‘Ik ben tegen interlandelijke adoptie, en dit is waarom’

Danai Deblaere

07 april 2021
Opinie

De positieve kanten van adoptie worden overschaduwd door de negatieve

‘Ik ben tegen interlandelijke adoptie, en dit is waarom’

‘Ik ben tegen interlandelijke adoptie, en dit is waarom’
‘Ik ben tegen interlandelijke adoptie, en dit is waarom’

Studente Danai Deblaere is de dochter van een Indisch adoptiekind. Ze weet daardoor goed hoe moeilijk het is om op te groeien in een witte wereld, waar niemand op je lijkt. De problemen die daardoor ontstaan, kunnen vermeden worden door interlandelijke adoptie te verbieden, schrijft ze.

Abigail Thompson / Pixabay (CC0)

Weeskinderen in India. De interlandelijke adopties zijn de laatste jaren fel gedaald en geadopteerden komen alsmaar meer met hun verhaal naar buiten.

Abigail Thompson / Pixabay (CC0)

Studente Danai Deblaere is de dochter van een Indisch adoptiekind. Ze weet goed hoe moeilijk het is om op te groeien in een witte wereld, waar niemand op je lijkt. De problemen die daardoor ontstaan, kunnen vermeden worden door interlandelijke adoptie te verbieden, schrijft ze.

22 november 1976, Daisy, een Indisch meisje van twee jaar komt aan op Zaventem. Ze is geadopteerd door een Belgisch gezin met een grote kinderwens die jammer genoeg niet op een natuurlijke manier in vervulling kan gaan. De adoptieouders van Daisy hebben al één biologische dochter maar ze willen hun gezin uitbreiden.

Daisy komt uit een weeshuis van Missionaries for Charity in Mumbai. De adoptieouders van Daisy zoeken tussen de aangekomen kinderen naar hun adoptiekindje. Ze vinden haar niet onmiddellijk. Het kindje op de foto die ze van adoptiebureau De Vreugdezaaiers kregen, is nergens te bespeuren.

Uiteindelijk bleef er van alle adoptiekinderen nog maar één kindje over: Daisy. Ze was niet het meisje op de foto, maar ze bleek uiteindelijk wél het adoptiekindje van het betreffende gezin te zijn. Daisy was twee jaar, maar ze zag er veel jonger uit. Bovendien was ze niet gezond. Een dag langer in India had haar dood kunnen betekenen.

Gelukkig stierf Daisy niet, anders zou ik dit opiniestuk niet kunnen schrijven. Want ik ben haar dochter.

En ik kan vanop de eerste rij meemaken wat het betekent om geadopteerd te zijn. Er is elke dag twijfel en onwetendheid over belangrijke zaken in een mensenleven. Je moet op zoek gaan naar antwoorden op vragen die in een normaal leven vanzelfsprekend zijn.

In het Haags Verdrag pleit men voor zo weinig mogelijk transnationale adopties. Adoptieouders moeten dus eerst in eigen land op zoek gaan naar een adoptiekind.

Hoewel er geen duidelijke regelgeving bestond over interlandelijke adopties, steeg het aantal adopties aanzienlijk vanaf de jaren ’60. Zo kwamen er bijvoorbeeld kinderen zonder verblijfsvergunning naar België. In sommige gevallen kwamen kinderen met valse papieren naar ons land. Op die manier wordt het nog moeilijker voor het kind om naar de biologische ouders op zoek te gaan.

Pas in 1995 kwam er een internationaal adoptieverdrag, het Haags verdrag. Adoptie is volgens het Haags adoptieverdrag de laatste mogelijkheid voor kinderen die geen pleegzorg vinden en voor ouders die hun kinderwens niet in vervulling zien gaan. Bovendien pleit men in het verdrag voor zo weinig mogelijk transnationale adopties. Adoptieouders moeten dus eerst in eigen land op zoek gaan naar een adoptiekind.

Dit is al een stap in de goede richting, een kindje uit een ander werelddeel, een ander klimaat en een andere cultuur adopteren, houdt in dat die kinderen zich moeten aanpassen en dat kan voor de nodige psychologische problemen zorgen.

Ongelijkheid

Door interlandelijke adoptie wordt de ongelijkheid tussen het Noorden en het Zuiden van de wereld blootgelegd. Zouden wij in België accepteren dat een rijk Chinees gezin een arm Belgisch kindje adopteert? De meeste kinderen die hier terecht kwamen via een buitenlandse adoptie zijn afkomstig uit Azië, Afrika, Latijns-Amerika of de vroegere oostbloklanden.

Hoewel armoede volgens het Haags adoptieverdrag geen reden is om kinderen te adopteren, gebeurde dat na 1995 nog altijd. Een belangrijk aspect van interlandelijke adoptie is kijken naar de manier waarop andere culturen met verwantschap omgaan. Antropologische studies tonen aan dat culturen het principe van verwantschap op verschillende manieren benaderen. Volgens de Westerse normen en waarden is dit een goede reden om een kindje te adopteren, maar wie is het Westen om te zeggen wat kan en niet kan?

