Koen De Vidts (NewB)
Pleidooi voor gezonde argwaan tegen zelfregulering van de financiële wereld
“‘Duurzaam investeren: ‘We gaan het zelf moeten doen’’
Kunnen banken en verzekeraars een positieve rol spelen in de strijd tegen de klimaatverandering? ‘Zonder druk van geïnformeerde klanten en stemgerechtigden gaat de financiële wereld niet snel genoeg veranderen’, schrijft Koen De Vidts, bestuurder bij de coöperatieve bank NewB.
Nattanan Kanchanaprat / Pixabay
Kunnen banken en verzekeraars een positieve rol spelen in de strijd tegen de klimaatverandering? ‘Zonder druk van geïnformeerde klanten en stemgerechtigden gaat de financiële wereld niet snel genoeg veranderen’, schrijft Koen De Vidts, bestuurder bij de coöperatieve bank NewB. Hij pleit voor meer regulering en druk van onderuit om de zaak in beweging te brengen.
We hebben alweer een zomer achter de rug met extreme weerfenomenen die de klimaatverandering pijnlijk voelbaar maken. De overstromingen, bosbranden en orkanen die de hele wereldbol teisteren, veroorzaken ontstellend veel menselijk leed. En het zijn alarmbellen die ons vertellen dat actie heel, heel dringend wordt. Maar hoe pakken we dat aan? Tegen zoveel natuurkracht lijken we niet opgewassen en het is niet abnormaal dat we ons machteloos voelen.
Er is echter een manier om je te verzetten die misschien niet als eerste in je op komt, maar die wel een van de meest efficiënte is, namelijk via je geld, hoe veel of weinig je daar ook van hebt.
Wat kunnen wij als gewone Belg doen met ons geld om een duurzame wereld te bevorderen, en wat doet de financiële wereld om ons daarbij te helpen?
De kracht van je geld
Om te beginnen een kleine berekening die de kracht van je geld moet illustreren. Als gemiddelde Belg veroorzaken we ongeveer 10 à 20 ton CO2 uitstoot per jaar, naargelang wat je meerekent. Velen onder ons proberen die broeikasgas-impact te verminderen door minder energie te verbruiken, over te schakelen op openbaar vervoer, vliegreizen te mijden, … Maar weten we hoe zich dat verhoudt ten opzichte van wat je doet met je geld?
Eén investering van 2.000 euro in een bedrijf als Shell, doet al jouw inspanningen over een heel jaar om de uitstoot te verminderen volledig teniet.
Bedrijven meten hun broeikasgasemissies door drie soorten emissies op te tellen: de emissies bij hun bedrijfsactiviteiten (Scope 1), de uitstoot die ontstond bij de aanmaak van ingekochte elektriciteit of andere energie (Scope 2), en de emissies bij normaal gebruik van hun producten bij hun klanten (Scope 3).
Bij oliebedrijven gaat het dus om het totaal aan broeikasgasemissies bij hun bedrijfsactiviteiten én bij de verbranding van de verkochte brandstoffen. De recentste cijfers van Shell en Total over hun CO2-uitstoot leren dat een investering in hun kapitaal van 2.000 euro (voor Shell) à 5.000 euro (voor Total) elk jaar evenveel CO2-uitstoot faciliteert als die 20 ton die jij met veel persoonlijke inspanningen omlaag probeert te krijgen.
Als je weet dat een gemiddelde Belg ongeveer 50.000 euro aan financiële beleggingen heeft (aandelen, fondsen, obligaties, levensverzekeringen en pensioensparen), dan weet je dat er slechts enkele duizenden euro daarvan in fossiele industrie moeten zitten om al jouw CO2-inspanningen volledig teniet te doen.
Betekent het dan dat jij je persoonlijke inspanningen dan maar moet opgeven? Absoluut niet, maar het is wel een reden om je verontwaardiging nuttig te gebruiken bij je bank of je verzekeringsmaatschappij.
Gaat het dan niet de goede kant op met de beleggingen bij de banken en de verzekeringsmaatschappijen?
Spijtig genoeg gaat dat veel te traag: op basis van de cijfers van Forum Ethibel en Mira over 2019, duurt het aan dit tempo nog 27 jaar eer het volledige sparen en beleggen duurzaam zal zijn.
