‘Ja, ik steun de Palestijnse vreedzame boycotcampagne’

Koen Bogaert (UGent)

26 oktober 2023
Opinie

Boycot, desinvestering, en sancties (BDS) als verzet tegen het schenden van Palestijnse mensenrechten door Israël

‘Ja, ik steun de Palestijnse vreedzame boycotcampagne’

Koen Bogaert, docent aan de Universiteit Gent, bekrachtigt zijn steun aan de vreedzame boycotcampagne om Israël onder druk te zetten. 'Hoe extreem gewelddadig de aanval van Hamas ook was, dit is nog geen reden om de legitieme Palestijnse roep om vrijheid en rechtvaardigheid niet te steunen.'

De escalatie van het geweld in Israël en Palestina na de aanval van de radicaal-islamistische organisatie Hamas op 7 oktober is een nieuw dieptepunt in de schijnbaar uitzichtloze situatie die nu al meer dan 75 jaar aansleept. De Gazastrook gaat momenteel door één van de zwaarste humanitaire crisissen sinds ze 16 jaar geleden door Israël werd afgesloten van de buitenwereld.

In een publiek statement dat gepubliceerd werd op 15 oktober, waarschuwden meer dan 800 internationale experten internationaal recht, conflictstudies en genocide-studies voor een potentiële genocide tegen Palestijnen in de Gazastrook door de Israëlische strijdkrachten.

Ook hier in België werden verschillende statements gelanceerd en kwamen tienduizenden mensen op straat in solidariteit met het Palestijnse volk. In die context ondertekenden meer dan 2000 studenten en academici, waaronder meer dan 100 professoren (volgens de laatste stand van zaken) een open brief gericht aan alle Vlaamse rectoren.

In de brief worden verschillende concrete voorstellen gedaan over wat de academische gemeenschap kan doen tegen de humanitaire tragedie die zich voor onze ogen voltrekt. Als absolute prioriteit werd de rectoren gevraagd om gezamenlijk onze politieke vertegenwoordigers op te roepen om te pleiten voor een onmiddellijk staakt-het-vuren en het toelaten van humanitaire hulp in Gaza. Dit is nodig omdat ‘de internationale gemeenschap’ (lees: het Westen) opnieuw niet in staat lijkt om te handelen volgens de principes van het internationaal recht.

De BDS-campagne wordt wereldwijd ondersteund door miljoenen mensen en duizenden bewegingen.

De EU-resolutie die werd goedgekeurd op 19 oktober vraagt slechts een humanitaire pauze voor de bewoners van de Gazastrook (zowat het absolute minimum) maar blijft stil over de blokkade van Gaza, de bezetting van Palestijns gebied of de decennialange schendingen van het internationaal recht door de staat Israël. Enkel in vage termen wordt er verwezen naar de ‘legitieme aspiraties’ van de Palestijnen. Intussen blokkeerde de Verenigde Staten een resolutie in de VN-Veiligheidsraad, ingediend door Brazilië, waarin eveneens slechts een ‘humanitaire pauze’ werd voorgesteld.

Een academische boycot

Een tweede concrete actie die we als academische gemeenschap kunnen ondernemen is de boycot, desinvestering en opschorting van alle samenwerking met Israëlische universiteiten, bedrijven en overheidsinstellingen die de bezetting en het apartheidsregime ondersteunen en/of er voordeel uithalen. Zoals de open brief stelt ligt deze actie in lijn met wat de Palestijnse Boycott, Divestment and Sanctions beweging (BDS) op dit moment vraagt aan de internationale gemeenschap.

De BDS-campagne werd in het leven geroepen in 2005 en is geïnspireerd op de Zuid-Afrikaanse boycotbeweging tegen Apartheid en op de Amerikaanse Burgerrechtenbeweging.

De BDS-campagne werd in het leven geroepen in 2005 en is geïnspireerd op de Zuid-Afrikaanse boycotbeweging tegen Apartheid en op de Amerikaanse Burgerrechtenbeweging. Ze is gegroeid uit het decennialange verzet van de Palestijnen tegen bezetting, apartheid en etnische zuivering.

Het is onder andere dankzij het werk van de bekende Israëlische historicus Ilan Pappe over de massale verdrijving van Palestijnen in 1948, de zogenaamde Nakba, dat het concept ‘etnische zuivering’ een wijdverspreide aanvaarding vond binnen het academische onderzoek. Volgens Pappe ‘is het concept etnische zuivering niet alleen van toepassing op de Israëlische politiek in 1948 maar ook op de sindsdien door Israël gevolgde strategie’.

