Sander Vanmaercke (Caritas Vlaanderen)
Nationaal actieplan voor integratie van Roma is broodnodig
“‘‘Discriminatie tegenover Roma is ook vandaag nog alomtegenwoordig’’
Roma zijn als grootste etnische minderheidsgroep in Europa nog steeds het slachtoffer van racisme en discriminatie. Ook in ons land is er nog veel werk aan de winkel, vooral op het vlak van onderwijs en huisvesting, schrijft Sander Vanmaercke van de ngo Caritas Vlaanderen.
Romajongeren in Rome. De dagelijkse discriminatie van Roma neemt vele vormen aan in Europa..
Eugenio / Flickr (CC BY-NC-ND 2.0)
Roma zijn als grootste etnische minderheidsgroep in Europa nog steeds het slachtoffer van racisme en discriminatie. Ook in ons land is er nog veel werk aan de winkel, vooral op het vlak van onderwijs en huisvesting, schrijft Sander Vanmaercke van de ngo Caritas Vlaanderen. ‘De komende jaren zullen cruciaal zijn.’
Roma vormen geen homogene groep. Ze vormen een grensoverschrijdende minderheid, verspreid van de Balkan over West-Europa, Amerika, Noord-Afrika tot in het Midden-Oosten. Over die landen verspreid hebben Roma verschillende etniciteiten, talen, religieuze overtuigingen en levenswijzen. Zo zijn er sedentaire en nomadische Roma. Wat ze delen, is een gezamenlijke afkomst en een gezamenlijke rode draad die doorheen de geschiedenis altijd al prominent in hun leven aanwezig is geweest, namelijk het outsider-statuut en eeuwige discriminatie.
Die discriminatie nam al meermaals doorheen de geschiedenis hallucinante proporties aan, van racisme tot heuse pogroms. Roma werden sinds de Middeleeuwen tot in de negentiende eeuw gevangengenomen en verkocht als slaven, ze werden over heel Europa geïmporteerd. Er werden “zigeunerjachten” georganiseerd. Net zoals de Joden werd de Roma geen grondbezit gegund, daarom waren velen aangewezen op handel.
Het trieste dieptepunt was de volkerenmoord door de nazi’s: bijna een miljoen Roma werden in de concentratiekampen de dood ingejaagd. In 1995 schreef de Amerikaanse journaliste, Isabel Fonseca het artikel Among the gypsies in The New Yorker waar ze meerdere schokkende verhalen over geweld tegen de Roma-gemeenschappen in verschillende landen naar voren brengt. Stuk voor stuk verhalen die bewijzen hoe geweld op Roma-gemeenschappen schering en inslag was.
Recente cijfers van de Europese Commissie schetsen geen fraai beeld van de beeldvorming rond Roma.
Ook vandaag is die discriminatie nog aanwezig. Recente cijfers van de Europese Commissie schetsen geen fraai beeld van de beeldvorming rond Roma. 28% van de Europese bevolking ziet het niet zitten om een Roma als politiek leider te hebben, 17% zou een Roma-collega niet zien zitten en 30% zou geen Roma als schoonzoon -of dochter willen. Met respectievelijk 38%, 22% en 41% liggen die cijfers in België zelfs nog hoger dan het Europees gemiddelde.
De dagelijkse discriminatie van Roma neemt vele vormen aan. Op de huurmarkt worden Roma scheef bekeken, de drempels die ze kennen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt worden niet of onvoldoende weggewerkt, verhalen over criminaliteit vanuit de Roma-gemeenschap zijn wijdverspreid en vaak sterk aangedikt en systematisch worden ze bestempeld als probleemgevallen, ook door beleidsmakers.
In 2014 bijvoorbeeld lekte uit dat Parijse agenten gevraagd werd om dag en nacht te werken aan de systematische verwijdering van Romafamilies, omwille van de problemen die ze met zich mee zouden brengen. In datzelfde jaar kwam Amnesty International naar buiten met een rapport dat aangaf dat verschillende Europese landen weinig tot niets doen om Roma te beschermen tegen racisme, intimidatie door de politie en geweld.
