Isis en zijn Kalifaat: de pest en de piraterij

Lukas De Vos

24 juni 2014
Opinie

Isis en zijn Kalifaat: de pest en de piraterij

Isis en zijn Kalifaat: de pest en de piraterij
Isis en zijn Kalifaat: de pest en de piraterij

Dan heb je dure inlichtingendiensten die elke byte van ons aller leven in de gaten houden, maar dat belet niet dat ze met zijn allen verrast werden door de plotse doorbraak van ISIS in Irak. Toch kon een gewone geschiedkundige dit zien aankomen, zegt journalist Lukas De Vos, die in de jihadi's van ISIS een hedendaagse reïncarnatie van de middeleeuwse Assassijnen ziet. Hoe reageert Europa best?

Als een despoot wegteert, vliegen de aasgieren op. Dat was zo met de ondoordachte terechtstelling van de Iraakse dictator Saddam Hoessein bij de jaarwisseling 2006-2007. Dat was zo toen in 996 de Fatimidische kalief Al-Hakim aan een schrikbewind van een kwarteeuw begon.

Beide despoten gingen ten onder aan economisch geknoei en zelfverheerlijking. Hoessein was een soenniet, die sjiïeten discrimineerde en vervolgde. Al-Hakim was een ismailitisch sjiïet die soennieten als zijn erfvijand zag; zijn opvolgers zouden zelfs het soennitische Bagdad tijdelijk bezetten.

Zowel ismailieten als soennieten zagen er geen graten in om bondgenootschappen af te sluiten met christelijke kruisvaarders of met Byzantium als hen dat zo uitkwam, tien eeuwen later met het Westen of met Rusland als dat beter leek.

De Assassijnen

Het probleem met berekende alleenheersers is altijd dubbel: geweld en onbetrouwbaarheid. En met één doel: absolute macht. De wereldlijke en de geestelijke, keizer en paus. De rentmeester van god.

Als de kalief vermoord werd (een bijna vast ritueel), maakte een andere hofmeier zich op om de oemma, de (godsdienstige) gemeenschap te leiden. Het past bij de idee van het leenroerig stelsel bij ons: roofbaronnen hakten zichzelf een stuk gezag uit in beperkte (stads)staatjes, de leenheer werd geduld, maar zelden erkend. Zolang er een buitenlandse vijand was, werd het geweld gekanaliseerd. Gebiedsverovering, afdreiging, afpersing.

Het probleem met berekende alleenheersers is altijd dubbel: geweld en onbetrouwbaarheid. En met één doel: absolute macht.

De ismailieten wierpen zich op de esoterische studie van de Koran, hun oorlogstactiek stapte over van frontale aanvallen naar gerichte aanslagen. Die gebeurden op vooraanstaanden, hoge militairen, geestelijke leiders. Door zelfmoordaanvallers, de Assassijnen.

Marco Polo legde wellicht onterecht het verband met “hasjasjien”, hasjieseters – want verdovende middelen waren even normaal toen als alcohol vandaag bij ons. Eerder verwijst het naar de  rücksichtlose “asasjoen”, fanatieke volgelingen, die “trouw waren aan de asas, de oprichting van het geloof”.

Assassijnen en Tempeliers huldigden trouwens hetzelfde, eenzijdige ideaal. Ze verstonden elkaar best. Toch heeft het de misbegrepen verklaring haar inhoud niet gestolen.

Al-Hakim zelf had geen al te beste naam bij de christenen. Hij liet in 1009 de Heilig Grafkerk in Jeruzalem neerhalen. De verbanning van christelijke pelgrims en het verbod tot bedevaart vanuit het Westen in 1056 betekenden de rechtstreekse aanleiding voor de kruistochten, en voor twee eeuwen van middeleeuws gekuip tussen staatjes en sektes. Het zijn maar de Mongolen die met een grootscheepse, onstuitbare aanval op het Nabije Oosten en Oost-Europa de hopeloos verdeelde islamieten (en christenen) tot nieuwe eenheid dreven.

Fast Forward

De parallel met de Irakoorlogen is schrijnend. Om de uitzichtloze loopgravenoorlog met het sjiïtische Iran na de machtsovername door Khomeiny (1980-1988) te verdoezelen, richtte Saddam zich op een nieuwe, minder taaie buitenlandse vijand: de “decadente” emir van Koeweit. Hij bezette de olievelden en het staatje, wat op zijn beurt een westerse reaktie uitlokte: operatie Desert Storm (1991).

De Amerikaans-Britse “bevrijding” van Koeweit maakte, toen al, een kapitale fout. Legerleider Norman Schwarzkopf zou me later zeggen: “Ik rukte snel op naar Bagdad. Maar Washington verbood met af te rekenen met de gekke dictator”. Patton overnieuw. Diezelfde fout wou de “Coalition of the Willing” van George Bush jr. niet meer maken.

Onder valse voorwendsels (massavernietigingswapens), en na een besmuikte minitop op de Azoren, waar Barroso en Aznar Bush en Blair een vrijgeleide gaven (Barroso hield er later het voorzitterschap van de Europese Unie aan over; Verhofstadt behoorde tot het kamp van de onderhandelingsgezinden en was tegen een invasie), begon de tweede Golfoorlog (2003).

