Jan Vilain
Een pleidooi voor tuinstraten
“‘‘Een deel van de oplossing voor de klimaatopwarming ligt gewoon op straat’’
Klimaatrobuuste leefomgevingen creëren: dat gaat tergend traag vooruit, stelt stedenbouwkundige Jan Vilain vast. Nochtans ligt een deel van de oplossing gewoon op straat. Hij pleit voor de aanleg van tuinstraten: een realistische maatregel met een fantastische bonus voor de bewoners.
Een van de recent aangelegde tuinstraten in Oud-Berchem, Antwerpen. Jan Vilain: ‘De interesse voor het tuinstraatconcept is groot. Het helpt gemeenten klimaatdoelstellingen te bereiken en is in elke stad en dorp toepasbaar.’
Kilian de Jager (CC BY-NC 2.0)
De realisatie van klimaatrobuuste leefomgevingen gaat tergend traag vooruit, stelt stedenbouwkundige Jan Vilain vast. Nochtans ligt een deel van de oplossing gewoon op straat, letterlijk. De aanleg van tuinstraten is een realistische maatregel met een fantastische bonus voor de bewoners.
Het was geen krantenkop toen de Vlaamse regering tijdens de begrotingsbesprekingen in september een akkoord bereikte over het Klimaatadaptatieplan 2030. Het plan geeft uitzicht op een ‘klimaatbestendig’ Vlaanderen tegen 2050 en omschrijft de maatregelen die daarvoor de komende jaren moeten worden genomen. Niettegenstaande het plan elke gemeente en elke burger aanbelangt, is de nieuwswaarde ervan wellicht schromelijk onderschat.
Het Klimaatadaptatieplan is er dus, maar wat nu? Het aantal rondetafels, werkbanken, klankbordgroepen, begeleidingscommissies en andere overlegorganen om ‘na te denken over klimaatverandering en veerkrachtige leefomgevingen’ is nu al niet meer bij te houden. Deskundigen en beleidsmakers struikelen over elkaars voeten in de haast om oplossingen te vinden voor wat ons boven het hoofd hangt.
Waar de overheid nog koudwatervrees heeft om radicaal komaf te maken met het klassieke straatprofiel, nemen burgers het voortouw.
Op het terrein daarentegen vordert de realisatie van klimaatrobuuste leefomgevingen tergend traag terwijl droogte-, hitte- en neerslagrecords elkaar ook in onze contreien ongezien snel opvolgen. Een andere aanpak van bouwen en ruimtelijke inrichting is een veelbelovende manier om daarop te anticiperen maar de processen en procedures daarvoor vergen tijd en de overheidsbudgetten zijn beperkt.
Nochtans ligt een deel van de oplossing gewoon op straat, letterlijk. De straat is de plek waar uitdagingen op het vlak van groen, water, mobiliteit en leefkwaliteit samenkomen. Door op grote schaal in de publieke ruimte, op straatniveau, in te grijpen maken we op bovenlokaal niveau een verschil (think global, act local).
In elke stad en gemeente staan jaarlijks wel één of meerdere straten op de planning voor een al dan niet gedeeltelijke heraanleg. Al die oppervlakte samen vormt een enorm potentieel voor een nieuw soort publieke ruimte. Geen druppels op een hete plaat maar stenen die worden verlegd in een rivier.
Waar de overheid nog koudwatervrees heeft om radicaal komaf te maken met het klassieke straatprofiel, nemen burgers het voortouw. Lab van Troje pionierde van 2012 tot 2017 in Gent met de Leefstraten, tijdelijke experimenten rond het potentieel van de openbare ruimte.
De bewoners van de Korte Veluwestraat in Mechelen vonden er de mosterd om zelf de handen uit de mouwen te steken. Auto’s en asfalt verdwenen uit het straatbeeld om plaats te maken voor groen, picnicbanken en waterinfiltratie.
Begin 2021 zorgde het Mechelse stadsbestuur voor een definitieve make-over die gezien mag worden. Ook in 2017 legden de bewoners van het Antwerpse Sint-Andrieskwartier met de burgerbegroting in de Lange Ridderstraat een ‘groene ader’ aan die nadien door het stadsbestuur werd omgevormd tot een eerste tuinstraat. Een tuinstraat?
‘Een tuinstraat is een straat die zo groen mogelijk is ingericht en maximaal water infiltreert. Bestaande verharding maakt plaats voor o.a. bomen, plantvakken en zithoeken. Waar verharde oppervlakte nodig blijft, bestaat die zoveel als mogelijk uit waterdoorlatende bestrating. Een tuinstraat is een straat waar buren werken aan vergroenen, verblauwen en verbinden’, luidt de omschrijving van Stad Antwerpen_._
Het tuinstraatconcept draagt bij aan een positieve mentaliteitsverandering in het denken over de leefomgeving.
Antwerpen heeft intussen vijf gerealiseerde tuinstraten en de teller loopt verder. Ze laten het stadsbestuur toe om te experimenteren op vlak van materiaalgebruik, bewonersparticipatie, beplantingskeuze, waterberging, samenwerking met externe partners en het implementeren van beleidsplannen zoals het Waterplan, Groenplan en Klimaatplan. De eerste tuinstraten kwamen op relatief korte termijn tot stand en de opgedane ervaringen zullen ongetwijfeld leiden tot een snellere uitvoering van nieuwe projecten.
De interesse voor het tuinstraatconcept is groot. Het helpt gemeenten klimaatdoelstellingen te bereiken en is in elke stad en dorp toepasbaar. De omvorming van zulke straten is behoorlijk spectaculair en oogst succes bij de bewoners. Omliggende straten zijn vaak vragende partij om ook tuinstraat te worden. Dat toont aan dat het tuinstraatconcept bijdraagt aan een positieve mentaliteitsverandering in het denken over de leefomgeving.
Tel uit uw winst
Een kleine verandering van richting maakt dat de eindbestemming ergens anders is dan wanneer je op koers blijft. Zo’n mentaliteitsverandering leidt uiteindelijk tot een sneeuwbaleffect met een onomkeerbare impact op het beleid. Tuinstraten kunnen zo’n richtingverandering in de openbare ruimte inluiden.
Voor Vlaanderen is dit een kans om blauwgroene dooradering in elke woonomgeving te laten doordringen. Door in elke dichtbebouwde buurt een netwerk van tuinstraten te ontwikkelen, verbetert niet alleen de esthetische kwaliteit van de publieke ruimte. Tuinstraten zorgen voor verkoeling, stimuleren sociale interactie, geven de biodiversiteit een boost, genereren zachte mobiliteit, zwengelen de lokale economie en horeca aan en garanderen gezondheidswinst voor de omwonenden.
Gemeentebestuur, tel uit uw winst. Vlaamse overheid, vermenigvuldig die winst met driehonderd.
Om uitvoering te geven aan het Vlaams Klimaatadaptatieplan 2030 is het ‘boots on the ground’ voor iedereen. De aanleg van tuinstraten is voor elk gemeentebestuur, elke projectontwikkelaar, elke sociale huisvestingsmaatschappij niet alleen een realistische maatregel maar geeft bovendien een fantastische bonus aan de bewoners en aan de samenleving.
Jan Vilain is stedenbouwkundige en hoofdredacteur vakblad Publieke Ruimte
Infopunt Publieke Ruimte