Europees antwoord op Turkse agressie? Too little, too late

Bram Vranken

18 oktober 2019
Opinie

Turkije is een belangrijke klant van de Europese wapenindustrie

Europees antwoord op Turkse agressie? Too little, too late

Europees antwoord op Turkse agressie? Too little, too late
Europees antwoord op Turkse agressie? Too little, too late

Turkije viel vorige week de Koerdische autonome regio in Syrië binnen. De Turkse aanval dreigt een nieuwe humanitaire crisis in Syrië te veroorzaken. Dat gebeurt met Europese wapens. Hoewel een aantal Europese lidstaten aankondigden geen nieuwe exportvergunningen te leveren, blijft de achterdeur wijd open staan, schrijft Bram Vranken van Vredesactie.

extremis/Pixabay

Verschillende Europese hoofdsteden veroordeelden de Turkse aanval op de Syrische Koerden sterk. Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk kondigden aan geen nieuwe exportvergunningen te leveren. Over een Europees wapenembargo op Turkije werd dan weer geen overeenstemming bereikt.

Dat heeft een reden. De deur voor wapenexport naar Turkije blijft namelijk openstaan. Bestaande wapenexportvergunningen worden niet stopgezet. Bovendien is de Turkse wapenindustrie, met steun van Europa, de laatste jaren steeds zelfvoorzienender geworden.

Turkije is een belangrijke klant van de Europese wapenindustrie. Het land stond de afgelopen jaren steeds in de top tien van van Europese exportbestemmingen. Dat gaat van helikopters, gevechtsvliegtuigen tot tanks. Uit onderzoek van #EUarms blijkt dat die wapens in het verleden al gebruikt werden in Syrië. Zo werden Duitse Leopard tanks ingezet in het offensief in de Syrische provincie Afrin. In 2016 gaf Turkije acht tanks aan de Syrische Sultan Murad militie, een militie die momenteel betrokken is in de gevechten in Noord-Syrië. De tanks bevatten vermoedelijk Nederlandse onderdelen.

Een zelfstandige Turkse wapenindustrie met steun van Europa

De Europese maatregelen worden voorlopig op hoongelach onthaald in Turkije. In een interview met de Duitse media, zei de Turks minister van buitenlandse zaken Mevlüt Cavusoglu dat een embargo Turkije enkel sterker zal maken. Cavusoglu zei: “15 jaar geleden produceerden we enkel 20 procent van de goederen die we nodig hadden, nu produceren we meer 70 procent. Dit versterkt ons alleen maar.”

De Europese wapenindustrie heeft de afgelopen jaren miljardendeals gedaan met Turkije.

De Europese wapenindustrie heeft de afgelopen jaren miljardendeals gedaan met Turkije. Daar was wel één voorwaarde aan verbonden: de deals moesten bijdragen aan de opbouw van een eigen Turkse wapenindustrie. Zo sloot Italië een deal met Turkije voor 3 miljard dollar voor de productie van 59 aanvalshelikopters. Vijftig van die helikopters werden in Turkije zelf geproduceerd. Verschillende van die helikopters werden in 2018 door Turkije zelf ingezet in de Syrische provincie Afrin.

Veel indruk zal de Europese retoriek van de afgelopen dagen dus niet maken. Des te meer omdat het gaat over holle retoriek. Het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk mogen dan aankondigen geen wapens meer te zullen leveren, lopende contracten worden braaf uitgevoerd. Turkije zal de komende tijd niet verlegen zitten om Europese wapens.

Vlaanderen en Wallonië kondigen exportstop aan

Ook Vlaanderen en Wallonië kondigden in de afgelopen week aan geen wapens meer te exporteren naar Turkije. Die aankondiging kan tellen, maar is toch vooral symbolisch. De wapenexport vanuit België stond de laatste jaren op een relatief laag pitje.

Toch doet deze aankondiging een aantal vragen oprijzen. Zo is het onduidelijk of minister-president Jambon de Vlaamse export naar Turkije in het kader van het A400M programma stopzet. Dat is een militair transportvliegtuig waar acht Belgische bedrijven aan meewerken. Voor Vlaanderen gaat het om een relatief groot aandeel van de wapenexport. In 2016 en 2017 ging het steeds over meer dan 20 miljoen euro. De totale Vlaamse export was in 2017 145 miljoen euro.

Voor Vlaanderen gaat het om een relatief groot aandeel van de wapenexport.

Hoewel de Vlaamse onderdelen in eerste instantie naar Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk geëxporteerd worden, komt minstens een deel van die onderdelen terecht in Turkse A400M vliegtuigen. Dat bevestigde toenmalig minister-president Geert Bourgeois in 2017: “de specifieke eindgebruikers van de goederen zijn in die zin de gekende gebruikers van het A400M-vliegtuig, in het bijzonder Duitsland, Frankrijk, Maleisië, Spanje, Turkije, en het Verenigd Koninkrijk. […] Het gaat over onderdelen van het A400M-vliegtuig, in het bijzonder de vleugel en het landingsgestel.”

De leveringen van deze onderdelen verlopen via een systeem van algemene vergunningen, een vergunningsysteem dat de wapenhandel binnen de Europese Unie moet vergemakkelijken. In principe mogen algemene vergunningen niet gebruikt worden voor export buiten Europa, maar er bestaat een uitzondering voor NAVO-bondgenoten. Gezien de rol van ‘NAVO-bondgenoot’ Turkije in de regio, is dat minstens frappant te noemen.

De Turkse militaire interventie in Syrië toont opnieuw hoe het Europees wapenexportbeleid op korte termijn dan wel winstgevend mag zijn, op lange termijn ondermijnt het een slagkrachtig en geloofwaardig Europees buitenlands beleid. Opnieuw is de burgerbevolking in Syrië het slachtoffer.

Bram Vranken is medewerker van Vredesactie.