Er is genoeg klimaatkennis. Er zijn genoeg klimaatadviezen. Waarom is er zo weinig klimaatbeleid?
“‘De politieke prioriteit voor het klimaat: een ander politiek klimaat’
De ernst van het klimaatprobleem verplicht ons tot een ernstig debat over wat nodig is om het tij te keren, om onze tijd en energie vooral te steken in initiatieven en voorstellen die het verschil kunnen maken. Dat is nu niet het geval. Het debat moet ook gaan over een fundamentele verbetering van de wijze waarop we in dit land beleidskeuzes voorbereiden en politieke beslissingen nemen.
De spade moet dieper en naar boven spitten wat de dieperliggende oorzaken zijn van een falend klimaatbeleid.
Public domain (CC0)
De ernst van het klimaatprobleem verplicht ons tot een ernstig debat over wat nodig is om het tij te keren, om onze tijd en energie vooral te steken in initiatieven en voorstellen die het verschil kunnen maken. Dat is nu niet het geval. Het blijft nog te vaak bij wat schoffelen aan de oppervlakte. De spade moet dieper en naar boven spitten wat de dieperliggende oorzaken zijn van een falend klimaatbeleid. Het debat moet ook gaan over een fundamentele verbetering van de wijze waarop we in dit land beleidskeuzes voorbereiden en politieke beslissingen nemen.
Morgen stapt opnieuw een klimaatmars voor een betere toekomst door de straten van Brussel. “Youth for Climate” en “Students for Climate” vragen terecht een doortastender klimaatbeleid. Hun enthousiasme is hartverwarmend, hun engagement werkt aanstekelijk. En ze betogen niet alleen. Ze gaan ook een stap verder, op zoek naar concrete voorstellen voor onze politici. Daarvoor is een platform opgestart waar iedereen kan meedenken over een beter klimaat. Onze jongeren hebben ook Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck onder de arm genomen om experts samen te brengen in een denktank. Ik hoop dat het opzet lukt om met veel nieuwe en begeesterende ideeën te komen.
Toch is het niet zo dat er de afgelopen jaren geen experts werden geraadpleegd, geen debatten werden gevoerd, geen voorstellen en adviezen werden geformuleerd. Integendeel. We stonden zelf in 2001, nog voor de huidige generatie 18-jarigen werd geboren, aan de wieg van de eerste breed opgezette klimaatdebatten in Vlaanderen en schreven daar ook een lijvig boek over.
In 2005 hebben we de eerste officiële klimaatconferentie van de Vlaamse regering met middenveld en wetenschappers mee vorm gegeven en formuleerden we in ‘klimaat aan de orde van de dag’ 365 voorstellen voor het Vlaamse klimaatbeleid. In 2011 organiseerden we diepgaande discussies over de noodzakelijke energietransitie en bundelden we de inzichten in adviezen en andere publicaties. We waren de afgelopen tien jaar ook getuige van zowat alle Vlaamse klimaattoppen en ‘stroomversnellingen’ en van de vele doorwrochte energie- en klimaatadviezen van instanties zoals de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Ze hebben telkens een heleboel voorstellen opgeleverd, waar vervolgens te weinig mee gebeurde.
De interessante vraag is waarom. Want als we niet op zoek gaan naar de dieperliggende oorzaken en daar iets aan doen, kunnen we nog lang wachten op effectief klimaatbeleid. Dan zijn zelfs voorstellen van experts en CEO’s een maat voor niets.
Wat men (klimaatwet, Sign for my Future) concreet vraagt – klimaatwet, klimaatraad, investeringsplan – heeft veel weg van schijnoplossingen.
Neem nu de ‘Klimaatwet’ en ‘Sign for my Future’. Het is begrijpelijk dat men een simpele boodschap wil die goed verkoopt omdat men mikt op snelle antwoorden en miljoenen ondertekenaars. Maar wat men concreet vraagt – klimaatwet, klimaatraad, investeringsplan – heeft veel weg van schijnoplossingen. Ze verhullen dat er systeemfouten zijn in het politieke functioneren die veel dieper zitten. In tegenstelling tot ad-hoc-constructies voor het klimaatprobleem, moet de kwaliteit van onze instituties als geheel verbeteren, net omdat een goed klimaatbeleid erg breed gaat én omdat er nog andere grote uitdagingen zijn die op dezelfde systeemfouten botsen.
