“‘Frankrijk vernietigt Noord-Niger. Grijpen EU of VN in?’
Tienduizenden mensen in Niger’s woestijnstad Arlit worden blootgesteld aan vaak dodelijke straling die uit de uraniummijnen rond de stad komt. De bevolking van deze stad van meer dan 200.000 mensen wordt geconfronteerd met een ecocide.
Hoofdverantwoordelijke voor de vergiftiging van de inwoners in de Nigerese stad Arlit is AREVA, een nucleair bedrijf dat voor meer dan 80% in handen van de Franse staat is en dat ook uranium aan België levert. Cruciale informatie rond de gevaren van radiatie werden door AREVA eerst verzwegen, later werd er over gelogen.
Het verhaal werd onlangs uit de doeken gedaan voor mensen van de Europese Commissie, in een zaaltje van het Europese Parlement. MO* was er bij en zet het ver-van-ons-bedverhaal in zijn bredere context.
We exporteren onze milieuproblemen naar de ondervervuilde landen
Het verhaal van AREVA in Niger illustreert de geplande export van onze milieuproblemen naar wat men in de Wereldbank de ondervervuilde landen noemt. Lawrence Summers, de hoofdeconoom van de Wereldbank en een belangrijke adviseur van Amerikaanse presidenten voegde daar aan toe: ‘Ik denk dat de economiche logica achter het dumpen van een lading toxisch afval in het land met de laagste lonen onberispelijk is en dat we daar rekening mee moeten houden’.
AREVA hield er rekening mee. Lang voordat het de laatste van 230 uraniummijnen in Frankrijk in 2001 sloot, begon het zijn Franse reactoren te vullen met spul uit verwegistan. De doden die in Niger vallen zijn voor AREVA veel makkelijker te verdoezelen dan de doden die in Frankrijk vallen.
Het gaat, zelfs na het nemen van de nodige foutmarge, om tienduizenden die in ziekmakende huizen wonen.
Verborgen in een afgelegen hoek van de Sahara-woestijn begon in 1968 een aanslag op milieu en mens die vandaag onvoorstelbare gevolgen heeft. AREVA beloofde naast de mijn een soort “Klein Parijs” te bouwen. In de plaats kwam Arlit: een stad waar water, electriciteit en medische zorgen schaarse en dure producten zijn. Een stad waar volgens een studie van AREVA op 120 huizen zeker 20 zoveel radioactieve straling vertoonden dat ze afgebroken moesten worden.
Lees ook Uranium doet België draaien, maar verwoest Niger
Als je die 16% doortrekt op een stad van 200.000 inwoners dan gaat het zelfs na het nemen van de nodige foutmarge bij extrapolatie om tienduizenden die in ziekmakende huizen wonen. Het dodental door luchtweginfecties is in Arlit ook dubbel zo hoog als in de rest van het land.
Een derde van alle uranium in de Franse centrales en een onbekend aantal in de Belgische centrales komt uit Arlit. Veel meer details over de lokale impact, die nog veel verder dan deze paar voorbeelden gaat, zijn te vinden in de onderzoeksjournalistieke reportage die eerder dit jaar in MO* verscheen.
Beveiligingsagenten bewaken de toegang tot de Somair uraniummijn van Areva in Arlit
© Reuters
Kan de Europese Commissie iets doen?
Ambtenaren van de Europese Commissie uit de afdelingen Energie en Ontwikkelingssamenwerking kregen dit en meer te horen van twee recente winnaars van de prijs voor een nucleair-vrije toekomst: Bruno Chareyron**[1]** van CRIIRAD en Almoustapha Alhacen**[2]** van Aghirin’man. Ze deden dit op uitnodiging van Michèle Rivasi, een Frans lid van het Europees Parlement van de Groene fractie. Rivasi wou dat de commissieleden op zijn minst bereid zouden zijn om mee te gaan op een veldmissie met parlementairen – met enkele journalisten in hun kielzog.
‘AREVA vertelt aan mensen dat ze het water meten en dat het veilig is, maar onze metingen van hetzelfde water tonen een gevaarlijk verontreinigingsniveau.’
Chareyron, een Franse ingenieur en nucleair fysicus die door een lokale NGO werd uitgenodigd om onafhankelijke metingen in en rond Arlit te doen, vertelde dat het stadswater ondrinkbaar was. Chareyron: ‘AREVA liegt hier al jaren over, ze vertellen aan mensen dat ze het water meten en dat het veilig is, maar onze metingen van hetzelfde water tonen een gevaarlijk verontreinigingsniveau. We hebben op de markt ook schrootmetaal gevonden met radioactieve niveaus die 10 tot 100 keer boven de norm zitten, materiaal dat hier vaak gebruikt wordt om keukenkachels of om krottenwijken mee te bouwen.’
Het doen van metingen was een uitdaging voor Chareyron. Toen hij naar Arlit reisde, werd de meeste van zijn apparatuur door de politie in beslag genomen, op een paar kleine meetmachines na die hij nog kon verbergen.
Greenpeace, Sherpa (een NGO van Franse advocaten) en Médecins du Monde hebben in de loop der jaren een aantal veldmissies gedaan om de lokale bevolking te ondersteunen in hun strijd voor rechtvaardigheid. Maar Almoustapha Alhacen, die vroeger voor AREVA werkte en nu helpt bij het beschermen van de mensen tegen straling, waarschuwde voor de gevaren van rookgordijnen. ‘Sherpa kwam en overtuigde AREVA om een observatorium voor gezondheidszorg op te zetten. Maar AREVA runde het, gebruikte verouderde data en op het einde was het zo dysfunctioneel dat ze het sloten. Bovendien doet dit niets om de vervuiling te stoppen en niets om te voorkomen dat nieuwe mensen ziek worden.’
