‘Israël wéét dat de EU wereldkampioen veroordelen-maar-geen-actie-ondernemen is’

Willem Staes (11.11.11)

30 augustus 2022
Opinie

Middenveldorganisaties buiten de wet stellen is ontoelaatbaar, vindt 11.11.11

‘Israël wéét dat de EU wereldkampioen veroordelen-maar-geen-actie-ondernemen is’

‘Israël wéét dat de EU wereldkampioen veroordelen-maar-geen-actie-ondernemen is’
‘Israël wéét dat de EU wereldkampioen veroordelen-maar-geen-actie-ondernemen is’

De raid op kantoren van gerespecteerde Palestijnse organisaties maakt deel uit van een Israëlische campagne om het Palestijnse middenveld monddood te maken, schrijft Willem Staes van 11.11.11. ‘En wat zegt de EU? Hooguit zullen we even blaffen maar niet bijten.’

‘Op een moment dat de realiteit van het Israëlische apartheidsregime steeds meer wordt blootgelegd is het Palestijnse maatschappelijk middenveld essentieel’, schrijft Willem Staes van 11.11.11.

Chetanya Robinson (CC BY 2.0)

Op 18 augustus werden de kantoren van zeven gerespecteerde Palestijnse middenveldorganisaties door het Israëlische leger vernield en twee directeurs werden enkele dagen later opgepakt of ontvingen bedreigingen. Volgens Willem Staes van 11.11.11 maakt het deel uit van een Israëlische campagne om het Palestijnse middenveld monddood te maken. ‘Er is geen nood aan een zoveelste tandeloze veroordeling of uiting van ongerustheid, maar aan krachtige diplomatieke druk op Israël.’

In de kantoren van 7 vooraanstaande Palestijnse organisaties deed het Israëlische leger op 18 augustus een inval. Het gaat om Addameer, Al Haq, Defense for Children International – Palestine (DCI-P), Union of Agricultural Work Committees (UAWC), Bisan, Union of Palestinian Women Committees (UPWC) en de Health Work Committees (HWC).

Stuk voor stuk zijn dit uiterst gerespecteerde organisaties. Ze verrichten cruciaal humanitair- en ontwikkelingswerk en documenteren schendingen van het internationaal recht.

Het Israëlische leger vernielde hun kantoren en bureaumateriaal en nam documenten in beslag. Ook werden de voordeuren van de organisaties dichtgelast met een militair bevel om heropening of voortzetting van de werkzaamheden van de organisaties te verbieden. Onder de organisaties bevinden zich ook verschillende partners van Belgische ngo’s die gesteund worden met middelen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.

Deze raids waren het zoveelste orgelpunt in een Israëlische campagne om het Palestijnse middenveld monddood te maken. Dat gebeurt met vage en niet-onderbouwde beschuldigingen van banden met terroristische organisaties.

In oktober 2021 bestempelde de Israëlische minister van Defensie, Benny Gantz, de organisaties als “terreurorganisaties”. Kort daarop werden ze ook door de militaire bevelhebber op de Westelijke Jordaanoever als illegale organisaties buiten de wet gesteld.

Geen snipper bewijs

Bewijs voor die groteske beschuldigingen werd nooit geleverd, ondanks herhaaldelijke vragen vanuit de EU, de Verenigde Staten en individuele Europese lidstaten. ‘Ja maar, natuurlijk vindt 11.11.11 dat er niets aan de hand is’, lieten online trollen al snel op sociale media weten. Goed nieuws, ze hoeven ons of andere ngo’s niet op hun woord te geloven.

De Verenigde Naties hadden het eind vorig jaar al over ‘extreem vage en irrelevante’ aantijgingen. Na eigen onderzoek bestempelden Europese lidstaten, waaronder België, de Israëlische verklaringen in juli 2022 als ongegrond en stelden ze hun ‘sterke steun voor het Palestijnse middenveld verder te zetten’.

Zelfs de Amerikaanse inlichtingendienst CIA, toch niet bepaald gekend als een “pro-Palestijnenclub”, zoals politieke tegenstanders graag schrijven, vond in een eigen onderzoek geen enkel element dat de Israëlische beschuldigingen bevestigde.

Frontale aanval

Deze frontale aanval op het Palestijnse middenveld past binnen een breder plaatje. De betrokken ngo’s zijn immers cruciaal in de minutieuze documentatie en rapportage van mensenrechtenschendingen en schendingen van het oorlogsrecht.

Deze organisaties vormen het laatste bastion voor de verdediging van mensenrechten van Palestijnen.

Op een moment dat de realiteit van het Israëlische apartheidsregime steeds meer wordt blootgelegd is het Palestijnse maatschappelijk middenveld essentieel. Ze vormen het laatste bastion voor de verdediging van mensenrechten van Palestijnen.

