Petra De Sutter
‘Geef de EU en de WHO meer macht en middelen’
“‘De voorbereiding op de volgende pandemie begint nu’
Zouden we de slingerbeweging van paniek en verwaarlozing van de gezondheidszorg kunnen doorbreken, en gezondheid ook in tijden zonder crisis hoog op de nationale, Europese en internationale agenda kunnen houden?, vraagt EU-parlementslid Petra De Sutter (Groen) zich af. ‘Als COVID-19 ons iets moet leren, laat het dan dit zijn. Als we een volgende gezondheidscrisis beter willen aanpakken, dan moeten we de EU en de WHO meer macht en middelen geven.’
Ongeacht de aard van het volgende virus: we zullen sterke gezondheidssystemen nodig hebben om het de baas te kunnen. Daarom moeten we investeren in een sterke publieke gezondheidszorg. Als we willen dat de EU en de WHO bij de volgende crisis paraat staan, dan moeten we hen ook de macht en de middelen geven om die rol te vervullen.
pixabay (CC0)
COVID-19 legt de hypocrisie rond Europese en internationale gezondheidssamenwerking pijnlijk bloot. De EU kreeg van haar lidstaten nooit de bevoegdheid om zich met gezondheid bezig te houden, en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) kreunt al jarenlang onder een gebrek aan financiering. Maar in tijden van paniek wordt van hen verwacht dat ze een gecoördineerd draaiboek uit hun hoed toveren. Als we een volgende gezondheidscrisis beter willen aanpakken, dan moeten we de EU en de WHO meer macht en middelen geven.
COVID-19 is niet de eerste epidemie waar de wereld mee geconfronteerd wordt. Herinner je nog de paniek na de SARS-uitbraak in 2003? Die ontstond ook in China en kostte uiteindelijk aan 774 mensen uit 26 landen het leven. Het was een wake-up call voor de hele wereld en leidde in 2007 tot het lanceren van de International Health Regulations: een reeks verplichtingen voor staten en de WHO om de impact van toekomstige epidemieën te beperken.
Ook de EU en haar lidstaten beloofde in de nasleep van SARS om een leidende rol op te nemen in mondiale gezondheid. Maar zowel de International Health Regulations als de Europese beloftes kwamen al snel in de vergeetput terecht. Tot de alarmbellen opnieuw afgingen in 2014 toen Ebola op grote schaal uitbrak in West-Afrika en in 2018, wanneer Zika toesloeg in Zuid-Amerika.
Als de paniek weer is gaan liggen, worden de lessen snel weer vergeten. Dan is het wachten op een nieuw virus, waarna de slinger van verwaarlozing weer eventjes richting paniek zwaait.
Tijdens beide crisissen was er aanvankelijk ook bij ons veel paniek. Maar toen bleek dat de schade voor de Europese burgers relatief beperkt zou zijn, ging de aandacht snel weer liggen.
En ga maar na: zo was het met haast elke gezondheidscrisis hetzelfde liedje. Eerst is er paniek en wordt er veel geld tegenaan gegooid om de uitbraak te stoppen. Vervolgens komen er ronkende verklaringen over het belang van internationale samenwerking, het belang van sterke gezondheidssystemen en belooft men een betere voorbereiding voor toekomstige crisissen.
Maar als de paniek weer is gaan liggen, worden die lessen even snel weer vergeten. Dan wordt er opnieuw bespaard op onze nationale gezondheidssystemen, wordt er amper geld gegeven aan de WHO en is er van internationale samenwerking nauwelijks nog sprake. Dan is het wachten op een nieuw virus, waarna de slinger van verwaarlozing weer eventjes richting paniek zwaait.
Europa heeft geen antwoord klaar
Maar toch is deze crisis anders, want voor het eerst in de moderne geschiedenis werd Europa het centrum van de epidemie. Nooit eerder in de recente geschiedenis werden de Europese burgers en de economie zo getroffen. Bij gebrek aan een plan vervalt elk Europees land in egoïstische en ongecoördineerde maatregelen.
Illustratief voor het gebrek aan coördinatie waren de Duitse beslissing om een exportban in te voeren op mondmaskers, de beslissing van talloze landen om de intra-Europese grenzen te sluiten, en de aanvankelijk tegendraadse houding van Nederland en het Verenigd Koninkrijk, die zich beroepen op de risicovolle strategie van groepsimmuniteit.
De Europese Commissie probeert zo goed als kan een antwoord te bieden op het “coronationalisme”, maar kan alleen actie nemen binnen de grenzen van haar mandaat.
‘Waar is de EU?’, vroeg iedereen zich de voorbije weken af, de meest eurosceptische partijen voorop. Commissievoorzitter Ursula von Der Leyen en voorzitter van de Europese Raad Charles Michel blonken aanvankelijk inderdaad uit in afwezigheid, maar het is hypocriet om de schuld voor het gebrek aan Europese actie volledig bij hen te leggen. De lidstaten hebben de EU immers nooit bevoegd wíllen maken voor gezondheid.
Als je de EU nooit de macht en middelen hebt gegeven over gezondheidszaken, kan je ook niet verwachten dat ze met kant-en-klare oplossingen komt in tijden van crisis. De Europese Commissie probeert nu zo goed als kan een antwoord te bieden op het “coronationalisme”, maar kan alleen actie nemen binnen de grenzen van haar mandaat. En veel blijft afhangen van de wil van de lidstaten om samen te werken en te coördineren.
Een duurzame gezondheidsstrategie
Nadat we ons door deze crisis hebben gesleurd, zullen er lessen getrokken moeten worden voor de toekomst. Nu ook Europa zelf zo hard geraakt werd, stijgt de kans dat het deze keer niet bij ronkende verklaringen zal blijven. Zouden we de slingerbeweging van paniek en verwaarlozing kunnen doorbreken, en gezondheid ook in tijden zonder crisis hoog op de nationale, Europese en internationale agenda kunnen houden? Als COVID-19 ons iets moet leren, laat het dan dit zijn.
Er zullen nog nieuwe virussen op ons afkomen, dat is onvermijdelijk. Om voorbereid te zijn op een volgende epidemie, is er nood aan een rampenplan, een draaiboek dat ons voorbereidt op allerhande scenario’s, strategische stocks beschermingsmateriaal en testreagentia. Maar een duurzame gezondheidsstrategie moet verder gaan dan dat.
Ongeacht de aard van het volgende virus: we zullen sterke gezondheidssystemen nodig hebben om het de baas te kunnen. Daarom moeten we investeren in een sterke publieke gezondheidszorg. Voldoende gezondheidspersoneel dat de juiste waardering en verloning krijgt, is daarbij cruciaal. Aangezien virussen geen grenzen kennen, zijn die sterke systemen niet alleen nodig in eigen land, maar in heel Europa en wereldwijd. Want onze ketting is maar zo sterk als de zwakste schakel.
Zowel voor het rampenplan als voor het versterken van gezondheidssystemen, moeten we internationaal samenwerken, in het kader van de EU en de WHO. Als we willen dat deze instellingen bij de volgende crisis paraat staan, dan moeten we hen ook de macht en de middelen geven om die rol te vervullen.
Petra De Sutter, arts en Europees Parlementslid voor Groen