icarus. Het virus als kantelpunt volgt stap per stap de wereldreis van het virus, langs de route van een falend systeem.
De pandemie is geen verhaal van enkel brute pech. Het bedje van de coronacrisis werd de afgelopen decennia gespreid door overheden die miljarden spenderen aan het losschudden van virussen uit tropische bossen. Varende lusthoven werden vergrendelde pandemiepaleizen waarop het virus kon voortplanten, op cruisecontrol.
Vliegensvlug vloog het virus de wereld rond, tot onze al verzwakte longen. Het trof zelfs een land aan waar negen ministers Gezondheid in hun portefeuille hebben, met een tragikomische mondmaskersaga tot gevolg.
‘Er is niets normaal aan onbeperkte groei op een beperkte planeet of aan middeleeuwse niveaus van ongelijkheid.’
Als kers op de virustaart waren er de macho’s achter de massagraven, van Trump tot Poetin. Zij zitten daar niet toevallig, ze zijn het logische gevolg van een politiek-economisch systeem dat ons kapot maakt.
Dat de meeste mensen niet terug naar het “normaal” van vóór de coronacrisis willen is goed. “Normaal” bezorgt zowel mens als planeet een burn-out. Er is niets normaal aan onbeperkte groei op een beperkte planeet of aan middeleeuwse niveaus van ongelijkheid.
Tussen willen en kunnen staan gevestigde belangen met héél diepe zakken. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wist ooit de tabakslobby de deur te wijzen, maar de fossiele en destructieve industrieën die zowel pandemieën als klimaatproblemen veroorzaken zijn nog steeds als de vossen die beloven om op het kippenhok te letten.
Breken met oude en zich ontwikkelende internationale handelsakkoorden, waar de vossen hun macht kristalliseren (het Energy Charter-verdrag, CETA, het EU-Mercosur-handelsakkoord, …), is een voorwaarde om oplossingen een eerlijke kans te geven. Over de oorzaken, geopolitieke gevolgen en cruciale randvoorwaarden vertel ik meer in De val van Icarus; laat ik hier meteen overgaan naar vier concrete voorstellen om #BeterNaCorona te worden.
1. #NewRoots
Een eerste concrete voorstel: faseer de industriële vleesindustrie heel snel uit. De Wereldvoedselorganisatie zei in 2007 dat industriële veeteelt pandemisch potentieel heeft. In landen zoals Nederland, Canada, Ierland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Brazilië blijken grote vleesverwerkende bedrijven enorme viruskweekbedden te zijn. In Duitsland leidde één vleesverwerkend bedrijf tot een lokale lockdown. Bij het Belgische bedrijf Westvlees werden bijna honderd besmettingen vastgesteld.
‘Voor de arbeiders, voor ons leefmilieu en voor ons allemaal is er maar één verstandige politieke keuze: industriële slachthuizen sluiten.’
De sterke link tussen industriële veeteelt en luchtvervuiling zorgt ook voor verzwakte longen, die ons kwetsbaarder maken voor virussen die de longen aanvallen. Bovendien zorgt de industriële veeteelt voor ontbossing en dus voor de overdracht van virussen in de tropen, via de enorme import van veevoer.
De Nederlandse overheid begon al voor de pandemie met het opkopen en vervolgens sluiten van de meest vervuilende veeteelt. En wij?
Ik heb het over industriële veeteelt. Een paar koeien, varkens en schapen die goed leven op een agro-ecologische boerderij, die met hun mest de kringloop van grond- en voedingsstoffen sluiten en die bij tijd en stond als vleespakket aangeboden worden: moet kunnen. Maar dat is een totaal ander verhaal dan de industriële vleesindustrie, waar bovendien de arbeiders onevenredig zwaar getroffen worden.
Voor die arbeiders, voor ons leefmilieu én voor ons allemaal – vanwege de buitenproportioneel grote rol van deze industrie in virusverspreiding – kan er maar één verstandige politieke keuze zijn: opkopen, sluiten en de mensen die in deze sector werken opvangen met heel goede inkomensgaranties en zo veel mogelijk begeleiden naar werk in de agro-ecologische landbouw.
2: #YesToLifeNoToMining
Als je in een put zit, stop dan met graven. Letterlijk. Een van de meest vervuilende, destructieve en dodelijke industrieën ter wereld blijkt een hotspot voor pandemieën en een besmettingshaard van inheemse volkeren te zijn: de mijnbouw.
‘Het is perfect mogelijk om te streven naar een halvering van de materiële voetafdruk van de EU tegen 2030.’
Of het nu de vleesindustrie, de luchtvaart of de mijnbouw is, deze sectoren hebben veel gemeen met elkaar. Ze zijn gebaseerd op uitbuiting en uitputting en ze leveren een buitenproportioneel grote bijdrage aan pandemieën, milieuvernietiging en de klimatologische catastrofe.
Ontginning is verantwoordelijk voor de helft van het klimaatprobleem en voor negentig procent van het uitsterven van diersoorten en de waterschaarste, zegt de Europese Commissie. Hoe meer we graven, hoe meer conflicten er zijn met lokale gemeenschappen.
