50 jaar Israëlische bezetting: wat kan België doen?

Opinie

50 jaar Israëlische bezetting: wat kan België doen?

50 jaar Israëlische bezetting: wat kan België doen?
50 jaar Israëlische bezetting: wat kan België doen?

‘Na 100 jaar internationale betrokkenheid en 50 jaar Israëlische bezetting dringt een kritischer debat zich op, internationaal maar ook in België’, stelt Brigitte Herremans van Broederlijk Delen.

Het conflict tussen Israëli’s en Palestijnen is volgens de Israëlische schrijver Amos Oz geen botsing tussen goed en kwaad maar een botsing tussen gelijk en gelijk, zoals in een klassieke tragedie. Beide volkeren hebben recht op een eigen staat. Het grote verschil is natuurlijk dat de staat Israël al 70 jaar bestaat, terwijl de Palestijnen op grote schaal ontheemd werden en tot op heden wachten op een eigen staat.

Net zoals in klassieke tragedies gaat niemand vrijuit en voeden intriges – hier in de vorm van buitenlandse inmenging – het conflict. Die inmenging van buitenaf, onder meer van de Verenigde Staten maar ook van Europese landen, is veel nefaster dan vaak wordt aangenomen, en bestendigt de ongelijke machtsverhoudingen.

Na 100 jaar internationale betrokkenheid en 50 jaar Israëlische bezetting dringt een kritischer debat zich op, internationaal maar ook in België.

De Balfourverklaring: niets om trots op te zijn

In 1917 sprak de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Lord Balfour, zijn steun uit voor de oprichting van een Joods thuisland in historisch Palestina. Slechts terloops merkte hij op dat ook de burger- en religieuze rechten van de niet-Joodse gemeenschappen gerespecteerd moesten worden.

Het Verenigd Koninkrijk heeft geen enkele reden om trots te zijn op zijn rol in Palestina.

Na het einde van WO I zette de nieuwe Britse mandaathouder in Palestina meteen de toon: de rechten van de Joodse gemeenschap zouden primeren op die van de Arabische gemeenschap. De beloftes tegenover de Joodse bevolking konden enkel waargemaakt worden ten koste van de Palestijnen, wat ook gebeurde.

Het is verbijsterend dat de Britse premier May in de aanloop naar de honderdste verjaardag van deze verklaring zei dat de Britten trots moeten zijn op de Balfourverklaring.

Het Verenigd Koninkrijk heeft geen enkele reden om trots te zijn op zijn rol in Palestina. Het deed tegenstrijdige beloftes aan zowel de zionistische als de Palestijnse nationale beweging.

Number 10 (CC BY-NC-ND 2.0)

Theresa May en Benjamin “Bibi” Netanyahu

Number 10 (CC BY-NC-ND 2.0)​

Toen duidelijk werd dat een militaire clash tussen beide nationale bewegingen onvermijdelijk was, gaf het zijn mandaat terug aan de Verenigde Naties (VN). Die besloten in november 1947 het gebied, waar reeds ernstige schermutselingen plaatsvonden, op te delen in een Joodse en een Palestijnse staat. Insiders in de VN stelden toen al dat er een Joodse staat zou komen, maar geen Palestijnse staat. De oprichting van Israël was geen mirakel maar het logische gevolg van het doorzettingsvermogen en de vernuftige organisatie van de zionistische beweging en de politieke en militaire steun van haar bondgenoten.

100 jaar Palestijnse eenzaamheid

Die bondgenoten hebben de Palestijnen niet. Dat is hun drama, naast de sterkte van hun tegenstanders en de zwakte van hun leiders. Kritische lezers zullen opperen dat de Palestijnen hun situatie aan zichzelf te danken hebben. Ze verzetten zich immers tegen de opdeling van Palestina en de oprichting van een Joodse staat en verwierpen het VN-Verdeelplan. Dat was niet verstandig.

Maar er valt ook wel iets te zeggen voor het Palestijnse standpunt dat de verdeling, waarbij 55 percent van historisch Palestina voor de Joodse staat was voorbestemd, niet fair was.

Dat Verdeelplan is nu vooral voer voor historici. De wapenstilstandslijnen van de eerste Arabisch-Israëlische oorlog, waarbij Israël de controle over 78 percent van historisch Palestina verkreeg, werden in 1949 de nieuwe grenzen.

Ronan Shenhav (CC BY-NC 2.0)

Ronan Shenhav (CC BY-NC 2.0)​

Conflictmanagement bleek eenvoudiger dan peacebuilding

Interessant genoeg zouden de meeste landen Israël zonder uitdrukkelijke voorwaarden erkennen. Er was geen fundamenteel debat over de gebiedsuitbreiding, noch over de Palestijnse vluchtelingen. De Palestijnen voelden zich de slachtoffers van Europa’s slachtoffers en moesten machteloos toezien hoe hun aanwezigheid door de pas opgerichte staat Israël van de kaart werd geveegd. De internationale gemeenschap was enkel bekommerd om het einde van de vijandelijkheden en het behoud van de stabiliteit in de erg volatiele regio.

Het conflict moest worden bedwongen, eerder dan opgelost. Dat klinkt ook vandaag bekend in de oren. Er was, en is, internationaal geen politieke moed om de grondoorzaken van het conflict aan te pakken, te beginnen met de vraag dat Israël zijn verantwoordelijkheid voor de Palestijnse vluchtelingenkwestie erkent.

