Brieven van Grootouders voor het Klimaat
“‘‘Er is zoveel dat we van de natuur kunnen leren, dat ontdekken we steeds meer’’
In het boek “De tijd dringt” schrijven 69 Grootouders voor het Klimaat een brief naar hun kleinkinderen, kinderen of beleidsmakers. MO* publiceert enkele van die brieven. Vandaag: de brief van journaliste Alma De Walsche aan haar kleinzoon Wannes.
© Paul Verrept
In het boek “De tijd dringt” schrijven 69 Grootouders voor het Klimaat een brief aan hun kleinkinderen, kinderen of beleidsmakers. MO* publiceert enkele van die brieven. Vandaag: de brief van journaliste Alma De Walsche aan haar kleinzoon Wannes. ‘Ik hoop, lieve Wannes, dat wanneer jij zo oud bent als ik nu, er nog oerwouden zijn op deze wonderbaarlijke planeet, vol wilde dieren, insecten en exotische planten.’
Brussel, 9 juli 2022,
Aan mijn kleinkind Wannes
Lieve Wannes,
Je bent net zeven geworden en dat is al een beetje groot. Vorig schooljaar leerde je lezen en schrijven en werd jouw interesse in de grote wereld gewekt, onder meer door te kijken naar Karrewiet en mee te luistervinken wanneer het radionieuws aanstaat. Maar met die grote wereld gaat het helemaal niet goed.
Je hebt me zelf al verteld over de plasticsoep die vissen ziek maakt. Je bent samen met je jongere broertje en je ouders mee opgestapt in enkele klimaatbetogingen. Je weet dat onze aarde veel te snel opwarmt waardoor gletsjers afbrokkelen zoals deze zomer in de Dolomieten, waar nonkel Jonas pas vertrokken was.
Je bent heel geboeid door wat er in de wereld allemaal gebeurt en door de natuur, die je met zoveel interesse volgt. Op je rapport op het einde van je eerste leerjaar noteerde de juf dat jouw kennis van de vogels zo aanstekelijk werkt. Die kennis heb je meegekregen van papa en mama, en van vava.
Helaas sterven die vogels massaal uit: de kievit, de geelgors, de veldleeuwerik, de ringmus, ze worden almaar zeldzamer. Wat gaat er nog allemaal verdwenen zijn tegen dat jij twintig bent? Dat is in 2035. Dat is eigenlijk ‘morgen’ al, in klimaattermen gezien.
'Wat gaat er allemaal verdwenen zijn tegen dat jij twintig bent, in 2035? In klimaattermen is dat morgen al.'
Nochtans was ik heel hoopvol toen jij geboren werd. Het was een heel bijzonder moment want je bent mijn eerste kleinkind. Ik herinner me die avond op 27 november 2015 nog zo, toen ik jou voor het eerst in mijn armen hield enkele uren nadat je op de wereld was gekomen. Zo teder, en zo kwetsbaar.
Dat was drie dagen voor ik naar Parijs vertrok om voor MO* verslag uit te brengen over de klimaatconferentie, de COP21. Parijs is de stad van het licht zeggen ze, maar toen was het de stad van de duisternis.
De Franse hoofdstad was in shock want twee weken eerder hadden terroristen aanslagen gepleegd in de concertzaal Bataclan. Iedereen was erg geschrokken dat we in zo’n boze wereld leven. En dus wilden al die belangrijke mensen die in Parijs samenkwamen voor de klimaatconferentie iets goeds doen voor de wereld. Ze wilden een klein stapje zetten om van de wereld een betere plek te maken. Er hing veel goede wil en energie in de lucht, die uiteindelijk leidde tot het bewuste Akkoord van Parijs. Een akkoord dat moest helpen om het probleem van de klimaatverstoring wereldwijd en samen aan te pakken.
In Kopenhagen in 2009 zag ik het beschamend mislopen omdat er alleen maar over geld en winst werd gesproken en er heel veel wantrouwen circuleerde. Dat er in Parijs wél een akkoord werd bereikt, vond ik heel hoopgevend, ook al was dat akkoord niet optimaal. Maar het was een symbool van samenwerking en eensgezindheid. Het was een huzarenstuk om dat voor elkaar te krijgen. Een jaar later, met Trump als president van Amerika, zou zo’n akkoord ondenkbaar geweest zijn.
