Diplomaten en de kunst van het misleiden

Opinie

Diplomaten en de kunst van het misleiden

Diplomaten en de kunst van het misleiden
Diplomaten en de kunst van het misleiden

Luc Barbé, energie-expert, neemt de misleidende communicatie na de G7-top vorige week in Japan onder de loep. ‘De G7 verspreidde een verklaring die uitpuilde van misleiding en manipulatie.’

Onlangs schreef ik nog dat het hoog tijd is dat diplomaten het in het Midden-Oosten overnemen van generaals. Dat blijf ik menen, maar dat wil niet zeggen dat diplomaten koorknaapjes zijn. Ze maken het soms wel heel bont. Vorige week was het weer van dat. De G7 verspreidde een verklaring die uitpuilde van misleiding en manipulatie.

De G7 bestaat uit vertegenwoordigers van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Canada, Italië en Japan. De Europese Unie is er vertegenwoordigd. Op de top vorige week in Japan was er weinig nieuws te rapen. De herdenking van de slachtoffers van de atoombom op Hiroshima door de ministers van buitenlandse zaken in Hiroshima zelf leverde wel een paar mooie plaatjes op.

Maar laat ons eens kijken naar de verklaring die de ministers toen de wereld instuurden. Het gaat om een verklaring over nucleaire ontwapening en non-proliferatie.

Ijdele hoop

Een eerste en oppervlakkige lectuur van de Hiroshimaverklaring zou je in een lichte euforie brengen. De G7 willen kernwapens de wereld uit. Aandachtig leeswerk en het toetsen van de verklaring aan de feiten leidt helaas tot andere besluiten.

Laten we beginnen met de belangrijkste zin: ‘In this historic meeting, we reaffirm our commitment to seeking a safer world for all and to creating the conditions for a world without nuclear weapons in a way that promotes international stability.’

‘De oproep van de G7 om alle kernwapens de wereld uit te helpen is een stevig stukje diplomatieke misleiding.’

De G7 wil dus een wereld zonder kernwapens, waarmee ze niet anders doet dan het non-proliferatieverdrag uit 1970 bevestigen. Dat voorziet immers het verdwijnen van alle kernwapens uit de wereld. Helaas bevat het verdrag geen termijn. En nog veel erger: er is ook geen afbouw van de kernwapenarsenalen.

De vijf officiële kernwapenstaten, dus ook de G7-leden VS, VK en Frankrijk, investeren de volgende jaren miljarden euro’s om hun kernwapens te moderniseren. Die moderniseringsprogramma’s lopen over vele jaren en kaderen in het behoud van kernwapens de volgende decennia. Het beleid van de VS, het VK en Frankrijk staan dus haaks op de Hiroshimaverklaring.

Het gaat zelfs verder. Sinds enkele jaren timmeren tientallen landen aan een wereldwijd verdrag dat kernwapens verbiedt, het zogenaamde humanitaire initiatief. De vijf kernwapenstaten weigeren om er aan deel te nemen. Ook België heeft zich nog niet aangesloten. De oproep van de G7 om alle kernwapens de wereld uit te helpen is dan ook een stevig stukje diplomatieke misleiding. Misleiding nummer één.

De dangerous deal van India

De G7 roept in de Hiroshimaverklaring alle landen op lid te worden van het non-proliferatieverdrag. Wat dus onder andere inhoudt dat die landen hun eventueel kernwapenarsenaal zouden opdoeken, want een van de kernpunten van het verdrag is dat enkel de vijf vaste leden van de Veiligheidsraad over kernwapens mogen beschikken (en dan nog tijdelijk).

De oproep om lid te worden van het non-proliferatieverdrag slaat eigenlijk op vier landen. India, Pakistan, Israël en Noord-Korea, ze zijn geen lid bij het verdrag en hebben kernwapens.

Dat de G7 Pakistan en India oproept om hun kernwapenarsenaal op te doeken, is een goede zaak en evident. De twee landen vochten al enkele oorlogen uit en de spanning in Kasjmir blijft hoog. Maar in 2005 sloten de VS en India een akkoord op het gebied van nucleaire samenwerking dat een uitholling van het non-proliferatieverdrag betekende. Door dat akkoord werd India het enige land ter wereld met kernwapens dat het non-proliferatieverdrag niet ondertekende dat toch nucleaire handel kan drijven met andere landen. Voormalig Amerikaans president Jimmy Carter had het over een ‘dangerous deal’ met India. China had het over een zware slag voor het internationale non-proliferatie beleid. Vandaag zegt de VS dus doodleuk dat India haar kernwapens zou moeten opdoeken, terwijl het een beleid voert dat de andere richting uitgaat. Mileiding nummer twee.