Welke regeringsleider zou het aandurven om volgend jaar, ter gelegenheid van de viering van de zeventigste verjaardag van Israël, te wijzen op de Nakba en het onvervulde recht op terugkeer van de, ondertussen meer dan 5 miljoen, Palestijnse vluchtelingen?

De pioniersrol van België

Pas toen Israël startte met de bezetting van de Palestijnse gebieden, de Golanhoogte en de Sinaïwoestijn in 1967, klonken de eerste kritische geluiden.

Met name België, dat heel wat ervaring heeft met bezettingen door vreemde mogendheden, was kritisch en kantte zich nadrukkelijk tegen de verovering van grondgebied door geweld. Het was ook een van de eerste landen die erkenden dat de Palestijnen niet enkel een humanitair probleem maar ook een natie vormden.

Reeds in 1975 stelde toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Van Elslande dat de Palestijnen recht hadden op een eigen staat. Hiermee was België een van de wegbereiders van de Europese positie die zich in de jaren tachtig kristalliseerde rond de tweestatenoplossing en die aan de basis lag van het vredesproces in het Midden-Oosten.

Israel Defense Forces (CC BY-NC 2.0)

Israel Defense Forces (CC BY-NC 2.0)​

Kort door de bocht genomen: het vredesproces dat officieel startte met de Oslo-akkoorden in 1993 normaliseerde Israëls bezetting van de Palestijnse gebieden. Alle vredesakkoorden gaan uit van Israëls terugtrekking tot aan de grenzen van vóór 1967, maar Israël heeft zich hier nooit toe willen verbinden.

In de visie van Israël rusten er eenvoudigweg twee claims op de Westelijke Jordaanoever, een van Israël en een van de Palestijnen. En is zijn claim even legitiem als die van de Palestijnen. De internationale gemeenschap dwong het land nooit om klare wijn te schenken, uit angst de broze vredesgesprekken te verstoren.

De opeenvolgende vredesonderhandelingen hielden weinig rekening met de nieuwe realiteit die Israël ondertussen op het terrein creëerde om zijn controle te versterken. Dat gebeurde onder meer via de nederzettingenbouw, speciale doorgangswegen en beperkingen op Palestijnse bewegingsvrijheid. De nederzettingenexpansie bracht een spiraal op gang waarbij kolonisatie, veiligheidsoverwegingen en bezetting elkaar wederzijds versterkten. Het resultaat is bekend: een “éénstaatrealiteit”.

Ruimte voor politieke verandering?

Moet België opnieuw een voortrekkersrol spelen in de huidige moeilijke internationale context? Op het eerste gezicht lijkt dat erg ambitieus voor een kleine Europese lidstaat. De, weldra, 27 lidstaten van de Europese Unie (EU) moeten immers aan hetzelfde zeel trekken om beleidswijzigingen door te voeren en meer druk op Israël uit te kunnen oefenen om het internationaal recht te respecteren.

Dan is er nog die andere grote speler, de Verenigde Staten, die nu met president Trump meer dan ooit de kaart van de Israëlische regering trekt. Toch is het te gemakkelijk om zich te verschuilen achter deze internationale machtsverhoudingen en kan België wel degelijk zwaarder wegen.

Magne Hagesæter (CC BY-NC-ND 2.0)

Magne Hagesæter (CC BY-NC-ND 2.0)​

Minister Reynders was een van de eerste ministers van Buitenlandse Zaken die protest aantekenden tegen Israëls vernielingen van Europees gefinancierde projecten. Een volgende logische stap is om samen met minister De Croo publiek compensatie door Israël te eisen.

Premier Michel ontmoette bij zijn bezoek aan Israël vertegenwoordigers van de in Israël fel bekritiseerde mensenrechtenorganisaties Breaking the Silence en B’tselem. Wij verwachten dat hij nu binnen de EU aandringt op een sterkere reactie tegen Israëls aanvallen op Israëlische, Palestijnse en internationale ngo’s.

Meer dan twee jaar na de invoering van de etikettering van Israëlische nederzettingsproducten, die fout gelabeld zijn als Israëlische producten, zijn er nog steeds geen correcte labels die de consument toelaat om het onderscheid te maken. Minister Peeters kan zijn belofte nakomen om controles uit te voeren en een signaal te sturen dat de etikettering geen loze maatregel is.

Nu er opschudding is over Law Train, een samenwerking tussen het federale parket, de Israëlische politie en de KU Leuven, kan minister Geens het wijselijke besluit nemen om zich, zoals Portugal deed, terug te trekken uit het project. Zo wekt hij tenminste niet de indruk dat België instemt met de ondervragingspraktijken van de Israëlische politie, die foltering niet schuwt.

Dat zijn slechts enkele van de meest actuele dossiers waarin België concreet een verschil kan maken. Vijftig jaar na de start van Israëls bezetting is de urgentie groter dan ooit.

Brigitte Herremans, medewerker Midden-Oosten Broederlijk Delen & Pax Christi Vlaanderen

Broederlijk Delen organiseert van 18 april tot 4 mei in Gent en Mechelen een lessenreeks over het Israëlisch-Palestijns conflict. Meer info vind je hier.