Het is perfect mogelijk om te streven naar een halvering van de materiële voetafdruk van de EU tegen 2030, opgesplitst in specifieke subdoelen en plannen. Verschillende van mijn collega’s bij het European Environmental Bureau hebben zeer gedetailleerd uiteengezet waarom dat moet en hoe dat kan.
Het lobbywerk maakt kans als er ook op het terrein signalen zijn dat het zo niet verder kan. Signalen zoals de directe acties van Code Rood in Nederland of Ende Gelände in Duitsland, waar ontginning door directe actie wordt tegengehouden.
3. #GeefGeld
Druk geld, schrijf schulden af en herverdeel de koek. Vroeger drukte onze Nationale Bank in crisistijden geld bij. Die rol ligt nu bij de Europese Centrale Bank. Halverwege 2020 drukten de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, de Europese Unie en Japan samen al zo’n 3.700 miljard dollar bij.
Maar dit loopt enkel goed af als je het schuldenprobleem even drastisch durft aan te pakken. Na de Tweede Wereldoorlog hadden Frankrijk en Duitsland schulden van meer dan 200 procent van hun bruto nationaal product (bnp). Geen tien jaar later waren die gezakt tot 30 procent. Dat kwam door gigabelastingen op rijkdom én enorme kwijtscheldingen van schulden. Hierdoor konden door de oorlog gehavende landen investeren in infrastructuur, onderwijs en ontwikkeling, wat de naoorlogse bloeiperiode in gang zette.
In de Verenigde Staten is twee derde van de bevolking te vinden voor een vermogensbelasting. Ongeveer drie op de vier Belgen zijn er voorstander van.
4. #MinderWerkMeerLeven
Meer tijd en minder burn-outs, dat schept de ruimte om te werken aan een betere samenleving.
De trend van arbeidsduurvermindering werd in de jaren tachtig van de vorige eeuw een halt toegeroepen door neoliberale ideologen die het welzijn van werkers én planeet offerden op het altaar van de economische groei. Een Duits onderzoek is duidelijk over wat welzijn opnieuw zal verhogen: minder werk, minder consumptie, minder economische groei.
Minder werken helpt de volgende problemen oplossen: de burn-out-epidemie, de klimaatcrisis, ongevallen, werkloosheid, genderongelijkheid, veroudering en ongelijkheid. Als politieke leiders het werkelijk #BeterNaCorona willen doen, dan zouden ze van de 21-urenweek, of de in dit land meer actuele 30-urenweek, de nieuwe norm moeten maken.
De uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid die sommige landen zoals Duitsland en België gebruiken, zouden uitkeringen voor deeltijdse ‘werkloosheid’ kunnen worden, al hou ik niet van dat woord. Je zou het ook subsidies voor gemeenschapsverbetering kunnen noemen. Meer tijd en minder burn-outs, dat schept de ruimte om te werken aan een betere samenleving buiten de markt en de formele economie om.
Hoeveel beter zou zo’n model voor ons welbevinden zijn, voor de Grote Genezing na de Grote Lockdown?
Symptoombestrijding of groepsimmuniteit?
De parallel tussen de pandemie en de klimatologische noodtoestand is kristalhelder. In beide gevallen faalt de “vrije markt”. De blufpoker die een minderheid met de natuur speelt gaat ten koste van de meerderheid. Of het nu om COVID-19 of de atmosferische ontsporing gaat: vrijheid-extremisten duwen ons naar de afgrond.
‘The American way of life is not up for negotiation’, zei de Amerikaanse oud-president George Bush senior. ‘Period.’ De bekende straatkunstenaar Banksy liet volgende boodschap achter op een muur in de hippe financiële wijk Canary Wharf in Londen: ‘Sorry, the lifestyle you ordered is currently out of stock.’ Het zijn de thermodynamische en epidemiologische wetten waarmee niet te onderhandelen valt.
Recent Amerikaans onderzoek wijst uit dat tijdens de pandemie in veel landen de publieke steun groter werd voor maatregelen als herverdeling van rijkdom, met directe steun voor kansarmen, publieke dienstverlening, minder macht voor de multinationals, nationaliseringen van strategische bedrijven, grote overheidsuitgaven en meer belastingen voor de rijken. Dat klinkt als een mandaat om het neoliberalisme te begraven.
Op zoveel manieren vloog Icarus te dicht bij de zon. De balans in onze samenleving is de laatste halve eeuw verstoord geraakt. De kloof tussen stad en platteland groeide buiten elke proportie, net zoals die tussen rijk en arm. Macho’s grepen de macht en organiseerden het grote grijpen van alles wat de natuur ons biedt, ver voorbij het hernieuwbare deel van die gift.
Er zal een tijdperk voor 2020 en een tijdperk na 2020 zijn. We zullen au fond de relatie tussen de mensheid en de rest van de natuur grondig moeten herbekijken.
In elk geval is het hoog tijd om uit de ontkenningsfase te komen. Blijven we ons bezighouden met de symptomen van de ziekte? Of pakken we de kern van de ziekte zelf aan en werken we vervolgens aan een betere immuniteit voor ons allen?
De val van Icarus. Het virus als kantelpunt is uitgegeven door EPO. 2020, 147 p.