Spijtig genoeg gaat het veel te traag.
En dat is dan nog enkel volgens de huidige definitie van duurzaam beleggen of sparen. In de bankwereld was er de laatste tijd een periode van optimisme omdat er meer en meer duurzaam belegd en gespaard wordt. Maar dit is zeer waarschijnlijk een korte fase in een cyclus: optimisme, gevolgd door een terugval omdat men beseft dat die duurzaamheidscriteria toch niet strikt genoeg waren, en dan weer wat optimisme, om dan weer een terugval te beleven omdat de duurzaamheidscriteria nog steeds te laks waren.
Je kan het afleiden uit de recentste ERSIS-studie van Forum Ethibel en het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling (FIDO): in 2020 is er een grote stijging van het aantal “groene” fondsen, de Ethibel MVI MarktIndex stijgt van 22.1% in 2019 naar 41.6% in 2020. Eind 2020 stak er 231.7 miljard euro in Belgische beleggingsfondsen (ICB’s), en daarvan lijkt 41.6% duurzaam te zijn.
Maar als je dieper leest, dan is slechts 1 op 8 euro’s van die duurzame fondsen geïnvesteerd in producten die een duurzame belegging tot doel hebben waar een duidelijke impactdoelstelling aan gekoppeld is. Dat is uiteindelijk slechts 1 op 20 van alle euro’s in Belgische fondsen.
De ngo Financité heeft dan weer 1.072 beleggingsproducten onderzocht die een groene claim pretenderen. Ze speurden naar niet-duurzame investeringen in de portefeuillesamenstelling van die producten, op basis van criteria rond mensenrechten, nucleaire industrie, klimaat en oorlogswapens. Voor de helft blijken er geen analyses mogelijk te zijn wegens een gebrek aan transparantie. Uiteindelijk resteren er 24 beleggingsproducten die de minimumdrempel van die 4 criteria halen. Dat is 1 op 40.
De bankwereld denkt dat de klimaatuitdaging wel getackeld kan worden met de zachte aanpak en hier en daar wat nudging, en dat het beleggingsaanbod daarvoor niet drastisch hoeft te worden omgegooid.
Het lijkt een beetje op een fietser die een berg gaat beklimmen, 20km met een gemiddelde stijging van 4%. Als die fietser merkt dat de eerste kilometers zo goed als plat zijn, denkt die misschien dat een mountainbike beter was geweest dan de racefiets, want die laatste kilometers stijgen dus al zeker meer dan 4%. En als de volgende kilometers nog steeds niet steiler worden, zou die op bergschoenen moeten overschakelen om het laatste stuk al stappend af te leggen. Of misschien zelfs klimijzers, als die vlakke aanloop naar de top wel erg lang duurt.
De wetenschap en de samenleving schreeuwen de banksector al lang toe hoe steil de resterende weg naar de top wel is, maar de bankwereld denkt dat die vlakke aanloop wel handig is, en dat ze er mits “wat tuning aan die racefiets” nog wel gaat komen.
Het zal dus niet van de financiële sector zelf komen
De EU probeert de bankwereld sneller in te schakelen om de klimaatverandering onder controle te houden. Elke bank moet naast financiële ook duurzame, wettelijk bepaalde indicatoren becijferen én openbaar maken, ze mag geen ongefundeerde duurzaamheidsclaims maken, en als ze geld ophaalt voor fondsen of obligaties moet ze aan voorwaarden voldoen eer ze die duurzaam mag noemen.
De EU probeert de bankwereld sneller in te schakelen om de klimaatverandering onder controle te houden.
En nieuwe SFDR-regels (Sustainable Finance Disclosure Regulation) van de EU definiëren strikt de criteria om een fonds echt duurzaam te mogen noemen: er mogen enkel aandelen of obligaties inzitten die expliciet een positief klimaat- of duurzaam effect als hoofddoel hebben (de zogenaamde “Artikel 9”-fondsen, die 1 op 20 euro van de ERSIS studie). De toezichthouders zullen ook de klimaatgebonden risico’s voor banken strenger controleren.
Geldstroom naar grote Europese bedrijven?
