‘Het klimaat redden? Laat de groei-obsessie los!’

Dirk Van der Roost (Broederlijk Delen)

29 november 2021
Opinie

Groei is de olifant in de kamer

‘Het klimaat redden? Laat de groei-obsessie los!’

‘Het klimaat redden? Laat de groei-obsessie los!’
‘Het klimaat redden? Laat de groei-obsessie los!’

Het wordt tijd dat we politieke en economische keuzes maken voor een samenleving die welzijn en duurzaamheid centraal stelt, schrijft Dirk Van der Roost, beleidsmedewerker duurzaamheid bij Broederlijk Delen in een opiniestuk. Immers, gaat de essentie niet over de kwaliteit van de samenleving?

Pixabay / Kamiel79 (CC0)

Onze tijd heeft nood aan een duurzame en rechtvaardige economie. We hebben de mogelijkheden en kennis in handen. Het is een kwestie van de juiste keuzes te maken.

Pixabay / Kamiel79 (CC0)

Het wordt tijd dat we politieke en economische keuzes maken voor een samenleving die welzijn en duurzaamheid centraal stelt, schrijft Dirk Van der Roost, beleidsmedewerker duurzaamheid bij Broederlijk Delen in een opiniestuk. Immers, Gaat de essentie niet over de kwaliteit van de samenleving?

Klimaatonderhandelaars vertrekken al te vaak van oplossingen die uitgaan van economische groei. Groei is de olifant in de kamer. Bijna alle landen in de wereld streven ernaar, met het Bruto Binnenlands Product als maatstaf. Toen in de jaren ’80 het concept duurzaamheid opdook, werd dit al vlug omgedoopt tot “duurzame groei”. Alsof dat synoniemen zijn. Het huidige motto heet “groene groei”, en slaat op een beleid en technologische ontwikkelingen die de uitstoot en de groei van elkaar loskoppelen, om zo het klimaat te redden.

Maar klopt dat wel, zijn we daar al geen kwarteeuw mee bezig? De trend gaat net in de andere richting. Wereldwijd zijn de grondstoffenstromen en hun gebruik verantwoordelijk voor de helft van de broeikasgassen, en hun productie stijgt nog steeds exponentieel. De laatste jaren zelfs sneller dan de economische groei.

Vooral bepaalde bedrijven en hun aandeelhouders profiteren daarvan. Immers, hoe sneller de stromen, hoe sneller producten vervangen worden, en hoe groter de winst op korte termijn.

Het lijkt paradoxaal, maar het opgeven van economische groei als doel kan in de rijke landen leiden tot een betere en gelukkigere samenleving.

En de technologie? Die kan ons flink helpen. Maar ze gaat alle richtingen uit, en kan op vele manieren gebruikt worden. Met efficiëntere bulldozers en kettingzagen kan je meer natuur vernielen. Onze westerse bedrijven mogen dan wel efficiënter omspringen met grondstoffen, heel veel productie is verschoven naar lage loonlanden, waar die (gepatenteerde) efficiënte technologie niet beschikbaar is.

Het wordt tijd dat we politieke en economische keuzes maken voor een samenleving die welzijn en duurzaamheid centraal stelt, los van het feit of dit economische groei oplevert of niet. Het lijkt paradoxaal, maar het opgeven van economische groei als doel kan in de rijke landen leiden tot een betere en gelukkigere samenleving. Want het geeft ons meer vrijheid om keuzes te maken. Wat niet wegneemt dat groei in het globale Zuiden wél nog kan, evenals investeringen in duurzame producten en energie .

Twee voorbeelden: stel je voor, onze samenleving omhelst de “modal shift”, de omgekeerde piramide van de mobiliteit: eerst de fiets, dan goed uitgebouwd openbaar vervoer, en pas dan de auto. Salariswagens worden afgeschaft en vervangen door een mobiliteitsbudget. Voor minder mobiele mensen zetten we in op toegankelijke en aangepaste transportmiddelen. Een kwart van de mensen doet aan autodelen, de cultuur van 2 wagens per gezin sputtert.

Met tal van voordelen: de fiets is goed voor het mentale en fysieke welzijn, een betere lichaamsconditie en properder lucht. Het fileprobleem wordt opgelost. De mobiliteit blijft gegarandeerd en wordt globaal goedkoper. Elke niet-geproduceerde auto spaart tonnen CO2 uit.

Stel je verder voor: onze toestellen gaan veel langer mee. Gsm’s, laptops, tablets, wasmachines, … Een garantie van 5 jaar of meer wordt de nieuwe standaard. Toestellen moeten bovendien herstelbaar zijn. En na gebruik worden kostbare grondstoffen maximaal herbruikt. De voordelen? Bergen minder afval, minder verkeer en vervuiling door grondstoffenproductie en -transport. Onze afhankelijkheid van de import van nieuwe grondstoffen daalt. Ook de consument wint hierbij, want hij moet niet om de haverklap een nieuwe smartphone kopen.

Groei die zich niet in het BBP laat meten – zoals groei in welzijn, geluk en zorg – is toch ook groei?

In beide gevallen zorgt het lagere grondstoffenverbruik ervoor dat er minder vervuilende mijnbouw nodig is, vooral in het Globale Zuiden. Gemeenschappen in het Zuiden krijgen op die manier zelfbeschikkingsrecht over hun natuurlijke rijkdommen. Het klimaat vaart er wel bij.

Welk effect hebben die voorbeelden op de groei van onze economie en het BBP? Hoe relevant is dat? Groei die zich niet in het BBP laat meten – zoals groei in welzijn, geluk en zorg – is toch ook groei? Gaat de essentie niet over de kwaliteit van de samenleving?

Zijn deze maatregelen betaalbaar? 90% van het geld in de wereld zit in het financieel systeem, 10% in de economie. Ons belastingsysteem kan een pak eerlijker worden. Geld is er in feite dus genoeg, het is alleen slecht verdeeld. En wat met de tewerkstelling? Die verschuift naar duurzame jobs. We kunnen het beschikbare werk ook beter verdelen.

Onze tijd heeft nood aan een duurzame en rechtvaardige economie. We hebben de mogelijkheden en kennis in handen. Het is een kwestie van de juiste keuzes te maken. Het donutmodel van Kate Raworth kan ons hierbij helpen. We laten de obsessie van eindeloze economische groei als hoogste doel los. Die duurzame en rechtvaardige wereld opbouwen is een boeiend en creatief proces! Het kan ook een vruchtbare bron van zingeving zijn. Makkelijk wordt het zeker niet… maar eraan werken geeft opnieuw hoop.

Dirk Van der Roost is beleidsmedewerker duurzaamheid bij Broederlijk Delen.

Op 9 december start de webinarreeks “De uitdaging van een donuteconomie” waarin je je kan verdiepen in de rol van de markt, de gemeenschapseconomie en de staat.