“‘Mannen van middelbare leeftijd houden vrouwen van de macht in Verenigde Naties’
Met de campagne “1 for 7 billion” wilden de Verenigde Naties duidelijk maken dat de nieuwe Secretaris-Generaal van de VN het gezicht zal zijn dat de hele wereldbevolking vertegenwoordigt. Gisteren werd echter, voor de negende keer op rij, duidelijk dat een man van meer dan middelbare leeftijd toch weer representatiever werd geacht dan andere kandidaten.
Op 1 Januari 2017 geeft de huidige Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (VN), Ban Ki-moon, de fakkel door aan zijn opvolger. Vandaag wordt officieel bekend gemaakt wie dat zal zijn, maar tijdens een voorlopige stemming in New York op woensdag werd duidelijk dat dit, naar alle waarschijnlijkheid, voormalig Portugees president en voormalig VN Hoog Commissaris voor de Vluchtelingen, António Guterres, wordt.
De VN-Secretaris-Generaal is de facto de leider en vertegenwoordiger van de VN, en wordt in de praktijk telkens voor een periode van vijf jaar gekozen door de Algemene Vergadering van de VN, op voordracht van de leden van de VN Veiligheidsraad. Gezien de stemprocedures in de Veiligheidsraad, wil dit zeggen dat elk van de vijf permanente leden van de Raad (China, Rusland, Frankrijk, het VK en de VS) alsook de tien niet-permanente leden een veto kunnen stellen, en dat, bijgevolg, vaak een compromis-kandidaat wordt voorgedragen.
Een gebruikelijke overweging in het selecteren van de kandidaat is het verzekeren van een regionale balans. Met Ban Ki-Moon had de Aziatisch-Pacifische groep zijn tweede Secretaris-Generaal geleverd (de vorige Aziaat in de functie was de Birmees U Thant), terwijl de Afrikaanse, Zuid-Amerikaanse en Arabische regionale groep tot nu toe elk één Secretaris-Generaal hebben geleverd (Kofi Annan, Javier Pérez de Cuéllar en Boutros Boutros-Ghali respectievelijk), en de groep van Centraal- en Oost-Europese landen heeft zelfs nog nooit een Secretaris-Generaal kunnen voordragen. De groep waartoe West-Europa, de VS en Australië behoren, leverden daarentegen al drie Secretarissen (Trygve Lie, Dag Hammarskjöld en Kurt Waldheim).
Omwille van dit onevenwicht, werd in de wandelgangen algemeen aangenomen dat het ditmaal ofwel de Centraal- en Oost-Europese groep, ofwel de Zuid-Amerikaanse groep (wiens laatste kandidaat in 1981 werd verkozen) een kandidaat zou mogen voordragen.
Daarnaast werd het steeds meer als een smet op de representativiteit van de VN gezien dat in de 70-jarige geschiedenis van de organisatie nog nooit een vrouw verkozen was geweest tot Secretaris-Generaal.
Deze verwachting motiveerde ook een disproportioneel hoog aantal hoog gekwalificeerde vrouwen uit deze twee regio’s om zich kandidaat te stellen voor de functie. Andere sterke vrouwen politieke leiders (zoals Dilma Roussef en Michele Bachelet) overwogen een kandidaatstelling, maar gingen hier niet mee verder omdat de VN nog nooit een voormalig staatshoofd als Secretaris-Generaal had gekozen. Echter, met kandidates als Irina Bokova (Bulgarije), Kristalina Georgieva (Bulgarije), Natalia Gherman (Moldavië), Susanna Malcorra (Argentinië), Vesna Pusić (Kroatië), en Christiana Figueres (Costa Rica), leek het voor de hand liggend dat – welke keuze er ook zou gemaakt worden – een betere regionale en gender-vertegenwoordiging het gevolg zou zijn. Helen Clark, voormalig premier van Nieuw-Zeeland en huidig voorzitter van de VN-ontwikkelingsorganisatie UNDP, stelde zich ook kandidaat.
Kristalina Georgieva en Irina Bokova: twee uitstekende kandidaten uit Centraal-Europa
Het dieptepunt kwam op 9 september, toen de voorlopige stemming een uitsluitend mannelijke top vijf opleverde
Tot verbazing van velen haalden deze kandidates echter systematisch niet de hoogste scores in de voorlopige stemmingen die sinds juli plaatsvinden in de Veiligheidsraad. Stemmingsresultaten tonen dat überhaupt slechts 2 van de 6 genoemde kandidates ooit de top vijf hebben gehaald in deze stemmingen, met een dieptepunt op 9 september, toen de voorlopige stemming een uitsluitend mannelijke top vijf opleverde (ondanks het feit dat zich initieel vijf mannen en vijf vrouwen hadden kandidaat gesteld).
Na deze verkiezing besloot één van de vrouwen topkandidates, Christiana Figueres, dan ook de handdoek in de ring te gooien. Vesna Pusić had dat een maand eerder ook al gedaan.
Bovendien kreeg gisteren, bij de voorlopige stemming, de enige vrouw uit een ondervertegenwoordigde regio die nog een echte kans maakte op de nominatie, Irina Bokova, 2 veto stemmen tegen zich. Daarmee werd ook meteen duidelijk dat de nieuwe Secretaris-Generaal opnieuw een man zou zijn, opnieuw uit de Europees-Amerikaanse Regionale Groep, en bovendien ook een voormalig Eerste Minister – iets wat de VN uit principe nooit eerder heeft toegestaan uit angst voor nationale belangenvermenging bij het aanstellen van een voormalig regeringsleider tot Secretaris-Generaal.