In Antwerpen bieden we met Caritas Vlaanderen een referentieadres aan woonwagenbewoners, vooral rondtrekkende Roms, en ondersteunen hen in hun administratie. In Gent vangen we Roma uit precaire mobiele woonsituaties op in een tijdelijk onderkomen en leiden hen samen met de Stad Gent toe naar onderwijs, werk en huisvesting. Onze eigen ervaring binnen deze projecten leert ons dat Roma nog heel wat obstakels en discriminatie tegenkomen.
De uitdagingen blijven dus ook vandaag nog groot en oplossingen zijn helaas nog te weinig in zicht. De nationale strategie voor de integratie van Roma die ons land moet indienen bij de Europese Commissie laat op zich wachten. De vorige strategie, die reeds afliep in 2020, toonde maar beperkte ambitie en werd op heel wat vlakken niet uitgevoerd. Dat moet anders bij de strategie waar nu aan gewerkt wordt. Er is nog veel werk aan de winkel, ook op Europees niveau trouwens. Met een aantal van 12 miljoen zijn de Roma de grootste etnische minderheid in Europa en helaas ook één van de meest gemarginaliseerde.
Eén van de grootste uitdagingen situeert zich op het vlak van onderwijs.
Eén van de grootste uitdagingen situeert zich op het vlak van onderwijs. Hoewel onderwijs een mensenrecht is, blijft het voor veel Romagezinnen een moeilijk gegeven. Roma kennen traditioneel een onderwijscultuur, waardoor leerlingen vaker wegblijven van school, vroeger uitvallen of zelfs helemaal niet naar school gaan. Dat wordt nog versterkt door een schoolbeleid dat niet op hen is afgestemd en daardoor discriminatie, ook op latere leeftijd, in de hand werkt.
Er zijn voorbeelden genoeg van rondtrekkende Rom-gezinnen die niet naar school kunnen gaan, omdat ze niet lang op één plek kunnen en mogen blijven wonen. Nochtans liggen er oplossingen voorhanden. Het Franse richtlijnenkader bijvoorbeeld schrijft voor dat gemeenten het verblijf van gezinnen met leerplichtige kinderen op hun grondgebied zolang moeten gedogen dat de kinderen in staat zijn hun schooljaar af te ronden. Daarmee wordt de verantwoordelijkheid van de leerplicht ook niet enkel op de ouders afgeschoven, maar evengoed op de lokale besturen en de scholen.
Ook voor niet-rondtrekkende Roma zijn onderwijsproblemen alomtegenwoordig. Een onderzoek in Gent leert ons dat Roma-kinderen zes keer meer kans maken om in het buitengewoon onderwijs terecht te komen. Of ze worden in een algemene onthaalklas geplaatst die enkel en alleen focust op het aanleren van de taal, terwijl ze idealiter in een klas terecht komen die hun algemene achterstand op schoolvaardigheden compenseert.
Die aanpak ontneemt die kinderen kansen. Het is niet alleen nefast voor hun huidige ontwikkeling, maar zorgt er ook voor dat ze later op de arbeidsmarkt problemen ondervinden. Zo geraken ze in een vicieuze cirkel. Gelijke onderwijskansen in ons land zouden vanzelfsprekend moeten zijn. Daar geen werk van maken voor Roma-kinderen is pure discriminatie.
De komende jaren zullen cruciaal zijn. De eerste nationale strategie voor de integratie van Roma in ons land heeft het laten afweten. De opportuniteiten en ideeën waren er, maar die werden al te vaak niet gerealiseerd. Dat moet anders. Hopelijk brengt het volgende actieplan wel soelaas. Het is broodnodig.
Sander Vanmaercke is stafmedewerker Sociaal Beleid en Advocacy bij Caritas Vlaanderen.