Mijn mama groeit op in Sint-Denijs-Westrem, een begoed dorp aan de rand van Gent. Ze heeft alles wat een kind nodig heeft tijdens haar jeugd. Toch wordt ze al vroeg geconfronteerd met psychologische problemen en identiteitscrisissen. In haar dorp lijkt niemand op haar, zelfs haar gezin niet. Op televisie en in de schoolboeken heeft ze al helemaal geen referentiepunt. Een bruin meisje groeit op in een witte, rijke wereld, het contrast met haar thuisland kan niet groter zijn.

Jarenlang is mijn mama niet bezig met haar adoptieverhaal, ze voelt zich goed en ze voelt zich thuis. Tot ze een dochter krijgt die zich wel vragen begint te stellen bij haar afkomst.

Ik besefte al vroeg dat ik een andere achtergrond had, mijn mama zegt vaak dat ik al wist waar India lag voordat ik kon spreken. Ik ben al mijn hele leven geïnteresseerd in ons land.

Eind 2016 maakte mijn mama samen met mij en mijn papa haar rootsreis. We bezochten de deelstaat Tamil Nadu, waar de roots van mijn mama liggen. Na drie weken in het zuiden van India te vertoeven, vertrokken we naar Mumbai, waar mijn mama als weeskind verbleef in een weeshuis van Missionaries for Charity. Dit is de enige plek waar mijn mama met zekerheid is geweest.

Waarom kregen we zo weinig informatie? Waarom konden ze niet eerlijk zijn?

We verbleven vier dagen in Mumbai en gingen elke dag naar het weeshuis. Nu zitten er enkel kinderen met een beperking omdat zij geen plaats hebben in de Indische maatschappij. Toen we voor de eerste keer in het weeshuis waren, kwamen de kinderen direct naar ons. Ik pakte een kindje op en wou het daarna terug neerzetten maar het liet me niet los. Het leek een soort metafoor, mijn mama was ooit dat kindje, een meisje verlangend naar liefde en een gezin.

Onze laatste dag in India is er een die mij voor altijd zal bijblijven, jammer genoeg niet op een positieve manier. De zusters van het weeshuis hadden ons beloofd om te vertellen wat er met mijn mama was gebeurd. Mijn biologische oma bleek ongehuwd zwanger te zijn, dat is in India taboe waardoor vele jonge moeders hun kind afstaan.

De zuster voegde eraan toe dat ze nu waarschijnlijk wel een gezin heeft. Dit was voor mij en mijn mama een pijnlijke ervaring. We kregen geen gegevens, zelfs geen naam of een geboorteplaats, enkel een foto van mijn mama in het weeshuis. Voor de eerste keer zagen we mijn mama als een Indisch kindje.

Waarom kregen we zo weinig informatie? Waarom konden ze niet eerlijk zijn? Deze vragen stellen mijn mama en ik ons nog elke dag. Er wordt een deel van je familie, cultuur en identiteit verborgen.

Frauduleuze praktijken

Er was een grote vraag maar slechts een klein aanbod. Zo onstaat kinderhandel.

Na wat onderzoek naar ‘De Vreugdezaaiers’, het adoptiebureau van mijn mama, ontdekte ik dat de oprichter ervan, Pater Eugène Delooz, begin jaren ’70 overeenkomsten sloot met enkele weeshuizen. Hij gaf hen geld om kinderen naar België te brengen. Ook al heeft Pater Delooz dit met de beste bedoelingen gedaan, er werd een adoptiemarkt gecreëerd. Er was een grote vraag maar slechts een klein aanbod. Zo ontstaat kinderhandel.

Het adoptiebureau verloor in 2011 haar erkenning omdat er te weinig gerealiseerde adopties plaatsvonden. De overheid wil dat de erkende adoptiebureaus jaarlijks dertig kinderen plaatsen. ‘De Vreugdezaaiers’ voldeed niet aan die quota. Nu heet de organisatie ‘Joy For Kids’ en zetten ze zich in om zoveel mogelijk Indische kinderen naar school sturen.

Een halfjaar na de intrekking van de erkenning van het adoptiebureau kwamen er verhalen naar buiten waaruit bleek dat een deel van de adoptiekinderen die ‘De Vreugdezaaiers’ naar België haalde op frauduleuze manieren van hun biologische ouders werden weggehaald.

Adoptie moet bekeken worden vanuit het perspectief van het kind en zijn of haar biologische familie en cultuur. We moeten als maatschappij beseffen dat er machtsmisbruik plaatsvindt bij adoptie en dat kinderen weggerukt worden van hun familie zodat de adoptiemarkt, gesteund door overheidsinstanties, in stand kan blijven.

Gelukkig zijn er op dit moment talrijke initiatieven om geadopteerden te begeleiden, bijvoorbeeld het Steunpunt Adoptie. De interlandelijke adopties zijn de laatste jaren fel gedaald en geadopteerden komen alsmaar meer met hun verhaal naar buiten.

Maar de positieve kanten van adoptie worden overschaduwd door de negatieve kanten. Hoe kan je een menswaardig leven opbouwen als de belangrijkste vragen uit je leven onbeantwoord blijven, als je weet dat je adoptie hoogstwaarschijnlijk illegaal is verlopen, als je weet dat je grootmoeder misschien beroofd werd van haar eigen kind?

Danai Deblaere is student journalistiek aan de Arteveldehogeschool in Gent