De BDS-campagne wordt wereldwijd ondersteund door miljoenen mensen en duizenden bewegingen, gaande van vakbonden, boerenbewegingen, klimaatbewegingen, kerkgemeenschappen, culturele organisaties en een hele reeks antiracistische, feministische en inheemse organisaties.

Ik sprak de voorbije dagen met verschillende collega’s over de open brief en de concrete actiepunten die daarin werden naar voor geschoven. De eis tot een boycot zorgde echter voor heel wat aarzeling bij sommigen. Dit ondanks het feit dat de Vlaamse universiteiten eerder al gelijkaardige acties ondernamen tegen de Russische militaire inval in Oekraïne (met onder andere de stopzetting van de institutionele samenwerking met Russische universiteiten) en tegen Iran na de terdoodveroordeling van een Iraanse collega, Ahmadreza Djalali, die ook aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) verbonden is. En ook ondanks het feit dat Israël zich al meer dan 75 jaar lang schuldig maakt aan misdaden tegen de menselijkheid, en al meer dan 56 jaar de Westelijke Jordaanoever bezet. Het is eigenlijk absurd dat we dit moeten blijven herhalen.

Het recht op verzet

In wat volgt wil ik graag een aantal van de discussiepunten van de voorbije dagen nog eens op een rijtje zetten. Ik hoop zo te verduidelijken waarom ik me achter de vreedzame Palestijnse oproep voor een boycot schaar.

Iedereen heeft het over het recht van Israël om zich te verdedigen. Maar we vergeten dat een volk dat onderdrukt en wiens land bezet wordt het recht heeft zich te verzetten, ook gewapenderhand. Het is wel belangrijk om te benadrukken dat zowel het recht op zelfverdediging als het recht op verzet onderworpen zijn aan het internationaal humanitair recht. Het doelbewust viseren en vermoorden van burgers is dus voor alle duidelijkheid een oorlogsmisdaad.

Een collega van me erkende de legitieme eisen van Palestijnen, hun recht op (gewapend) verzet en ook het koloniale karakter van de Israëlische staat. Maar toch vond deze collega het moeilijk om academische collega’s te boycotten. Het zou ingaan tegen de academische vrijheid en de deuren sluiten voor dialoog en het begrijpen van afwijkende standpunten. Ik ben het daar volmondig mee eens, maar de bedenking van mijn collega legt meteen één van de grote misverstanden bloot over de oproep tot een academische boycot.

Verschillende voorname academische netwerken en organisaties sloten zich inmiddels aan bij deze boycot.

De website van de BDS-campagne maakt immers een belangrijk onderscheid: ‘De academische boycot is een boycot van medeplichtige Israëlische academische instellingen, niet van individuen.’

Meer nog, de campagne onderschrijft expliciet ‘de internationaal geaccepteerde definitie van academische vrijheid zoals aangenomen door het VN-Comité voor Economische, Sociale en Culturele Rechten (UNESCR)’. De reden waarom ze toch voor een academische boycot pleit is omdat Israëlische universiteiten een sleutelrol spelen in het plannen, implementeren en rechtvaardigen van Israëls bezettings- en apartheidsbeleid, en het Israëlische leger ondersteunen in haar militair onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe wapens.

Verschillende voorname academische netwerken en organisaties sloten zich inmiddels aan bij deze boycot. Het Amerikaanse Middle East Studies Association (MESA), één van de grootste academische netwerken rond studies van het Midden Oosten, keurde in maart 2022 een resolutie goed waarin ze ‘de oproep van het Palestijnse maatschappelijk middenveld in 2005 tot BDS tegen Israël onderschreven’. Een overweldigende 80% van de leden van MESA keurden de resolutie goed. Deze zomer volgde ook de American Anthropological Association.

Verzet moet een reële impact hebben

De boycotcampagne kwam er niet uit het niets. Ze werd in het leven geroepen omdat eerdere strategieën faalden. 30 jaar na de befaamde Oslo-akkoorden staan we nog altijd ver af van een duurzame oplossing. Het is belangrijk om ons eraan te herinneren dat de Oslo-akkoorden geen onafhankelijke Palestijnse staat beloofden (enkel het recht op ‘beperkt Palestijns zelfbestuur’) en dat de annexatiepolitiek en de uitbreiding van illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever ondanks dat akkoord onverminderd doorgingen. Palestijnen zijn daarom noodgedwongen continu op zoek naar nieuwe doeltreffende manieren om druk te zetten op Israël. Het verzet is dus niet gestart met de boycotactie. Het is eerder een antwoord op decennia van mislukte strategieën.

