Diverse auteurs
De doodlopende weg van deregulering
“‘‘Een goed landbouwbeleid beschermt Europese én West-Afrikaanse boeren’’
West-Afrikaanse melkboeren zijn de dupe van een Europees landbouwbeleid dat de Europese melkindustrie bevoordeelt. Enkele ngo's, waaronder Oxfam en Humundi, vestigen de aandacht op dit onderbelicht probleem.
In West-Afrika speelt de veeteelt een cruciale rol voor heel wat rurale huishoudens.
ILRI/Karen Marshall (CC BY-NC-ND 2.0 DEED)
West-Afrikaanse melkboeren zijn de dupe van een Europees landbouwbeleid dat de Europese melkindustrie bevoordeelt. Enkele ngo’s, waaronder Oxfam en Humundi, vestigen de aandacht op dit onderbelicht probleem. ‘Dit toont de doodlopende weg van een gedereguleerd model waarin boeren over de hele wereld tegen elkaar worden uitgespeeld.’
Op het platform voor het Europees Parlement vorige week, geflankeerd door een groot aantal tractoren, herinnerde een Belgische melkveehouder eraan dat zijn gedachten bij de boeren van West-Afrika waren. Daarmee legde hij iets op tafel dat door veel vertegenwoordigers van de Europese landbouwwereld weinig besproken of zelfs genegeerd wordt.
Voor sommige producten en in sommige sectoren zijn het de Europese boeren die het slachtoffer zijn van oneerlijke concurrentie van landbouwproducten die geïmporteerd worden uit regio’s met lagere normen. Maar er zijn ook een aantal gevallen waarin het Europese producten zijn die een negatief effect hebben op mensen die van de landbouw leven, door met hen te concurreren.
Deze week wordt in een nieuw onderzoek gekeken naar de Europese zuivelexport naar West-Afrika. Dit is een regio waar, ondanks grote verschillen tussen landen, veeteelt een cruciale rol speelt voor rurale huishoudens en waar de melkconsumptie al jaren stijgt door de bevolkingsgroei en veranderende voedingspatronen.
We hebben te maken met een Europese industrie die georganiseerd is om externe markten te veroveren.
Als gevolg daarvan worden er steeds meer zuivelproducten geconsumeerd. Goed nieuws voor de gezinnen van lokale melkveehouders en -producenten? Slechts gedeeltelijk. Want de West-Afrikaanse markt heeft een fenomenale groei gezien in de import van mager melkpoeder dat wordt vermengd met plantaardige vetten, voornamelijk palmolie (MGV-mengsel).
In 2021 zal 34,9% van de melk die in de regio wordt geconsumeerd een mengsel van melkvet zijn — meer dan lokale koemelk of enig ander zuivelproduct. Meer dan twee derde van deze import is van Europese oorsprong. En ze concurreren met lokale melk: een liter gemengde melk wordt verkocht voor 30-50% minder dan een liter zuivere melk die een paar kilometer verderop wordt verwerkt. Sterk ondersteund door overheidssubsidies is Europese melk een onverslaanbare concurrent.
Het droogleggen van de stroom van dit MGV-mengsel naar West-Afrika lijkt in de huidige context een schoolvoorbeeld van veranderingen die moeten worden doorgevoerd. We hebben te maken met een Europese industrie die georganiseerd is om externe markten te veroveren. De beslissing om een einde te maken aan de regulering van de melkproductie met het einde van de quota heeft geleid tot een sterke groei van de productie, die veel verder gaat dan de behoeften van de Europese bevolking of de behoeften van de exportsectoren.
Deze agro-exportkeuze houdt geen rekening met het feit dat andere boeren op deze externe markten zelf ook van hun productie proberen te leven. Of de specifieke situatie van de Sahel, een regio die verzwakt is door de klimaatverandering en conflicten, waar het Europese landbouwbeleid een negatieve invloed heeft op de ontwikkeling van sterke lokale industrieën die in staat zijn om voedsel en jobs te produceren.
De EU moet haar impact op derde landen evalueren en haar steun heroriënteren naar sectoren die boeren elders geen schade berokkenen.
Erger nog, het besluit om van goedkope melk en bijproducten van melk een exportsector te maken, zorgt er ook voor dat een zeer groot aantal Europese melkproducenten geen fatsoenlijk inkomen hebben. Ze krijgen minder betaald dan de productiekosten en door de overvloed aan melk op de markt moeten ze met elkaar concurreren. En subsidies van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid stellen fabrikanten in staat om goedkope zuivelproducten in het buitenland te verkopen, waardoor West-Afrikaanse producenten dan weer oneerlijke concurrentie ondervinden.
Dit toont de doodlopende weg van een gedereguleerd model waarin boeren over de hele wereld tegen elkaar worden uitgespeeld. Om deze situatie te verhelpen, moeten de Europese Unie en West-Afrika opnieuw een handels-, belasting- en landbouwbeleid opbouwen dat hun landbouwsectoren beschermt. Niet om kampioenen voor de wereldmarkt te creëren, maar om de inkomens van boeren te consolideren, iedereen toegang tot gezond voedsel te garanderen en het milieu te beschermen. De EU moet haar impact op derde landen evalueren en haar steun heroriënteren naar sectoren die boeren elders geen schade berokkenen.
Fairouz Gazdallah is beleidsmedewerker voedselsystemen bij Oxfam België. Benoit De Waegeneer is algemeen secretaris bij Humundi. Anne-Françoise Taisne is algemeen afgevaardigde bij het Comité Français pour la Solidarité Internationale. Luc Arnaud is algemeen directeur bij Gret.