Net als in Afghanistan wist een grootmacht niet om te gaan met zijn zege, en de vrede te winnen.

De onthoofding van Irak (waar de seculier-soennitische Ba’athpartij als laatste structuur kon geven) was bijzonder klunzig voorbereid. Er waren bij de geheime dienst amper twee of drie Arabisch-sprekenden, aan een vervolgscenario was niet vooraf gedacht.

De aftakeling van het voordien hoogstaande onderwijs, de geneeskundige zorgverstrekking, de middenstand, en de opgelegde onderdanigheid moesten zich wel enten op eerdere mislukkingen. Net als in Afghanistan wist een grootmacht niet om te gaan met zijn zege, en de vrede te winnen.

De decennialange steun die het Westen aan uitermate conservatieve en autoritaire regimes had gegeven (van Saoedi-Arabië tot de emiraten) wreekte zich. De vervreemding van de gewone man sloeg van verarming om in haat, terreur nam hand over hand toe.

Monumentale vergissingen

Nu de laatste Amerikanen weg zijn uit Irak, blijkt welke stompzinnige fouten gemaakt zijn. Ze hebben niets geleerd van hun eerdere mislukkingen in Vietnam of Afghanistan. Ze zijn geld en oorlogsmaterieel blijven pompen in corrupte besturen, die niet in staat waren een vorm van democratie te bewerkstelligen. Integendeel, sinds de sjiïeten (een meerderheid in Irak) de macht in handen kregen, stond alles in het teken van wraak, niet van verzoening.

Premier Al-Maliki gaf zelfs het bevel zijn vicepremier op te sluiten. Die ging prompt het maquis in. Toen ook in buurland Syrië de poppen aan het dansen gingen drie jaar geleden (in het kielzog van de volksopstanden tegen de dictaturen in Noord-Afrika en aan de Hoorn), weifelde het Westen meer dan ooit. En zoals tijdens de kruistochten zijn er even betwistbare als verglijdende bondgenootschappen in de maak.

Het viel al op dat de voorbije jaren geregeld wrijvingen ontstonden met de meest trouwe partner, het (soennitisch) wahabitische Saoedi-Arabië, niet bepaald een toonbeeld van gelijkheid en democratie. Want het is mooi dat al die landen ook het Handvest voor de Rechten van de Mens hebben ondertekend, barbarij blijft barbarij.

Terechtstellingen met het kromzwaard, strikte verbodsregels voor vrouwen, uitbuiting van gastarbeiders, het werd en wordt met de mantel der economische liefde bedekt. Olie blijft een machtig onderhandelingsargument. Water moet nog even wachten.

Kies is Washington niet, het is uitgerekend het vliegdekschip George H.W. Bush dat de Perzische Golf binnenvaart.

Dat het aan de zuidflank van het Arabisch schiereiland al sinds de hereniging van beide Jemens stinkt, is een reden te meer om in te zetten op de stabiliteit van Riad. Met de dag wordt evenwel duidelijker dat de oliereus meer dan gewoon maar hand- en spandiensten levert aan het soennitisch verzet in Syrië en Irak. Het financiert milities en geeft logistieke steun, wapenleveringen zijn moeilijker aan te tonen.

Anderzijds leeft Iran al 35 jaar in onmin met Washington. Plots komen er wel openingen om samen de dreiging in Irak te bestrijden. Het is best denkbaar dat Iran troepen zal inzetten om het sjiïtisch bewind van Al-Maliki recht te houden, en daarbij Amerikaanse steun krijgt. Met drones, een elitekorps in Bagdad (275 extra manschappen “om de eigen belangen en mensen te beschermen”), en vuurkracht vanop oorlogsschepen in de Golf en de Middellandse Zee.
 
Kies is Washington niet, het is uitgerekend het vliegdekschip George H.W. Bush dat de Perzische Golf binnenvaart.

Geschifte strijders

Alleen zijn op het terrein zelf compleet geschifte milities aan het werk. We kennen ze al jaren, Al Qaeda (dat meer een idee dan een gewapende macht is), Al Noesra in Syrië, en de Islamitische Staat van Irak en (Groot-)Syrië, ISIS. Dat mikt op een kalifaat. En dat daarvoor oudtestamentische metodes aanwendt: totale vernietiging, wreedheid, bloedwraak, zinloos geweld, en de typische, onwankelbare zelfopoffering (“martelaarschap”) van de Assassijnen.
 
De omslag verloopt precies zoals na de verovering van Jeruzalem in 1099. Eerst plaatselijk verzet, dan overvallen en aanslagen, dan milities die elders steun krijgen (van Europese rekruten tot al dan niet afgeperste giften uit de buurlanden).

De verovering van de macht is intussen gepasseerd: het gaat nu om de uitbouw van een eigen grondgebied, een territoriaal kalifaat. Het soennitische noorden van Syrië versmelt dan met de middensikkel van Irak. Waarbij de ene huurling na de andere verstotene of vervolgde zich aansluit.

