De Syrische Koerden zeggen neen tegen bewapening van het verzet

Koerdisch Instituut

11 april 2012
Opinie

De Syrische Koerden zeggen neen tegen bewapening van het verzet

De Syrische Koerden zeggen neen tegen bewapening van het verzet
De Syrische Koerden zeggen neen tegen bewapening van het verzet

Nu de voorgestelde wapenstilstand in Syrië op niets lijkt uit te draaien, gaan er weer stemmen op om de oppositietroepen te bewapenen. Wat de berichtgeving hieromtrent vaak over het hoofd ziet is de enorme diversiteit binnen “dè oppositie”. De Koerden, 6 à 9%, van de Syrische bevolking en één van de best georganiseerde oppositiegroepen, zien nu hun kans schoon om binnen de grenzen van een nieuw democratisch Syrië op vreedzame wijze zelfbeschikkingrecht af te dwingen. Militaire hulp aan het gewapend verzet wijzen ze radicaal af.

Voor de huidige Syrische grondwet bestaan de Koerden niet, niet als volk en voor de ruim 300.000 Koerden zonder paspoort zelfs niet als individu. Bij de volkstelling van 1962 nam Damascus een vijfde van de Syrische Koerden niet op in de registers omdat het regime beweerde dat het Turkse vluchtelingen betrof. Zij en hun nakomelingen leven 40 jaar later nog steeds illegaal in eigen land, waardoor ze verstoken blijven van alle burgerrechten.

Nu het regime van Assad wankelt, hopen de Koerden hun burger- en minderheidsrechten duurzaam te kunnen verankeren in een nieuwe grondwet.

Niet uitgenodigd

De Koerdische oppositie kijkt echter met lede ogen toe hoe de protestbewegingen in Syrië dreigen te ontaarden. Geen enkele officiële Koerdische vertegenwoordiging uit Syrië ontving, onder druk van mede-organisator Turkije, een uitnodiging voor de bijeenkomst van “De vrienden van Syrië” in Istanboel. De enkele Syrische Koerden die in eigen naam aanwezig waren verlieten bovendien al snel de vergadertafel. Arabische nationalisten en soennitische Moslimbroeders krijgen namelijk meer en meer de overhand en negeren de Koerdische eisen van zelfbeschikking.

De Koerdische Volksraad, de democratische vertegenwoordiging van de Koerden in Syrië, is het er unaniem over eens dat bewapening van de rebellen enkel zal leiden tot een nog grotere escalatie van geweld, ook tussen de verschillende takken van de oppositie. Wie de geschiedenis van de regio een beetje kent weet dat de Koerden, die zoals vele andere minderheden in het Midden-Oosten niet kunnen rekenen op bescherming van een sterke vazalstaat, in zulk een situatie vaak het eerste slachtoffer zijn. Denk bijvoorbeeld aan het lot van de christelijke minderheden na de val van Saddam in Irak.

Meer bloedvergieten

De Interparlementaire Werkgroep Koerden (IPWK), een werkgroep bestaande uit parlementariërs, ngo’s en activisten die al jaren lang de situatie van de Koerden in Kaukasus, Turkije en Midden-Oosten volgt, is in dit opzicht zeer bekommerd om de uitspraken van liberaal fractievoorzitter Guy Verhofstadt in het Europees Parlement. Recent riep hij op om, uit een menselijke verontwaardiging, de Syrische oppositie materieel en technisch te ondersteunen. Volgens IPWK zal een militarisering van het conflict onvermijdelijk nog meer bloedvergieten veroorzaken. Ook dreigen bepaalde milities met ondemocratische bedoelingen, eens bewapend, de revolutie te kapen.

Met het oog op de toenemende provocaties van het westers bondgenootschap naar Teheran toe, leeft bij velen de vrees dat een open oorlog in Syrië zal uitmonden in een regionaal conflict tussen de soenitisch-Westerse alliantie van Turkije, Saudi-Arabië, de Golfstaten, de VS en de EU enerzijds en aan de andere kant de sjiitische as Iran-Irak-Hezbollah. Voor miljoenen staatlozen van minderheden als de Koerden, Armeniërs en Assyriërs dreigt een wrede en bloedige geschiedenis van etnocide en exodus zich te herhalen.