Birte Stael, Cindy Hubinon, Kirsten Smets, Filippo Pratesi, Yassine Mazgout
Een resolute keuze voor gendergelijkwaardigheid
“‘‘Een inclusief relancebeleid na corona neemt echt alle vrouwen mee’’
Hoewel vrouwen uit alle lagen van de samenleving een glazen plafond tegenkomen, wordt er systematisch over een groep vrouwen heen gekeken: vrouwen in armoede. Vijf studenten van de Antwerp Management school pleiten voor een relance die álle vrouwen ruimte biedt om te participeren aan de samenleving.
J. Howard Miller / Pixy
Vrouwen vormen de ruggengraat van onze gezondheidszorg, cultuur en economie. De zwaarste lasten van onze samenleving rusten al millennia op hun schouders. En toch krijgen ze niet de erkenning die ze verdienen. Een crisis als deze is dan ook een moment bij uitstek om onze koers bij te stellen en voor gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen zorgen, schrijven enkele studenten van de Antwerp Management School.
Of ze er nu erkenning voor krijgen of niet, vrouwen loodsen ons met buitengewone inspanning door deze crisis.
De coronapandemie komt gendergelijkheid niet ten goede. Naast het verergeren van de “schaduwpandemie” van geweld tegen vrouwen en meisjes, en de generatie jonge meisjes die disproportioneel hun toegang tot onderwijs verliezen, dragen vrouwen het gros van de negatieve economische gevolgen. Hierover zijn het ILO, de VN en tal van internationale financiële instellingen het eens.
Nochtans wordt dat onderscheid zelden gemaakt in de hulpmaatregelen die overheden aanreiken. Is dat verrassend wanneer uit 87 landen slechts 3,5 procent van de nationale COVID-19 crisisgroepen genderpariteit bereikt?
‘Alle vrouwen zijn werkende vrouwen’, schreef Mary Chinery-Hesse in oktober. Wereldwijd blijven vrouwen taken uitoefenen omdat dat van hen verwacht wordt: zorgen voor het gezin, voor zieken en voor het huishouden. Lovenswaardige arbeid weliswaar, die mede de economie recht houdt, maar waarmee de kloof tussen loonbrieven van man en vrouw nog niet gedicht wordt.
Een ondernemende vrouw presteert volgens cijfers gemiddeld minder uren dan een man op wekelijkse basis. Is zo’n loonkloof dan niet onvermijdelijk? Wij denken dat het antwoord schuilt in wat meegerekend wordt als “werk”. Een onderzoek naar de intentie van ondernemende vrouwen licht een tipje van de sluier.
Bij een bevraging van vrouwen in 50 economieën, antwoordde driekwart dat ze een zaak begonnen om ‘een verschil te maken in de wereld’ en om ‘een tekort aan jobs te overleven’. Bovendien zoeken vrouwen die ondernemen naar flexibiliteit (tijd voor zorgtaken) in een economie die hen daar systematisch voor discrimineert.
Dat staat in contrast met de bevraagde mannen waarbij 60 procent onderneemt met het oog op ‘het verkrijgen van een zeer hoog inkomen’ of om een familietraditie verder te zetten. Kan een inclusieve economie hier niet op inspelen?
Een herkenbaar patroon in België
Een vrouw leidde ons door de donkerste maanden van een globale crisis. Haar opvolger – een verdediger van quota’s en vrouwenrechten – leidt de eerste paritaire federale regering. Toch laat de pandemie zich ongelijk gelden. Thuisblijven met een ziek kind, een school die in quarantaine gaat… tweeverdieners die eerder op grootouders en andere vormen van opvang konden rekenen, zijn genoodzaakt de taken te verdelen.
Maar als het niet thuiswerkende moeders zijn die extra werk doen of het gros van hun verlofdagen inzetten, dan zijn het wel grote zussen die met één oog op Smartschool het huishouden draaiende houden.
Of ze er nu erkenning voor krijgen of niet, vrouwen loodsen ons met buitengewone inspanning door deze crisis.
Vrouwen in België worden in het bijzonder benadeeld door de aard van hun jobs. Ze maken meer dan 90 procent uit van de Belgische kappers en schoonheidsspecialisten, zwaar getroffen contactberoepen. Als psychologen (83,1 procent), onderwijzers (> 90 procent), schoonmaaksters (97 procent) en verpleegkundigen (> 90 procent) houden zij ook in crisistijd onze samenleving staande, met een aanzienlijk verhoogde werkdruk.
In prevalentiestudies die aantoonden hoe Spaanse en Italiaanse zorgverleners in de frontlinie een hoger risico op infectie hadden, waren vrouwen oververtegenwoordigd (75 procent in Spanje). Als verpleegkundige voeren ze technische taken uit die nauw contact met hun patiënt vereisen. Al werd er ook bezorgdheid geuit over het beschermend materiaal (schorten en maskers) dat vooral op mannenformaat gemaakt is.
Of ze er nu erkenning voor krijgen of niet, vrouwen loodsen ons met buitengewone inspanning door deze crisis. Hen bedanken doen we op Moederdag met stereotiepe cadeaus. Op Internationale Vrouwendag stoffen redacties dan weer hun ‘Tien Meest Succesvolle Vrouwen’-stuk af, schrijven politici van alle slag universeel aanvaardbare tweets, en sluiten collega’s hun PowerPoint presentaties triomfantelijk af met J. Howard Millers ‘We can do it’- poster.