Verschillende van de geviseerde organisaties leverden de afgelopen maanden ook bewijsmateriaal aan het onderzoek dat het Internationaal Strafhof in Den Haag voert naar schendingen van het internationaal recht in bezet Palestijns gebied sinds 2014.

Blaffen maar niet bijten

Deze aanval omvat dan ook een existentiële dreiging voor het Palestijnse middenveld. 11.11.11 en verschillende andere Belgische ngo’s trokken daarom op 19 augustus aan de alarmbel.

‘Zonder duidelijke Europese reactie is de kans reëel dat ze meer arrestaties moeten vrezen of hun werkzaamheden moeten staken, in navolging van hun collega’s in tal van andere landen. Louter verklaringen vanuit de EU, zonder concrete gevolgen, maken geen indruk op de Israëlische overheid, dat is nu opnieuw duidelijk’, klonk het toen.

En wat deden de EU en haar lidstaten? Die uitten op 19 augustus hun ‘diepe ongerustheid’ en stuurden een delegatie diplomaten naar Ramallah. Een welgekomen reactie, ware het niet dat ze negen maanden te laat kwam. Als de EU al enige hoop had dat dergelijke actie enig diepgaand effect zou sorteren, had ze dit eind oktober 2021 moeten doen.

Het feit dat de EU er maanden over deed om nog maar een ‘diepe ongerustheid’ te uiten, gaf Israël het signaal: ‘Doe maar’.

Het feit dat het maanden en maanden duurde om zelfs maar ‘diepe ongerustheid’ te uiten, gaf Israël een duidelijk signaal: ‘Doe maar, wij leggen jullie geen strobreed in de weg, hooguit zullen we even blaffen maar niet bijten’. Een boodschap die duidelijk goed werd opgepikt in Jeruzalem, getuige de raids van 18 augustus.

Israël wéét dat de EU wereldkampioen veroordelen-maar-geen-actie-ondernemen is en dat het straffeloos haar gang kan gaan. Ook bij de bouw van nieuwe illegale nederzettingen of het slopen van Palestijnse huizen tekent de EU routineus protest aan en uit ze haar ‘diepe bezorgdheid’. En soms stuurt ze zelf een diplomatieke delegatie om toe te kijken hoe Palestijnse huizen vernield worden.

Die Europese “veroordeelitis” doet denken aan de definitie van waanzin van Albert Einstein: altijd hetzelfde doen in de hoop dat het tot een ander resultaat leidt. Bovenal maakt ze bitter weinig indruk in Israël.

Of hoe verklaart men anders dat de Israëlische veiligheidsdiensten op 21 augustus nog een stapje verder gingen? Twee dagen na de initiële “ferme” Europese reactie ging de Israëlische inlichtingendienst Shin Bet doodleuk over tot de arrestatie en intimidatie van de directeurs van twee Palestijnse organisaties, al-Haq en DCI-P.

Geen tandeloze verklaringen meer

Palestijnse organisaties hebben geen nood aan een zoveelste tandeloze veroordeling of uiting van ongerustheid, maar aan krachtige diplomatieke druk op Israël. Indien de komende dagen en weken woorden en veroordelingen niet gevolgd worden door concrete daden, zal er snel sprake zijn van verdere arrestaties en geweld tegen het personeel van de Palestijnse organisaties, naast het blokkeren van hun bankrekeningen.

Als eerste stap moet de EU-Israël Associatieraad, een diplomatiek topoverleg gepland in oktober 2022, opgeschort worden. Minister van Buitenlandse Zaken Lahbib moet de Israëlische ambassadeur op het matje roepen, en Israël duidelijk maken dat bij gebrek aan concreet bewijs de terreurbeschuldigingen moeten ingetrokken worden. België en de EU moeten onmiddellijk overleg plegen met de geviseerde organisaties en concrete maatregelen formuleren om de organisaties, hun personeel, kantoren en tegoeden te beschermen.

Om de vicieuze cirkel van straffeloosheid te doorbreken, moet België ook haar ondubbelzinnige steun betuigen aan de lopende onderzoeken van het Internationaal Strafhof in Den Haag en de VN-Onderzoekscommissie voor Palestina en Israël in Genève. Het kan daartoe ook extra financiële steun geven aan de Palestijnse organisaties die bewijsmateriaal van oorlogsmisdaden verzamelen op het terrein, maar nu geviseerd worden door Israël.

België kan zo twee vliegen in één klap slaan: een concrete uiting van solidariteit en steun aan de geviseerde organisaties, én een duidelijk signaal dat ons land zich nooit zal neerleggen bij de staat van straffeloosheid in Palestina.

Middenveldorganisaties buiten de wet stellen is ontoelaatbaar. Dit zijn autoritaire toestanden in de zelfverklaarde “enige democratie in het Midden-Oosten”.

Hoelang nog vooraleer Europa beseft dat blaffen maar niet bijten geen enkele indruk maakt in zo’n autoritaire context?

Willem Staes is beleids- en partnermedewerker Midden-Oosten bij 11.11.11.