De BDS-campagne is ook niet de enige vorm van vreedzaam verzet, maar voor de Palestijnen zelf is het misschien wel één van de veiligste.

De BDS-campagne is ook niet de enige vorm van vreedzaam verzet, maar voor de Palestijnen zelf is het misschien wel één van de veiligste. In 2018, bijvoorbeeld, protesteerden tienduizenden mensen in Gaza tegen de blokkade en voor het recht op terugkeer door elke vrijdag in een vreedzame mars richting het grenshek te trekken. In die acties kwamen volgens de Israëlische mensenrechtenorganisatie, B’Tselem, meer dan 223 mensen om het leven (waaronder 46 kinderen) en werden meer dan 8000 mensen verwond.

Met een boycot riskeren mensen niet rechtstreeks hun eigen leven, maar opdat die effectief zou zijn, moet een boycot wel kunnen rekenen op zeer grote steun en solidariteit uit het buitenland.

En daar knelt vaak het schoentje. De Israëlische historicus Ilan Pappe schrijft zo dat ‘vooral de aanhoudende apathie en onverschilligheid van de westerse politieke elite en media met betrekking tot de noodsituatie van de Palestijnen’ hem het meeste bezighoudt. In de hoogst ongelijke strijd tussen de Palestijnen en de Israëlische staat heeft de internationale gemeenschap een verpletterende verantwoordelijkheid om Israël te dwingen het internationale recht na te leven en de mensenrechten te respecteren. Dat neemt niet weg dat over de jaren heen, de BDS-campagne al verschillende successen heeft geboekt. Meer info hierover vind je op hun website.

En het gaat zelfs verder dan enkel apathie en onverschilligheid. De laatste jaren is de houding ten opzichte van de boycot vijandiger geworden, tot het punt waar zelfs een vreedzame actie zoals de BDS-campagne in verschillende Europese landen en in de Verenigde Staten steeds meer gecriminaliseerd wordt. Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Canada en verschillende staten in de VS hebben al maatregelen genomen tegen de boycot. In het Verenigd Koninkrijk wordt het verboden voor publieke entiteiten om nog andere landen (zoals Israël) te boycotten.

In de zomer van 2023 keurde het Britse parlement hierover een wet goed. De timing is des te opvallender. Op dat moment was de nieuwe extreemrechtse regering van Benjamin Netanyahu al aan de macht. In deze regering zetelen ministers die openlijk de annexatiepolitiek verdedigen en het verdrijven van Palestijnen aanmoedigen. Nationaal Veiligheidsminister Itamar Ben-Gvir is in het verleden ook al veroordeeld geweest voor, onder andere, racisme en steun aan een terroristische organisatie door een Israëlische rechtbank.

Een ander prominent figuur binnen die regering, de huidige Israëlische minister van financiën, Bezalel Smotrich, veroorzaakte ophef toen hij in Parijs in maart 2023 een speech gaf terwijl hij achter een kaart van Israël stond waarop ook Gaza, de Westelijke Jordaanoever en delen van Jordanië en Syrië waren aangeduid als deel uitmakend van een ‘groter Israël’. In die speech noemde hij de Palestijnen een fictieve uitvinding van de laatste 100 jaar en beweerde hij dat er niet zoiets bestond als een Palestijnse geschiedenis of cultuur. Eveneens in maart had dezelfde minister opgeroepen om het Palestijnse dorp Huwara op de Westelijke Jordaanoever met de grond gelijk te maken.

De uitspraken waren geen verassing. In 2017 stelde Smotrich reeds zijn ‘onderwerpingsplan’ voor, met de expliciete bedoeling ‘alle Palestijnse nationale hoop uit te wissen’. De Palestijnen zouden drie opties hebben: vertrekken, zich schikken in een rol van tweederangsburger of met het Israëlische leger te maken krijgen wanneer ze zich verzetten.

Het afgelopen jaar onder de leiding van Israëls huidige extreemrechtse regering was dan ook één van de dodelijkste jaren voor Palestijnen in zogenaamde periodes van ‘kalmte’ sinds zeer lange tijd. Eerste minister Benjamin Netanyahu lijkt eerder gematigd in vergelijking met fascistoïde figuren als Ben-Gvir en Smotrich (dit zijn niet mijn woorden, maar die van de Israëlische Holocaust-expert Daniel Blatman). We mogen echter niet vergeten dat ook Netanyahu nooit een voorstander is geweest van een Palestijnse soevereine staat.

