“‘Hysterische hetze tegen Abou Jahjah is misplaatst’
België debatteert over een tweet. “By any means necessary”. Zij die Abou Jahjah nu ongenuanceerd aan de schandpaal nagelen, vinden zich misschien beter terug in de “post-truth” wereld van Trump. Want in die wereld heeft het internationaal recht geen enkele waarde meer. De hetze tegen Dyab Abou Jahjah wijst in de richting van de normalisatie van de illegale Israëlische annexatie van Oost-Jeruzalem.
Dyab Abou Jahjah verwees met zijn tweet naar resolutie A/RES/37/43 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 3 december 1982. Die resolutie herbevestigt ‘de legitimiteit van de strijd van volkeren voor onafhankelijkheid, territoriale integriteit, nationale eenheid en bevrijding van koloniale en buitenlandse overheersing en bezetting…’
En dan: ‘…by all available means, including armed struggle.’ Met alle beschikbare middelen, met inbegrip van gewapende strijd.
Het addertje onder Abou Jahjah’s tweet schuilt hier: hij gebruikte niet het woord “beschikbaar” van de VN-resolutie, maar het woord “noodzakelijk”. In een andere tweet noemt Abou Jahjah de bewoordingen van de VN ‘radicaler’. Omdat ook terreur tegen burgers een “beschikbaar middel” is en hijzelf dat niet “noodzakelijk” vindt?
De Algemene Vergadering kan onmogelijk bedoeld hebben dat terreur tegen burgers “beschikbaar” is. Alle VN-resoluties moeten immers samen gelezen worden met de Vierde Conventie van Genève, het zogenaamde oorlogsrecht. Die conventie definieert “alle beschikbare middelen” en reguleert de gewapende strijd.
Abou Jahjah’s woord “noodzakelijk” laat in het midden, waarschijnlijk onbedoeld, of aanslagen tegen burgers misschien op een dag “noodzakelijk” zouden kunnen worden. Maar zelfs als iemand dat vanuit zijn eigen moraal “noodzakelijk” zou vinden, het is altijd verboden.
Soldaten van een bezettingsmacht daarentegen, mogen volgens het recht wél aangevallen worden. Daders moeten zich uiteraard zelf houden aan de regels van het oorlogsrecht, namelijk: voldoende onderscheid maken tussen militairen en burgers.
Daarover kan de discussie gaan: de dader koos overduidelijk een militair doelwit - een groep gewapende militairen in uniform - maar de aanval zou voorbijgangers hebben verwond.
Het oorlogsrecht regelt het gedrag van strijdende partijen in gewapende conflicten. De bedoeling in 1949 was om oorlog, iets dat er altijd zal zijn, “beschaafder” te maken.
Staatssecretaris Theo Francken en anderen die Abou Jahjah ongenuanceerd aan de schandpaal nagelen, zullen zich misschien beter terug vinden in de “post-truth” wereld van Trump. Want in die wereld hebben het internationaal recht en de Verenigde Naties geen enkele waarde meer, en kan annexatie met geweld onmiddellijk erkend worden. Het zou een wereld van eeuwig geweld zijn. De toekomstige Amerikaanse ambassadeur in Israël, aangeduid door Trump, wil zelfs verder gaan dan extremistische Israëlische politici. Hij wil heel Palestina annexeren.
De wereld waarin de feiten, het recht en de afspraken van de multilaterale wereldorde van de VN geen waarde meer hebben, zet zich ook in België door. De hysterische hetze over een tweet van Abou Jahjah is daarvan een uiting, ook al is die tweet zélf onnodig ongenuanceerd.
Een aanwijzing is het feit dat politici en media deze aanval in eerste instantie hebben besproken als een klassieke terreuraanslag, en dus in het kader van het normale strafrecht. Dat wijst erop dat Israël erin slaagt om de annexatie van Oost-Jeruzalem te normaliseren en zich in de ogen van de wereld als legitieme overheid in dat gebied op te dringen.
Onder president Trump zal het proces van de normalisatie van de Israëlische annexatie van Oost-Jeruzalem zich verder zetten. Lees daarover deze analyse.
Maar wat Israël daarover ook beweert, zolang een vredesakkoord tussen Israël en de Palestijnen het statuut van Oost-Jeruzalem niet verandert - illegaal geannexeerd en bezet - mag het Israëlisch strafrecht daar niet van toepassing zijn op daden die kaderen binnen het gewapende conflict. Zeggen dat op zulke daden het nationaal Israëlisch strafrecht van toepassing is, normaliseert de illegale annexatie van Oost-Jeruzalem.