Zijn lokale NGO Aghirin’man[3] eist toegang tot water, elektriciteit en medische zorg, hernieuwbare energie, restauratie van de mijnbouwplaatsen en het beheer van radioactief afval. Zij vragen eenvoudigweg de eerbiediging van de fundamentele mensenrechten en het opruimen van alle verontreinigde plaatsen, inclusief het vervangen van alle huizen in Arlit die te verontreinigd zijn om in te leven.
AREVA was begonnen met het slopen en herbouwen van een paar huizen, maar stopte daarmee. De totale kosten van de vervuiling die door AREVA is gecreëerd, is onduidelijk, maar het gaat zeker en vast om miljarden. Het aantal sterfgevallen veroorzaakt door al deze vervuiling is nog minder duidelijk. Er werd nog nooit een uitgebreide studie gedaan. Immers: wie zou dat financieren?
Momenteel zijn het vooral tienduizenden mensen in Niger die de kosten van de uraniumvervuiling met hun gezondheid en leven betalen.
Meer dan de helft van alle elektriciteit in Frankrijk komt uit kernenergie, die volledig afhangt van de invoer van uranium. Dat roept vragen op. Wie moet betalen voor de miljarden aan kosten die uraniumvervuiling in Niger met zich mee brengt: mensen in Niger of de aandeelhouders van AREVA en dus de Franse bevolking? Momenteel zijn het vooral tienduizenden mensen in Niger die de kosten met hun gezondheid en leven betalen.
Dit milieuconflict is slechts één van de meer dan 2200 die in de Atlas of Environmental Justice staan. Miljoenen mensen hebben deze database al gebruikt als een manier om aandacht te krijgen voor hun probleem, om onderzoek te doen of om details te vinden van een bepaalde milieustrijd.
Het conflict in Arlit is slechts een van 26 uranium-extractieconflicten, maar het illustreert ook een dieper probleem. Als de Franse staat geen interesse heeft in het aanpakken van dit probleem en als de EU er liefst zijn handen van af wil houden, hoe groot is dan de kans dat het ooit aangepakt zal worden? Van 188 landen staat Niger op plaats 187 van de Human Development Index. Het heeft geen regering die op kan tegen AREVA.
Rechts afslaan voor Arlit (wegwijzer op de trans-sahara snelweg in Niger)
Albert Backer (CC BY-SA 3.0)
De Franse staat versus de Franse staat? Of toch maar de VN?
Kan de Franse staat AREVA tot de orde roepen, ook al bezit de Franse staat de overgrote meerderheid van haar aandelen? Hoewel dat onwaarschijnlijk lijkt, zouden we dat vrij snel kunnen weten. In maart 2017 ging in Frankrijk een nieuwe wet in voege op het gebied van de zogeheten due diligence plicht van bedrijven: ze moeten er alles aan doen om ernstige mensenrechtenschendingen en aanslagen op het milieu in de hele keten van bedrijven te voorkomen.
De wet wordt bewierrookt als een “historische stap om de globalisering te laten werken voor iedereen”. Hoewel de tekst in maart gepubliceerd werd in en nu al van kracht is, is de volledige naleving van deze wet pas in het volgende boekjaar nodig. Op papier lijkt het alsof Frankrijk wereldwijde milieuproblemen, veroorzaakt door Franse bedrijven, aanpakt via het nationale juridische systeem. Desalniettemin zullen we tot 2018 moeten wachten om te zien hoeveel ervan wordt geïmplementeerd en of het ook van toepassing zal zijn op bedrijven die quasi staatsbedrijven zijn.
Er lijkt een consensus te groeien over de nood aan strengere regels om Europese bedrijven die actief zijn buiten Europa geen dingen te laten doen die in Europa niet door de beugel zouden kunnen.
Maar het is niet alleen in Frankrijk waar interessante ontwikkelingen op dit gebied gebeuren. Een bindend VN-verdrag rond bedrijven en mensenrechten kan ook een antwoord zijn. Dit idee werd in 2014 voorgesteld door Ecuador. Eerst was er vooral onverschilligheid om dit te onderzoeken, maar na intense druk van het maatschappelijk middenveld en van het Europees Parlement op de Europese Commissie zijn er nu wel tekenen dat de Europese commissie voor het idee gewonnen lijkt. Eind oktober zal de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties de eerste ontwerptekst bespreken, die recent openbaar werd gemaakt.
Of een bindend VN-verdrag rond bedrijven en mensenrechten ooit kan voorkomen dat bedrijven zoals AREVA Niger misbruiken om de kerncentrales in Frankrijk draaiende te houden, kan niemand nu met zekerheid stellen. Maar dat er strengere regels nodig zijn om Europese bedrijven die actief zijn buiten Europa geen dingen te laten doen die in Europa niet door de beugel zouden kunnen, daar lijkt een consensus rond te groeien.
[1] Bruno Chareyron is hoofd van het CRIIRAD laboratorium, dat onafhankelijke metingen van blootstelling aan radioactiviteit doet. In 2016 ontving hij de Nuclear-Free Future EDUCATION Award voor zijn ‘onwrikbare inzet die de disinformatie van nucleaire industrie blootlegde’.
[2] Almoustapha Alhacen, president van AGHIRIN’MAN, ontving de 2017 Nuclear-free Future Award in de categorie WEERSTAND.
[3] De Franse NGO genaamd “Les Amis d’AGHIRIN’MAN” lanceerde een crowdfunding om in en rond Arlit meer metingen te kunnen doen.