Oudgedienden van Saddam Hoessein, dwaze kindsoldaten uit Europa, radeloze mensen die alles kwijt zijn geraakt, radicalen uit Afghanistan en Tsjetsjenië die niets meer te verliezen hebben dan de  kick van plundering, foltering, moord, vernietiging, en ad hoc geneugten, verblinde, atavistische “gelovigen”.

Wie het slimst medestanders kan vinden, staat er het beste voor.

God moet het hen vergeven, want ze zijn door de “andere kant” met dezelfde voorbeelden misleid: Assad is er met een even grove borstel doorgegaan, Amerikaanse drones maken geen onderscheid tussen burgers en terroristen. De traditionele invloedssferen in Irak – sjiïeten, soennieten, Koerden – staan onder druk. Wie het slimst medestanders kan vinden, staat er het beste voor.

Het lijdt weinig twijfel dat dat niet ISIS of Al-Maliki zal zijn, wel de Koerden. Al-Maliki kan misschien op de best bewapende steun terugvallen, maar meer dan een lakei kan hij niet meer zijn.

ISIS is logistiek niet voorbereid om een breed front langdurig te kunnen aanhouden – het voorbeeld van Assads koppigheid in Syrië zou hen tot nadenken moeten stemmen. Dat de beweging intussen rijk is geworden door afpersing (het maffieuze “beschermingsgeld”, losgeld voor Turkse diplomaten, en dies meer), de illegale verkoop van olie en oudheidkundige schatten, de plundering van banken, de verovering van wapenvoorraden, de steun uit het buitenland, versterkt nog de idee van een kortstondige gewelduitbarsting – de al dan niet gefingeerde massamoord op gevangen Iraakse soldaten en sjiïtische burgers spreekt boekdelen.

Hier is The Mob aan het werk, met godsdienstig inzicht of diep geloof heeft dat niks te maken. Dat dompelaars en dolgedraaide leerlingen uit West-Europa zich een tijdje kunnen verlustigen in buitgemaakte villa’s met tijdelijke (verplichte) bruiden, is een veeg teken. Hier zijn roversbendes aan het werk, geen bevrijdingstroepen.

Europa: geen woorden maar daden

Intussen verkijkt het kortzichtige Westen zich deerlijk op wat er echt aan de gang is. Niet een strijd tussen islamitische radicalen en milieu-activisten, zoals Thomas Friedman beweert. Het Midden-Oosten is zich aan het ontworstelen aan de rigoereuze begrenzingen die de kolonisering van de 19e eeuw heeft opgelegd, en waaraan niemand zich durfde te onttrekken. Tot nu toe.
 
Maar het ISIS-kalifaat heeft dit voordeel: het toont de betrekkelijkheid aan van grenzen, van natiestaten ook. Net zoals niet getornd kon worden aan de verdeling van Afrika in Berlijn (1884), blijft men zich blindstaren op de nationale onaantastbaarheid.

De Europese Unie is een van de enige, zoniet de enige macht die bereid is door onderhandelingen anders te gaan denken over dat verwelkte begrip uit de 18e eeuw, de “natiestaat”. Het laat referenda toe over vreedzame afscheiding, zoals in Schotland, het denkt na over een “verwaseming” van de grenzen (De Gucht), het zet in op blijvend diplomatiek overleg ondanks de minachting die kortzichtiger landen die weg betonen.

Europa moet zich evenmin laten opjutten door de Transatlantische haviken.

De angst voor teruggekeerde jihadisten met een Europees paspoort, nog voedsel gegeven door de provocerende aanslag op een synagoge in Brussel, is een ongezonde reflex. Er valt makkelijk iets te doen aan die angst. Een terugkeer onmogelijk maken door het paspoort af te nemen. Meer in te zetten op echte integratie.

Europa moet zich evenmin laten opjutten door de Transatlantische haviken. Ook de kruistochten zijn faliekant afgelopen. Tot de Grote Turk zijn Waterloo vond bij Malta.

De kalief en de grootvizier

Het doet allemaal denken aan het stripverhaal van Goscinny en Tabary, Iznogoud. De Grootvizier Iznogoud plant in elk verhaal de meest sadistische metodes om de slome kalief Haroen-al-Poessah te wippen. Die altijd tot mislukken zijn gedoemd, wat hem nog geliefder maakt bij de kalief, die de kuiperijen van zijn rentmeester niet doorheeft.

Dat is precies wat ISIS aan het doen is: “Moi, je veux être calife à la place du calife”. Waarop de (sinds Kemal Atatürk afgschafte) kalief monter en monkelend antwoordt: “Ah, mon bon Iznogoud”. Het zal altijd wel de schuld zijn van de handlanger, bij Iznogoud Dilat Larath – nomen est omen: van overdaad krijg je een gezwollen milt en lever.

De zwarte vlag is dan wel gehesen in het vermeende kalifaat. Maar zoals eertijds betekent ze maar twee dingen: de pest en de piraterij. Dat incarneert ISIS perfect.

Lukas De Vos is journalist voor de VRT.