Yasmina* & Layane El Hajj
‘Wij moeten onze eigen geschiedenis schrijven, onze eigen woorden vinden’
“‘Holebi’s in het Midden-Oosten willen vrij zijn, niet westers’
‘Ik ben een lesbische vrouw. Ik leef samen met mijn vriendin in Libanon, in een andere stad dan die van mijn ouders’, schrijft Yasmina. Haar familie is niet heel gelovig, maar de gemeenschap die hen omringt maakt het voor haar onmogelijk om met haar ouders te praten. Yasmina vertelt haar verhaal, in aanloop naar een voorstelling in Brussel.
‘Ik ben een lesbische vrouw. Ik leef samen met mijn vriendin in Libanon, in een andere stad dan die van mijn ouders’, schrijft Yasmina*. Haar familie is niet heel gelovig, maar de gemeenschap die hen omringt maakt het voor Yasmina onmogelijk om met haar ouders te praten. Een getuigenis.
Ik ben een lesbische vrouw. Ik leef samen met mijn vriendin in Libanon, in een andere stad dan die van mijn ouders. Mijn familie weet van niets maar ik heb me wel geout in mijn entourage en mijn nabije omgeving.
Ik ben altijd voorzichtig, maar toch laat ik van me horen. Ik ben activiste en kunstenares, ik werk samen met NGO’s, ik ondersteun LGBTQI+-rechten, maar doe dat anoniem.
Ik kom uit een moslimmilieu, en ook al is mijn familie niet heel gelovig, toch ben ik terughoudend. Als mijn ouders alleen zouden wonen, ver weg van de gemeenschap die hen omringt, dan zou ik misschien met hen kunnen praten, maar zolang ze in hun stad wonen, denk ik er niet aan. Dat kan ik hen niet aandoen.
Dit is de getuigenis van Yasmina(*) die normaal gezien op 16 en 17 april samen met Layane El Hajjar de voorstelling Slow#5: Queer Courage maakt in de KVS, Brussel. Die voorstelling is ondertussen afgelast vanwege het coronavirus.
In de westerse wereld is coming-out verbonden met moed. Het vergt moed om in opstand te komen tegen de wereld, om mondig te zijn en voor je rechten te vechten. Ook wij in Libanon zijn veerkrachtig en levenslustig. Toch durven veel mensen hier niet uit de kast te komen. Komt dat door een gebrek aan moed? Nee, integendeel!
Als een LGBTQI+-persoon in een westers land beslist dat het tijd is om uit de kast te komen, dan wordt die persoon beschouwd als een mens die gelijk is aan alle andere burgers. Ze zijn wettelijk beschermd en hebben de toestemming om samen te leven met geliefde. Ze hebben dezelfde – of toch bijna dezelfde – rechten als elke andere burger: het recht op veiligheid, het recht op werk, het recht om te trouwen, het recht om kinderen te hebben – kortom: het recht om te zijn wie die persoon is.
Layane El Hajj en Yasmina (*schuilnaam) wonen allebei in Beiroet en zijn lid van Haven for Artists die de nieuwe voorstelling Slow#5: Queer Courage maken. Normaal te zien op 16 en 17 april in KVS in Brussel, maar nu afgelast wegens het coronavirus.
Artikel 534
Als ik zou beslissen om mijn coming-out in Libanon te doen, dan zou ik eerst en vooral buiten de wet staan. De Libanese grondwet verbiedt elke seksuele daad die als “tegennatuurlijk” wordt beschouwd. Homoseksuele liefdesdaden worden door rechters als illegaal beschouwd.
Veroordeelden kijken aan tegen gevangenisstraffen tot een jaar.
Homoseksuele liefdesdaden worden door rechters als illegaal beschouwd
Pas in 2019 sprak een rechter zich voor de eerste keer uit ten gunste van twee homoseksuelen; hij was van mening dat hun relatie niet in tegenspraak was met de natuur. Jammer genoeg is dat een uitzonderlijke zaak want in werkelijkheid blijft artikel 534 uit het strafwetboek bestaan en wordt het ingezet om de LGBTQI+-gemeenschap te vervolgen.
Vandaag geniet een homoseksueel in Libanon bij zijn coming-out geen enkel van de rechten die westerse landen bieden. Hij of zij wordt vervolgd louter en alleen omwille van zijn seksuele voorkeur.
In het Westen worden die rechten verdedigd door de regering en rechtsspraak, in het Oosten zijn is verwevenheid tussen religie en politiek daarvoor nog veel te sterk. Onze wetten zijn niet gemaakt door een politiek systeem alleen, maar door menselijke interpretaties van een heilig boek. Dat maakt rechten afhankelijk van wie de religieuze teksten interpreteert en van de aard van het probleem dat zich stelt.
De impact van religie op de traditie is zo verankerd in onze cultuur dat de concepten goed en kwaad gevormd heeft. Sensibilisering en opvoeding over seksualiteit en gender bevinden zich daarom nog in een heel pril stadium. In het merendeel van de scholen wordt er niet openlijk over seksualiteit gesproken, en binnen de meeste families evenmin. De wet kan uiteraard aangepast worden en “bescherming” bieden, maar dan moet eerst de sociale en culturele consensus tussen de burgers veranderen en de banden tussen religie en politiek afgebouwd worden.
Ik ben een wij
Een coming-out in het Midden-Oosten – of in een land waar religie nog zo sterk verankerd is in de sociale structuren – is niet enkel een individuele daad. Mensen worden beschouwd als het verlengstuk van hun familie en haar eer.
Die verantwoordelijkheid geeft “uit de kast komen” een heel andere betekenis. Aangezien “gay zijn” beschouwd wordt als een zonde, worden de ouders gezien als de dragers van slecht zaad. Wanneer ontdekt wordt dat een familielid zich als LGBTQI+ uit, dan is in de ogen van de gemeenschap de hele familie schuldig aan die daad.