Vrouwen vormen de ruggengraat van onze gezondheidszorg, cultuur en economie. De zwaarste lasten van onze samenleving rusten al millennia op hun schouders. Is één dag dan voldoende om van gendergelijkheid de (tastbare) norm te maken?
Een inclusieve relance neemt echt alle vrouwen mee
Tineke Van hooland schreef in de Tijd (naar het voorbeeld van de VN en in de lijn van een aantal Europese studies) dat vrouwen op ambitieuze en creatieve wijze centraal gezet moeten worden in het economisch relancebeleid. Het toeval wil dat we ons met vijf studenten uit de Antwerp Management School over hetzelfde vraagstuk hebben gebogen.
We stelden namelijk vast dat – hoewel vrouwen uit alle lagen van de samenleving een glazen plafond tegenkomen – er systematisch over een groep vrouwen heen gekeken wordt: vrouwen in armoede.
Wat wij bewerkstelligen, zonder budget, na de lesuren, kan een overheid een stuk vlotter faciliteren.
Dit zijn vrouwen die bruisen van potentieel, maar met een leefloon, schuldbemiddeling, tijdelijke verblijfsvergunning… systematisch richting bepaalde niches van de arbeidsmarkt “behandeld” worden.
Voor de pandemie werd je uit de armoede naar een (onzekere) carrière als huishoudhulp, kassierster of schoonheidsspecialiste aangemoedigd. Vanuit goede bedoelingen wordt de drempel naar zelfredzaamheid zo laag mogelijk gezet. Tegelijk wordt daarmee het potentieel van tal van vrouwen miskend en worden ze tewerkgesteld in diezelfde sectoren die hen kwetsbaar houden voor een crisis.
In de literatuur worden ze ook wel missing women entrepreneurs genoemd. Vrouwen die – zelfs wanneer ze ondernemen – gedijen in de informele economie met weinig groeikansen. Een melkboerin met twee koeien in Somalië of een “vervangbare” poetshulp zonder papieren wordt bij het wegvallen van hun job opnieuw in armoede gedreven.
Anders kijken naar toegankelijkheid
Voor ons “Look at her”-project vroegen we tal van sociaal werkers in Antwerpen om met deze vrouwen stil te staan bij ondernemerschap. We stelden namelijk vast dat allerlei bestaande projecten onze doelgroep moeilijk bereikten. We wilden toegankelijkheid dynamischer maken.
Uit onze online lessen ervaren we dat digitaal onderwijs vol potentieel zit, zolang je maar creatief durft zijn. Dus kozen we ervoor om alles via Whatsapp te doen: een-op-een mentorsessies via video, huiswerk in de vorm van geluidsopnames, een flexibel schema met ruimte voor last-minute wijzigingen… We spelen zo in op wat wereldwijd vaak de drijfkracht van ondernemende vrouwen is: noodzaak. Kandidates werden zorgvuldig gekoppeld aan een ondernemende vrouw.
Dankzij onze samenwerking #SheDIDIT is taal geen barrière en zien kandidaten facetten van zichzelf weerspiegeld in hun mentor. Er is voldoende ruimte voor eigen creatieve input. Hoewel dit nu op vrijwillige basis gedaan wordt, kan een compensatie voor zulk flexibel mentorschap ondernemende vrouwen extra ademruimte bieden.
We pleiten voor een relance die alle vrouwen ruimte biedt om te participeren aan een samenleving. Inclusief ondernemerschap stimuleren is daar één component van. Wat wij bewerkstelligen, zonder budget, na de lesuren, kan een overheid een stuk vlotter faciliteren.
Ondernemende vrouwen moeten heel wat barrières overwinnen: netwerken, gelijkwaardige financiering (men verwacht stereotiep minder groei dan bij mannen), een loonkloof van 45 procent op EU-niveau. Vrouwen in armoede, survivors van huiselijk geweld, vluchtelingen, hoeven niet te belanden in deterministische systemen. Zij kunnen mee onze samenleving vormgeven, innovatie kweken in onze wijken en veerkracht bieden aan onze economie.
Naar het voorbeeld van succesverhalen van de European Investment Bank kunnen “vergeten” vrouwen met inclusieve microfinanciering in België laagdrempelig aan startkapitaal geraken. Een pragmatische benadering van discriminatie waardoor vrouwen zich gemakkelijker begeven in sectoren die doorgaans door mannen ontgonnen worden.
In Libanon nemen hierdoor meer vrouwen deel in de hightech sector. In Jordanië kunnen Syrische vluchtelingen meer doen dan overleven. Een gevolg in Madagascar: meer vrouwen dan mannen startten een eigen zaak.
Een crisis als deze is een moment bij uitstek om onze koers bij te stellen. Onze collectieve ervaring met de pandemie kan een voedingsbodem zijn voor internationale politieke moed. Op de vooravond van een digitale transitie, met uitdagingen voor het klimaat, onze gezondheidszorg, vergrijzing, onze strategische autonomie, kan ons relancebeleid een nieuw normaal inluiden voor we op kruissnelheid de volgende crisis tegemoet gaan. Een resolute keuze voor gendergelijkwaardigheid ligt voor het grijpen.
“Look at her” is een project van vijf studenten met een divers profiel uit de Antwerp Management School. Met een achtergrond in financiën, ingenieurswetenschappen, geneeskunde,… proberen ze creatief een bijdrage aan maatschappelijk relevante uitdagingen te doen.