Die annexatie werd door geen enkel land ter wereld erkend. Komt het nog in ons op dat een truckaanval op kerstmarktgangers in Duitsland volgens het internationaal recht niet vergeleken mag worden met een truckaanval op soldaten van een bezettingsmacht in illegaal geannexeerd gebied?
Het oorlogsrecht regelt het gedrag van strijdende partijen in gewapende conflicten. De bedoeling in 1949 was om oorlog, iets dat er altijd zal zijn, “beschaafder” te maken. Dat was een pragmatische en realistische ingesteldheid.
Het recht regelt wie aangevallen mag worden: enkel militaire doelwitten die de wapens niet hebben neergelegd of die niet buiten strijd zijn ‘door ziekte, verwondingen, gevangenschap of eender welke andere oorzaak’. Dat de soldaten op het moment van de truckaanval niet betrokken waren in een gevecht, kan erop wijzen dat de aanval een schending is van het oorlogsrecht.
Burgers kunnen sowieso niet aangevallen worden. Palestijnen die eerder al met auto’s inreden op Israëlische burgers of Israëlische burgers met messen aanvielen, begingen schendingen.
Het recht regelt ook wie mag aanvallen: leden van een duidelijk georganiseerde militaire groep. De dader van de truckaanval in Oost-Jeruzalem was geen duidelijk lid van een militaire groep, en dus een burger.
Maar het oorlogsrecht verbiedt burgers ook niet uitdrukkelijk om aanvalsdaden te plegen tegen soldaten van de bezettingsmacht.
Je kan vervolgens deze vraag stellen: heeft geen enkele Palestijn nog het recht om aanvalsdaden tegen bezettende soldaten te plegen als er simpelweg geen duidelijk georganiseerde militaire groepen meer zijn?
De eigen Palestijnse Autoriteit (PA) is geen bevrijdingsorganisatie meer, maar collaboreert met de Israëlische bezettingsmacht en is bovendien niet eens aanwezig in Oost-Jeruzalem. En milities als Hamas worden totaal onderdrukt in Oost-Jeruzalem.
Dat Israël in staat van oorlog is, mede door eigen toedoen van bezetting en kolonisatie, en dan klaagt dat hun soldaten aangevallen worden en dat ook nog eens vergelijkt met een aanslag op burgers in Duitsland, is misplaatst.
Ofwel moeten we met z’n allen akkoord gaan dat elk land vanaf nu zomaar een gebied kan innemen, bezetten en koloniseren. En dat het geweld dat daaruit voortkomt geen gewapend conflict is, maar een misdaad tegen een legitieme overheid.
Staatssecretaris Theo Francken – het is niet duidelijk wat een staatssecretaris voor asiel en migratie te maken heeft met het conflict in Israël en Palestina – mag in Genève gaan pleiten voor een aanpassing van het oorlogsrecht.
Dat is een moeilijke opdracht, want een paar weken geleden hebben zelfs de Verenigde Staten én de Verenigde Naties – niet meteen de minst gezaghebbende actoren – nogmaals bevestigd dat Israël een bezettingsmacht is die het internationaal recht schendt, al 50 jaar aan een stuk.
Een halve eeuw.
Over Oost-Jeruzalem moet je altijd spreken in het kader van het oorlogsrecht. En dan kan je inderdaad terecht zeggen dat het oorlogsrecht aan individuen niet onvoorwaardelijk het recht op gewapend verzet toekent. Maar het correcte juridisch kader is wel degelijk belangrijk, want het bepaalt alles, perceptie en realiteit.
Vraag: kan Israël het beste van twee werelden hebben? Palestina helemaal opslorpen en koloniseren, én niet aangevallen worden? Dat Israël in staat van oorlog is mede door eigen toedoen van bezetting en kolonisatie, en dan klaagt dat hun soldaten aangevallen worden en dat ook nog eens vergelijkt met een aanslag op burgers in Duitsland, is totaal misplaatst.
Dit gaat over wat onder internationaal recht toelaatbaar is als legitiem gedrag in een gewapend conflict. Dit gaat niet over de zin en het nut van Palestijns geweld. Palestijns gewapend verzet is vandaag totaal contraproductief en doet Palestijnen meer kwaad dan goed.