Het worst kept secret van Israël

Wat Israël betreft is de zaak nog sterker. Het land heeft rond de tachtig kernwapens en dat is het ‘worst kept secret’ ter wereld, zoals professor Avner Cohen, de wellicht grootste expert van het Israëlisch kernwapenprogramma, al jaren zegt. Iedereen weet dat Israël kernwapens heeft. Cohen schreef er een dik boek over met tientallen citaten uit documenten van de Amerikaanse archieven die er geen twijfel over laten bestaan.

‘De bondgenoten van Israël geven de kernwapenmacht van Israël impliciet hun zegen.’

Maar Israël ontkent noch bevestigt het bestaan van zijn kernwapenmacht. Het blijft er bewust vaag over. Zo probeert het te vermijden dat andere landen druk zouden uitoefenen om haar kernwapenarsenaal op te doeken. Tegelijkertijd beschikt het over een strategisch militair middel dat geen ander land in het Midden-Oosten heeft. Ambiguïteit als kernpunt van de doctrine. Die kan maar blijven bestaan doordat alle bondgenoten, dus ook de landen van de G7, die ambiguïteit impliciet ondersteunen. Er zal nooit een minister van een van die landen publiek zeggen dat Israël kernwapens heeft. Alle ministers en regeringswoordvoerders van de bondgenoten van Israël zullen bij vragen hierover rond de pot draaien of een nietszeggend antwoord geven waarmee ze de kernwapenmacht van Israël dus impliciet haar zegen geven.

Toch bevat de Hiroshimaverklaring van de G7 een impliciete oproep aan Israël om haar kernwapenmacht op te doeken. Een lachertje, Israël weet dat dit niet gemeend is en zal zich van die oproep niets aantrekken. Het weet dat het op belangrijke momenten, als er bijvoorbeeld opnieuw druk is van vele landen om een conferentie te organiseren over een Midden-Oosten zonder massavernietigingswapens, niet alleen staat en dat de VS de organisatie van zo een conferentie zal blokkeren. Misleiding nummer drie.

Emotie en wereldvrede

De verklaring van de G7 eindigt met een stukje emotie dat ik jullie niet wil onthouden. ‘For decades, political leaders like us and other visitors have come to Hiroshima and Nagasaki and have been deeply moved. We hope others follow that path. We share the deep desire of the people of Hiroshima and Nagasaki that nuclear weapons never be used again.’

‘Is het geen tijd voor de VS om zijn excuses aan te bieden?’

Enkele waarnemers hadden gehoopt dat president Obama zich in Japan zou verontschuldigen voor het gebruik van kernwapens op Hiroshima en Nagasaki, maar dat gebeurde niet. De slotverklaring van de G7 beperkt zich tot een snuifje empathie en emotie. Dat mag uiteraard, maar is het geen tijd om, meer dan zeventig jaar na de feiten, een stapje verder te gaan? Moet de VS zich niet verontschuldigen voor Hiroshima en Nagasaki?

In mijn boek over de rol die België speelde in de verspreiding van kernwapens, riep ik op dat ons land zich ook zou excuseren ten aanzien van Japan. Zonder het leveren van het uraniumerts uit Belgisch Congo aan de VS zouden er immers geen kernwapens gedropt zijn op Japan.

Vandaag zou ik zeggen dat die excuses eerder het resultaat kunnen zijn van een collectief verwerkingsproces waarbij Belgen en Japanners in een goed georganiseerd proces en over een periode van vele maanden hun meningen uitwisselen over deze periode uit de geschiedenis. Een soort ‘travail de mémoire’, waarbij het niet de bedoeling is de geschiedenis te herschrijven of elkaar te overtuigen van het eigen gelijk. De bedoeling is uitgangspunten, visie en standpunten te delen en die van de ander beter te kunnen begrijpen. Het resultaat van dit proces is per definitie onvoorspelbaar. Het kunnen verontschuldigingen zijn van ons land aan Japan, maar evengoed verontschuldigingen van Japan aan andere landen. Dit soort processen zou uiteraard ook nuttig zijn in de relaties tussen Japan en landen zoals de VS en China.

Misschien kan de G7 het daar de volgende keer over hebben. Dat zou meer bijdragen tot de wereldvrede dan het zoveelste misleidende persbericht dat de wereld wordt ingestuurd.