Toen ik terugkeerde van Parijs, lieve Wannes, was ik echt fier. Ik hoopte dat dit akkoord een baken zou zijn om voor jou en jouw generatie van de wereld een gezondere en veiligere plek te maken.
Vandaag is het moeilijker om hoopvol te zijn. Niet omdat dit akkoord ontoereikend is maar omdat de politieke leiders hun beloftes niet nakomen en ook niet luisteren naar de ontelbare rapporten.
‘En dan heb ik het nog niet eens over de dikke schurken Trump en Bolsonaro.’
En dan heb ik het nog niet eens over de dikke schurken Trump en Bolsonaro. Ook over onze eigen politiekers hier in België, die hun verantwoordelijkheid niet opnemen en helemaal niet moedig zijn.
Ik ben boos op onze klimaatministers die hun eigen politieke carrière of hun partij belangrijker vinden dan de leefbaarheid van de planeet voor jullie, de toekomstige generaties. Zij denken niet aan morgen.
Soms lijkt het wel of ze op een andere planeet leven, een planeet zonder bosbranden, overstromingen, hittegolven. Zien ze dan niet dat de catastrofe al bezig is? Waarom doen ze niets?
We hebben al van alles geprobeerd: we hebben er uitgebreid over geschreven en gedebatteerd; we zijn gaan betogen. Er zijn stapels rapporten gemaakt. Niks helpt. Het lijkt of ze stoppen in de oren hebben en nog nooit van een klimaatprobleem gehoord hebben.
Maar Wannes, ik ben al een beetje oud – daarom ben ik oma – en wat ik geleerd heb in het leven is dat je nooit mag opgeven. Misschien gaat door weet ik veel welke onverwachte gebeurtenis (de geschiedenis zit vol onverwachte gebeurtenissen) het tij ooit wel eens keren.
Bij nonkel Tomas, die in Suriname woont en zich daar inzet voor de vissen en de bossen, hangt een poster met dit gedicht:
_Wat ons onderscheidt van beesten is dat wij zo snel opgeven.
Eén tik, en we vragen smekend
Om een onderbreking,
of we geven forfait.
Het is dat wij altijd weten van een weg terug.
Rood aangelopen en verongelijkt.
Dan liever om het even welk dier.
Een vogel die stopte met vliegen,
Zelfs in een kooi,
Ik heb daar nooit van gehoord._
(Max Temmerman)
Onlangs was de baas van de VN, António Guterres, op bezoek in Suriname. 94% van dat land is bedekt met regenwoud. ‘Als we het regenwoud beschermen, beschermen we onszelf. Als we het regenwoud vernietigen, vernietigen we onszelf’, was de boodschap die Guterres de wereld instuurde. Er is zoveel dat we van de natuur kunnen leren, dat ontdekken we steeds meer.
Ik hoop, lieve Wannes, dat wanneer jij zo oud bent als ik nu, er nog oerwouden zijn op deze wonderbaarlijke planeet, vol wilde dieren, insecten en exotische planten. Dat er nog machtige rivieren zijn, en watervallen, gletsjers en gezonde oceanen. Dat de lucht weer wat gezonder is om in te ademen en de bodem minder vervuilt.
Daarom, Wannes, blijf maar met dezelfde prikkelende interesse over de vogels vertellen, en over de vissen, de apen en de luipaarden. Spied maar naar de spinnetjes en de dikkopjes, speur naar de dassen en de bevers en vertel erover aan jouw vriendjes, zodat zij ook ontdekken wat een wonderbare planeet deze aarde wel is.
Oma Alma
Alma De Walsche is freelancejournaliste, ex-medewerker van MO* en ambassadeur van Grootouders voor het Klimaat.
“De tijd dringt. Brieven van Grootouders voor het Klimaat” is uitgegeven bij EPO.