Ouders worden als ‘onbekwaam’ bestempeld, veroordeeld en verbannen uit hun sociale kringen en hun bredere familie. Werk vinden wordt moeilijker, de dagelijkse omgang in hun wijk lastiger.
In de meeste gevallen zal het kind niet het huis worden uitgezet, maar opgesloten worden
Dat spook van sociale gevolgen en onderdrukking is bepalend voor de aanpak en de beoordeling van de familie en de manier waarop ze reageert op de coming-out van een kind. Het wordt kinderen afgeraden om homoseksueel te zijn, want anders worden ze beschouwd als personen met een ziekte en een stoornis en kunnen ze dus ook zo behandeld worden. Sommigen worden met geweld meegesleept naar psychologen en therapeuten; in extreme gevallen komt het zelfs tot bekeringstherapie waarbij met religieuze of psychologische middelen geprobeerd wordt iemands homoseksuele of biseksuele oriëntatie te veranderen in een heteroseksuele.
In de meeste gevallen zal het kind niet het huis worden uitgezet, maar opgesloten worden. Door de “hulp” die aangeboden wordt, hoopt de familie het kind te kunnen dwingen terug te keren naar de norm, om weer heteroseksueel of straight te worden met de bedoeling de positie van de familie in de maatschappij te herstellen.
De dag des oordeels
Zelfs wanneer ouders bereid zijn om de seksuele voorkeur van hun kinderen te aanvaarden, wordt de situatie bemoeilijkt door de vermenging met de religie, die dreigend en dominant is. Ook ouders die niet praktiserend gelovig zijn maar in hun gedachten altijd een plaats voorbehouden voor God, maken zich zorgen over de onvermijdelijke dag des oordeels.
Ze zijn bezorgd over het lot van hun kinderen en over hun eigen lot als ouders van een zondig kind. Ook als ouders erin slagen hun kinderen te aanvaarden, voelen ze zich bezwaard door de angst, het geheim en het oordeel dat hun ongetwijfeld te wachten staan en het ondraaglijke schuldgevoel dat erbij komt kijken.
Als daad van liefde voor hun familie beslissen veel LGBTQI +-personen in het Midden-Oosten om zich niet te outen. Of sommigen zoeken naar een tussenweg: enkel voor de familie blijven ze in de kast, terwijl ze toch actief ijveren voor de LGBTQI+-rechten in eigen land.
Onze eigen geschiedenis schrijven
Vandaag staan queers in de Arabische wereld voor een dilemma. De Arabische cultuur en de manier waarop de sociale omgang geregeld is, zijn sterk gericht op de familie, in tegenstelling tot de grote westerse voorbeelden van vrijheid van identiteit waar ook wij ons aan willen spiegelen. Dat maakt het niet makkelijk.
Wij zijn het aan onszelf verplicht om een eigen Libanese, Syrische, Egyptische, Marokkaanse of Saoedische queer-identiteit te vormen, en daar zijn we nog lang niet
Neem nu de gay pride. Die “mars van trots” wil zichtbaarheid geven aan mensen van de LGBTQI+-gemeenschap en de vrijheid en wettelijkheid van hun seksuele oriëntatie en genderidentiteit opeisen. Het bijzondere aan de mars schuilt in de viering van de identiteit en het unieke karakter van elke mens. Maar per definitie is dat afhankelijk van de plaats waar je opgroeit.
Je kan zo’n mars en haar doelen niet zomaar naar Libanon overbrengen. Wij zijn het aan onszelf verplicht om een eigen Libanese, Syrische, Egyptische, Marokkaanse of Saoedische queer-identiteit te vormen, en daar zijn we nog lang niet.
Dat komt niet door een gebrek aan moed of bewustzijn. Wel doordat we onze eigen geschiedenis moeten schrijven en onze eigen strijd moeten uitvechten. De termen en ideeën die we hebben overgekregen, die gemaakt en toegeëigend zijn door de gemeenschap in de Verenigde Staten, helpen ons niet, zijn niet aangepast aan onze context.
We moeten leren om de tijd te nemen om onze eigen woorden te vinden in een taal die ons daarvoor nu nog geen ruimte geeft. Het woord queer bestaat niet eens in het Arabisch. Het woord homoseksueel heeft enkel een beledigende connotatie, en daar moeten we wat aan doen. Zonder woorden om te definiëren wie we zijn, bestaan we gewoon niet.
Moed zit niet in of naast de kast
Hoe kunnen we vrijheid bereiken indien we nog niet de tijd genomen hebben om voor onszelf te zorgen? Zonder dat we onze eigen instrumenten gemaakt hebben voor bevrijding, begrip en aanpassing?
Onze cultuur en onze samenleving staan het niet toe om onze identiteit op dezelfde manier te beleven als de westerse gemeenschappen. Het doel is niet om onze thuis en onze wortels te vernietigen, maar om te leren hoe we hen kunnen laten bestaan en onszelf kunnen bevestigen.
Toch zal ieder van ons de keuze moeten maken wanneer het zover is
Het vergt moed om uit de kast te komen en evenveel moed om in het geheim lief te hebben. Over de angst en de onrust om ontdekt te worden, bestaat geen twijfel: ze zijn eenvoudigweg een vorm van terreur die ongemakkelijk dichtbij komt.
Toch zal ieder van ons de keuze moeten maken wanneer het zover is: moed om te leven met angst, moed om te leven met weerzin, moed om zo goed mogelijk te leven, op een manier waarop je dichter bij elkaar kan komen.
Die moed zit niet in of naast de kast. Wanneer alles om je heen wil dat je niet het leven zou leiden dat je leidt, schuilt de moed in het leven zelf.