Helen Clark, voormalig premier van Nieuw-Zeeland en huidig voorzitter van de VN-ontwikkelingsorganisatie UNDP
(c) Brecht Goris
De eerste vrouw die verkozen werd in het Amerikaanse Huis van Volksvertegenwoordigers moest tijdens haar eerste televisie-interview een naaiwerkje op haar schoot nemen voor als ze het antwoord niet wist
Waarom dan toch de keuze voor deze kandidaat, en niet voor de veel meer verdedigbare kandidates Figueres, Bokova of Malcorra – allemaal gedoodverfde topkandidates in vele kringen? Is er echt niets veranderd voor vrouwen in de politiek?
Van Jeanette Rankin (de eerste vrouw die verkozen werd in het Amerikaanse Huis van volksvertegenwoordigers, wat door haar opponent als zo vernederend werd gezien dat hij zich van het leven benam, en van wie tijdens haar eerste televisie-interview geëist werd dat ze een naaiwerkje op haar schoot zou hebben om mee aan de slag te gaan als ze het antwoord niet wist) tot Lucie Dujardin (de eerste rechtstreeks verkozen vrouw in het Belgisch parlement), en van Hillary Rodham Clinton (die tijdens het eerste presidentiële debat vorige week 25 keer werd onderbroken door haar mannelijke tegenstander in de eerste 26 minuten) tot Angela Merkel (wiens gravitas volgens sommigen geheel te wijten is aan haar outfit) – we houden wel van het idee van gendergelijkheid, maar vinden we tegelijk dan toch dat vrouwen íets te wispelturig en emotioneel zijn om écht een land, laat staan de wereldgemeenschap te kunnen besturen?
Tijdens haar speech na haar nederlaag tegen Barack Obama, stelde Hillary Rodham Clinton in 2008 dat het presidentschap van een land als de VS het hoogste en moeilijkst te doorbreken glazen plafond was, maar dat er 18 miljoen barstjes in zaten, en dat dit moest gezien worden als vooruitgang, dat we op weg waren naar feitelijke gendergelijkheid, ook in de hoogste rangen van de politiek en de macht. Echter, bijna honderd jaar na de verkiezing van Rankin, is er nog steeds geen vrouw staatshoofd geweest in de VS, en wereldwijd zijn slechts 22 staatshoofden vrouwen.
Christiana Figueres was een uitstekende kandidate uit Latijns-Amerika en Michele Bachelet had dat kunnen zijn
CC UN Women (CC BY NC 2.0)
Het doorbreken van een glazen plafond lijkt dus even moeilijk in de politiek dan in het bedrijfsleven (25 van de S&P Top 500 bedrijven worden geleid door een vrouw). Dus wat gebeurt er dan met die barstjes in het glazen plafond eens het breekt?
Er is één situatie waarin vrouwelijke leiders wel systematisch kansen krijgen ‘om zich te profileren’: nadat er een crisis heeft plaatsgevonden.
Doorheen de geschiedenis lijkt er één grote uitzondering te zijn op de regel dat vrouwen worden geweerd uit leidinggevende posities; één situatie wanneer vrouwelijke leiders wel systematisch kansen krijgen ‘om zich te profileren’: nadat er een crisis heeft plaatsgevonden.
Nadat een groepjes mannen, zich gedragend als kleine jongens, Britse stemmers naar de Brexit-stem had geleid, werd de Conservatieve Theresa May deze zomer aangesteld als Eerste Minister van het Verenigd Koninkrijk. Een studie in het British Journal of Management vond dezelfde dynamiek in het bedrijfsleven, waar vrouwen systematisch enkel hoge posities verkregen na een crisis of wanneer een bedrijf aan de rand van de afgrond stond.
Zo werkt dat blijkbaar ook voor de vrouwelijke kandidates in de verkiezing van de VN Secretaris-Generaal. Toen in 2009-2010 duidelijk werd dat een redelijk klimaatakkoord verder af was dan ooit, werd Christiana Figueres aangesteld als hoofd van het VN Klimaatagentschap (UNFCCC). Ze slaagde er afgelopen december in Parijs in om 195 landen een historisch klimaatakkoord te laten ondertekenen. Irina Bokova werd aangesteld als hoofd van de VN Organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur in 2009, in de nasleep van de globale financiële crisis die miljoenen kinderen trof, en in het midden van verschillende burgerconflicten waarbij het vrijwaren van cultureel erfgoed praktisch onmogelijk was. Susana Malcorra werd in 2008 benoemd tot Argentijns minister van Buitenlandse Zaken, nadat diezelfde globale economische crisis het land zo hard trof dat besloten werd het leger in te zetten tegen de eigen bevolking die steeds gewelddadiger ging protesteren om een nieuw beleid te eisen.
‘Well, men have done very well considering they worked all on their own, and never took the help of women’ - Rankin
In haar eerder vermeldde speech stelde Clinton dat de vooruitgang van vrouwen geen curve maar een rechte lijn was, dat we op weg zijn naar absolute gender gelijkheid. Maar zoals de verkiezing van de nieuwe Secretaris-Generaal toont, vooruitgang is niet onvermijdelijk, en het is ook geen zekerheid. Door er andermaal voor te kiezen om een man aan het roer te zetten, missen de VN een kans om een norm-setter te zijn, om mensen vertrouwd te maken met het idee van vrouwen in hoge leidinggevende posities, om een verschil te maken voor vrouwen over heel de wereld.
Maar misschien was dat nooit de bedoeling van die blanke leidinggevende mannen van middelbare leeftijd die lippendienst bewijzen aan het idee van gendergelijkheid. Misschien ging het al die tijd toch gewoon om het aantrekken die minirok.