Pascal Debruyne
“‘Het A-woord in de Gentse Lente’
Het afschaffen van het begrip "allochtoon" is na de recente voorzet van De Morgen al een tijdje niet meer uit de media te weren. Het begrip is al ruim een decennium problematisch voor de zelforganisaties, het minderhedenforum, een reeks kritische academici en voor veel burgers met migratieachtergrond. De voorzet van DM werd binnen gekopt door minister van Gelijke Kansen Milquet met een oproep om de term niet meer te gebruiken in de pers. Pas toen de steden Amsterdam en Gent beslisten om beide begrippen "allochtoon" én "autochtoon" op te bergen kwamen zaken in een stroomversnelling.
In de mediastorm die losbreekt ligt de focus al vlug enkel op het afschaffen van de term “allochtoon”. Die discussie gaat een eigen leven leiden met sterk afgelijnde pro’s en contra’s. De meest cynische reactie is: “Wat is nu eigenlijk het probleem?” Het lijkt vooral volgens N-VA politici in Mechelen en Antwerpen een semantische discussie over het geslacht der engelen. Sommige progressieve academici hebben het ook lastig met het schrappen van de term. Onderzoekers gebruiken “allochtoon” als een sociologische term om gekleurde armoede te meten. Dat de ondertussen negatieve connotatie voor minderheden een constante herinnering is voor hetgene je niet deelt met de dominante samenleving en dat de term als dusdanig psychisch kwetst lijkt onbelangrijk. En alternatieven zijn er ook.
De oorsprong van het Gentse idee dekt een veel bredere lading dan enkel de discussie over het schrappen van de term “allochtoon”. Dave Sinardet twijfelt in de weekendeditie van DM of het afschaffen van de term “allochtoon” in Gent een reactie is op het doorvoeren van de vreemdelingentaks in Antwerpen. De wortels van het idee liggen zeker in een verlinksing van de Gentse politieke koers met een andere maatschappijvisie dan het huidige rechtse parcours dat wordt gereden in Antwerpen.
Allochtoongedoe
We schrijven een half jaar terug, ergens in een bruin café in Gent. Een jonge vrouw met migratieachtergrond heeft het werkelijk gehad met de stempels die ongevraagd op haar worden gekleefd: “Het moet maar eens gedaan zijn met dat hele “allochtoongedoe”. Ik ben een moeder, een jonge vrouw, een geëngageerd persoon in de sociaal-artistieke praktijk, iemand met Palestijnse en Marokkaanse aspecten in mijn identiteit en ik ben Gentenaar. Ik ben al die dingen tegelijk! Het culturalistisch begrip verhindert andere manieren van denken over de samenleving, over solidariteit, over burgerschap, over wie we zijn als stadsbewoners.”
Het idee reist mee in de geledingen van de stad want voor haar zit een ambtenaar met een track-record van engagement. De Dag tegen Racisme staat voor de deur en mogelijke actievoorstellen die op tafel liggen zijn nogal klassiek. Het aantreden van een nieuw schepencollege met het sp-a-groen kartel geeft echter nieuwe mogelijkheden. Daniël Termont had als burgervader al aangegeven op de Gentse Feesten-debatten van Eric Goeman dat Gent een meer links-ecologische koers zou varen. Het sociaalecologisch project van het rood-groene kartel zou het stadsproject en stadsburgerschap fundamenteel herdenken, ook met de N-VA-dreiging in het achterhoofd. Toen kwamen de verkiezingen en de mars op het Schoon Verdiep door de nationalisten. De politieke bakens voor het idee waren uitgezet.
Dit veranderde politieke landschap, het nieuwe stadsproject voor Gent, en de opportuniteiten voor middenvelders om mee dat nieuwe verhaal te schrijven, zouden de Dag tegen Racisme terug politiseren. Bovendien heeft een Turkse Gentenaar Resul Tapmaz net zijn schepenambt van personeelsmanagement gewisseld voor de bevoegdheden Sport, Gezondheid en Welzijn en Gelijke Kansen. Een bredere coalitie werd opgezet met een reeks zelforganisaties en DEMOS, waar men al langer in onmin leeft met de termen “allochtoon en autochtoon”.