Fundamenteel (on)rechtvaardig

Ik ben ervan overtuigd dat onze steun voor de BDS-campagne en onze solidariteit met het Palestijnse volk overeenstemt met de waarden en normen waar we als Vlaamse universiteiten voor staan. Honderden collega’s en studenten trokken reeds dezelfde conclusie.

Hoe extreem gewelddadig de aanval van Hamas ook was, dit is nog geen reden om de legitieme Palestijnse roep om vrijheid en rechtvaardigheid niet te steunen. Bovendien, als we zelfs aan het vreedzame verzet van Palestijnen onze steun niet geven, moeten we dan zo verbaasd zijn dat het verzet van sommige onderdrukten radicaliseert en escaleert in het geweld dat we vandaag zien?

Hoe extreem gewelddadig de aanval van Hamas ook was, dit is nog geen reden om de legitieme Palestijnse roep om vrijheid en rechtvaardigheid niet te steunen.

Omar Barghouti (een van de oprichters van BDS) schreef hierover een interessant opiniestuk in The Guardian. Hij, noch vele andere Palestijnse activisten, politici en academici, ontkennen de oorlogsmisdaden van Hamas.

Toch weigeren velen van hen om mee te gaan in de morele verplichting om eerst en vooral Hamas te veroordelen. De indruk wordt zo gewekt – op zijn minst impliciet – dat Hamas de huidige situatie heeft veroorzaakt, en dat zij het Israëlische geweld uitlokt. De realiteit is eerder andersom. Het Palestijnse verzet is niet begonnen met Hamas. Hamas is een geradicaliseerd product van de Israëlische bezetting: het gevolg van de verloren gegane hoop en het geloof van sommigen om op een vreedzame manier tot een duurzame oplossing te komen.

Israëls voortdurende bezetting, haar oorlogsmisdaden en haar dagelijkse geweld tegen Palestijnse burgers ligt dus mee aan de basis van het ontstaan van een radicale beweging als Hamas. Zoals Barghouti schrijft: ‘De reactie van de onderdrukte, of je die nu wettelijk of ethisch gerechtvaardigd vindt of niet, is altijd precies dat, een reactie op het initiële geweld van de onderdrukker.’ Of zoals professor internationaal recht Noura Erakat het formuleert: ‘Elke veroordeling van geweld is nietszeggend als het niet begint en eindigt met een veroordeling van de Israëlische apartheid, kolonisatie en bezetting.’

Ook hier kunnen we een parallel trekken met Zuid-Afrika. Ook dat “conflict” was zeer complex. De vreedzame Zuid-Afrikaanse boycot-campagne ging op hetzelfde moment gepaard met bomaanslagen en gewapend verzet door verschillende bevrijdingsbewegingen. Dat was de politieke situatie van toen. Dat is ook de politieke situatie vandaag. Maar dat het geweld in Zuid-Afrika destijds van “beide kanten” kwam, verandert niets aan de algemene consensus vandaag dat Apartheid fundamenteel onrechtvaardig was en dat het verzet hiertegen fundamenteel gerechtvaardigd was. Het is ook de algemene consensus vandaag dat de Zuid-Afrikaanse boycot een cruciale rol heeft gespeeld bij het einde van het Apartheidsregime.

Dus: als we Israëls illegale bezetting en koloniale beleid erkennen, en als we het recht op verzet erkennen: wat voor effectieve acties zijn we dan bereid te steunen? Bepaalde cynische stemmen zullen waarschijnlijk opwerpen: en waarom dan geen boycot tegen China? Of tegen de Verenigde Staten? Of tegen eender welk ander land dat de mensenrechten schendt?

Dit zijn hypothetische vragen. De BDS-campagne bestaat al in het hier en nu. Dat er nog veel andere solidariteitscampagnes nodig zijn in de wereld vandaag, zou ons niet mogen beletten om de bestaande campagnes te steunen. De Palestijnen gaan sowieso door met hun verzet, met of zonder boycot. Met of zonder onze steun. Voor hen gaat het om veel meer dan zelfverdediging. Het gaat om hun recht om te bestaan.

Koen Bogaert is docent aan de vakgroep Conflict- en Ontwikkelingsstudies van de Universiteit Gent. Hij doet onderzoek naar de verbanden tussen globalisering, sociale ongelijkheid en verzet, meer specifiek in Noord-Afrika. Hij doceert over de koloniale geschiedenis en dekoloniaal verzet. Hij is auteur van In het Spoor van Fanon. Orde, wanorde, dekolonisering (EPO 2023). Hij bedankt Natan De Coster en Sigrid Vertommen voor hun constructieve feedback op eerdere versies van deze tekst.