De vraag naar een klimaatwet stelt overdreven geloof in wat een wet op dat vlak kan veranderen. Trouwens, de toegevoegde waarde van wat juristen aan beide klanten van de taalgrens hebben uitgewerkt is heel beperkt, zoniet onbestaande. Veel van wat men heeft opgenomen in die wet bestaat vandaag al, in de vorm van Europese verplichtingen: er moeten doelstellingen zijn, er moet een klimaatplan zijn, er moet opvolging en publieke rapportage gebeuren, er is al een klimaatoverlegcomité. Bovendien is de focus in dat voorstel op ‘hoeveel broeikasgassen we wanneer mogen uitstoten’ te eng. Klimaatbeleid vergt systeemverandering op vrijwel alle maatschappelijke domeinen. Dat is te complex om in een simpele klimaatwet te gieten.
Een klimaatraad van academische experts zal evenmin soelaas brengen. Het voorstel roept ook vragen op. Waarom kan de monitoring van het klimaatbeleid niet gebeuren door bestaande onafhankelijke instanties zoals de Vlaamse statistische autoriteit? Vanwaar dat grote vertrouwen in een handvol wetenschappers, alsof zij alle kennis hebben en er geen politieke afwegingen te maken zijn? Waar zit het participatieve en deliberatieve, het bottom up verhaal?
Ook een investeringsplan en de recepten van de zogenaamde ecorealisten boezemen weinig vertrouwen in. Grote investeringen, schone technologie en veel innovatie en creativiteit gaan hard nodig zijn, maar dit was al het discours van de afgelopen jaren, met soms erg foute keuzes in de wijze waarop technologieën werden ondersteund en gesubsidieerd, het beleid rond zonnepanelen op kop. Er is dus niet alleen marktfalen, er is ook overheidsfalen: onze regeringen hebben tot dusver weinig getoond dat ze in deze domeinen slimme keuzes kunnen maken waar ze achteraf geen spijt van moeten hebben.
Wat stoort, is de overmatige simplificering alsof het probleem oplosbaar is met een wet, een expertenraad, technologie of met een paar andere goed gemikte initiatieven.
Wat dus stoort, is de overmatige simplificering alsof het probleem oplosbaar is met een wet, een expertenraad, technologie of met een paar andere goed gemikte initiatieven.
Zo gaan we er niet geraken. Met de huidige discussie en initiatieven blijft het bij schoffelen aan de oppervlakte. Of nog minder, bij het planten van een bordje ‘hier weldra klimaatbeleid’. Slechts af en toe gaat de spade dieper en bespeuren we pogingen om boven te spitten wat de dieperliggende oorzaken zijn van een falend klimaatbeleid.
Om echt voortgang te maken, moet het ook gaan over hoe we in dit land beleidskeuzes voorbereiden en politieke beslissingen nemen: over het schrijnende gebrek aan beleidsonderbouwende data en beleidsevaluaties die we nodig hebben om moeilijke afwegingen te maken en geïnformeerde beslissingen te nemen, over de inzet van mensen en middelen voor de klimaat-en energietransitie die vandaag totààl niet in verhouding staan tot de uitdagingen en engagementen, over de afbouw van beleidscapaciteit bij de overheid waardoor veel expertise en visie verdwijnt, over de gebrekkige samenwerking binnen en tussen overheidsdiensten die in ons land legendarisch is, over overlegprocessen die met veel bombardie worden opgezet en waarin belanghebbenden serieus investeren maar die in wezen louter blijken te dienen voor politieke profilering en windowdressing, over de teloorgang van de “checks and balances” in onze democratie die de besluitvorming moeten hoeden voor “regulatory capture” door eenzijdige ideologieën en waardoor het algemeen belang wordt gekaapt door dienstbetoon aan de eigen achterban, het grote geld of andere machtselites.
De hervorming van de politieke incentives, zeden en instellingen is dé werf die dringend moet worden aangevat in ons land.
Dus moet het finaal óók gaan over het functioneren van topambtenaren, kabinetten, ministers, regering en parlement (en media). Dat wordt mouwen verder opstropen en nóg dieper graven. Met de blik op de grote uitdagingen van deze tijd en op de klimaatproblematiek in het bijzonder, is de hervorming van de politieke incentives, zeden en instellingen dé werf die dringend moet worden aangevat in ons land. Als we daarvoor nu samen – politici, wetenschappers, middenveld, journalisten, burgers – de plannen uitwerken, kan later dit jaar het regeerakkoord misschien de bouwvergunning voor deze cruciale werf verlenen.
Wij hebben elders al een eerste aanzet gegeven die we graag verder uitwerken. Wie volgt?
Peter Van Humbeeck is wetenschappelijk medewerker aan de UA. Deze opinie is geschreven in eigen naam.