Europa is met de regelgeving omtrent duurzame financiën strenger dan andere continenten. Het zullen dan ook vooral Europese bedrijven en organisaties zijn die zullen rapporteren met de “juiste” indicatoren om hun duurzaamheid te illustreren, conform de Europese regels. Voor investeringsfondsen in Europa is het makkelijker om duurzame labels opgeplakt te krijgen als ze zich beperken tot investeringen in deze bedrijven die hen kant-en-klare cijfers geven om hun duurzame investeringscriteria te kunnen toetsen.
Kleinere bedrijven of organisaties in Europa zijn vrijgesteld van sommige verplichte rapporteringen, en ben je niet in de EU gevestigd is het ook geen verplichting.
Is de vrees dan terecht dat de EU-regelgeving voor een grotere kapitaalstroom naar grote, Europese bedrijven gaat zorgen? Gaan kleinere en niet-Europese organisaties moeilijker aan vers geld geraken? Het is een mogelijk neveneffect dat we goed in het oog moeten houden.Die regelgeving is dus absoluut noodzakelijk om de rol van de banken in de strijd tegen de klimaatverandering op te drijven. En er kan nog meer gebeuren op dat vlak: sturing via financiering van projecten met positieve klimaatimpact, aanpassing van woonkrediet-regels, burgerbetrokkenheid in grote projecten rond hernieuwbare energie, striktere regels rond beleggingen, meer transparantie, enzovoort.
Iedereen kan zijn steentje bijdragen
Ook banken en verzekeraars leven bij gratie van hun klanten. Je hebt zelf dus zeker een invloed op wat er bij jouw bank of verzekeraar gebeurt. Verzeker je ervan dat er geen cent van je spaargeld naar kredieten of investeringen in fossiele industrie gaat. Als je belegt, doe dat enkel in “artikel-9 fondsen” die het geld gebruiken om actief duurzaamheid te bevorderen.
Eis transparantie bij je bank en bij je verzekeraar.
Eis transparantie bij je bank en bij je verzekeraar. Sluit je aan de Fairfin-acties, lees de analyses van Forum Ethibel, vertel aan iedereen over de kracht van je geld en laat je stem horen in je gemeente, weeg op het investeringsbeleid bij de organisatie waar je werkt (denk bijvoorbeeld aan de groepsverzekering), check je pensioenspaarfonds, stap over op een duurzame spaarrekening, enzovoort.
De acties van vandaag, bekeken door de bril van morgen
En om te eindigen: sneller duurzaam worden is ook puur welbegrepen eigenbelang voor elke financiële instelling. Voor duurzaamheid en klimaatimpact zal de publieke opinie de lat steeds hoger en hoger leggen. En we weten dat het erg moeilijk is om naar het verleden te kijken met de bril van toen.
Sneller duurzaam worden is ook puur welbegrepen eigenbelang voor elke financiële instelling.
Stel je als bank dan voor dat de toekomstige klant te weten komt dat je in 2021 nog steeds kredieten verleende aan fossiele industrie. Dat je het oké vond om slechts 1 euro op 20 voor actieve duurzaamheid in te zetten. Dat je je beleggers nog steeds klimaatrampzalige fondsen aanbood en je daarbij dacht dat een kleine waarschuwing in een pop-up-window je eigen verantwoordelijkheid wonderwel wegklikte. Dat je dacht dat niet-duurzame gebouwen nog wel veilig gefinancierd konden worden. En dat je dacht dat drastisch inzetten op duurzaamheid commercieel een slecht idee was.
Samengevat is dit een pleidooi voor gezonde argwaan tegen zelfregulering van de financiële wereld, voor meer sturing net omdat de kracht van geld zo groot is. En het is een pleidooi voor actie van onderuit: zonder druk van geïnformeerde klanten en stemgerechtigden gaat de financiële wereld niet snel genoeg veranderen. We gaan het zelf moeten oplossen.
Koen De Vidts stond mee aan de wieg van NewB en zetelt in de raad van bestuur van de coöperatieve en ethische bank. Via zijn project Zinnings verzorgt Koen seminaries over hoe bedrijven ethiek kunnen integreren in hun dagelijkse werking en bij hun beslissingen.