Een kleine delegatie ging op kabinetsbezoek overtuigd dat het voorstel in het politiek angstklimaat voor N-VA zou worden afgeschoten. Het voorstel werd echter opgepikt en in dit sociaalecologische stadsverhaal geplaatst. Het moest maar eens gedaan zijn met de culturalistische logica van “allochtoon/autochtoon” om het stedelijk samenleven te vatten. Het Gentse stadsproject zou zich in woord en daad voortaan linkser profileren. En zo’n project zet je beter samen op dan alleen. Academisch zou men kunnen verwijzen naar een progressieve ‘groeicoalitie’ tussen een uitbreidende groep middenvelders, politici, geëngageerde ambtenaren en academici om een progressieve tegenmacht uit te bouwen in het Vlaams politieke landschap.
Iedereen is Gent
De conceptnota die tot stand kwam richt zich op een insluitend Gents burgerschap. De nota stelt:
“Cruciaal is het overstijgen van een steriel wij-zij denken en gaan voor een gedeelde stads- of wijkgemeenschap. Het schrappen van de termen “allochtonen” en “autochtonen” is een onderdeel van dit project. Het uitgangspunt is dat iedereen aanwezig op het Gentse grondgebied deel uitmaakt van de Gentse gemeenschap. Ongeacht de diverse afkomst willen we focussen op wat we delen met elkaar: de straat, de wijk, de stad. Het doel is een gedeelde beleving van de stad door de alledaagse participatie van mensen aan die stad. Vandaar: “Iedereen is Gent”. De connecties tussen mensen zorgt bovendien ook voor meer solidariteit, meer sociale cohesie en ten slotte ook voor meer sociaaleconomische emancipatie. Pas wanneer er gewerkt wordt aan een collectieve ‘wij’, is er een breder draagvlak voor solidariteit en emancipatie.”
Na aftoetsen met het college was de Gentse Lente geboren!
Gentse Lente
Er was één struikelsteen, namelijk de terechte bekommernis om een doelgroepenbeleid. Je kunt wel denken dat “iedereen de stad is”, maar groepen van niet-Belgische afkomst staan grotendeels onderaan de ladder. De term “allochtoon” kun je afschaffen maar de problemen blijven? Er is geen solidaire stadsgemeenschap zonder de sociale stijging van minderheidsgroepen.
Integratie moet uitgaan van emancipatie binnen de Gentse samenleving (Beleidsakkoord, blz. 64-65). Daarvoor werd een nieuw conceptenapparaat uitgedacht die steeds diversiteit (Turks, Roma of moslim,…) samenbrengt in een gedeelde noemer: “Gentenaar”. Dit alles dient om een concreet beleid te kunnen voeren, aansluitend op het beleidsakkoord en geplande beleidsnota’s, gericht op de sociale stijging van minderheden op alle levensdomeinen waar concrete ‘sporten op de ladder’ voor sociale klim aanwezig zijn (blz. 64). Door in te zetten op participatieve projecten in de alledaagse levenssfeer van burger, zorgt het bestuur voor nieuwe vormen van empowerment en solidariteit van onderuit, die de diversiteit in alle domeinen van de samenleving kan brengen (Beleidsakkoord blz. 64, 68, 81). Het integratiebeleid van “allochtonen” wordt via dit participatief Gents burgerschap een emancipatiebeleid (Beleidsakkoord, blz. 65).
De lokale overheid moet zelf het goede voorbeeld geven door de stedelijke geledingen te verkleuren (Beleidsakkoord, blz. 111). Diversiteit moet een alledaagse realiteit worden in de stad zoals het beleidsakkoord stelt (Beleidsakkoord, blz. 112). Misschien moet men in die context ook het hoofddoekenverbod dringend terug op tafel leggen. Ook de discriminatie op de private huurmarkt aanpakken is een must, wil men het kraken uit overlevingsstrategieën indijken (Beleidsakkoord blz. 42). Hoe dan ook, de reductie van de Gentse lente tot louter ‘symboolpolitiek’ is tegen die achtergrond misplaatst.
Door krachten van onderuit en bovenaf te bundelen schrijven we een gedeeld verhaal over solidair burgerschap in een superdiverse stad. “De Gentse Lente” gebruikt het afschaffen van “allochtoon en autochtoon” als symbolische speerpunt. Men moet echter wel dit héle verhaal erkennen. Zoniet, dan doet men geen recht aan de Gentse Lente. Tot 21 maart in Gent!
Lees ook Gent geeft kleur aan de lente.
Pascal Debruyne is onderzoeker bij de Middle Eastern and North African research Group (MENARG) van de Universiteit Gent.