‘Net als in Denemarken is de jacht op het leefloon en de kinderbijslag voor vluchtelingen geopend’

Opinie

Desastreuze gevolgen voor kwetsbare gezinnen in Denemarken

‘Net als in Denemarken is de jacht op het leefloon en de kinderbijslag voor vluchtelingen geopend’

Vooruit wil dat ‘nieuwkomers’ gedurende de eerste drie jaar in België geen leefloon meer krijgen, maar ‘integratiesteun’. De N-VA wil de kinderbijslag afnemen van ‘onverantwoordelijke ouders’. Denemarken is het lichtend voorbeeld. MO* schreef vier jaar geleden al over desastreuze gevolgen voor kwetsbare gezinnen in Denemarken, over de onwettigheid van deze maatregelen, en over de riskante electorale strategie van de Deense sociaaldemocraten.

Het leefloon voor nieuwkomers de eerste drie jaar van hun verblijf in België afschaffen en vervangen door ‘integratiesteun’. Het is een van de voorstellen in de zoveelste aankondiging van een politieke partij, in dit geval Vooruit, om ‘meer grip te krijgen op asiel en migratie’.

In de praktijk, ook bij Vooruit deze keer, betekent dat meestal: de al beperkte rechten van erkende vluchtelingen nóg verder inperken, nóg meer regels invoeren, nóg meer eisen stellen, nóg meer voorwaarden verbinden aan bijstand.

‘Enkel actieve deelname aan het inburgeringstraject opent het recht op deze steun’, klinkt het nu bij Vooruit. Maar ook vandaag moeten vluchtelingen verplicht deelnemen aan een inburgeringstraject. Het is dus niet duidelijk wat het voorstel van Vooruit precies zal veranderen. Gaat het hier enkel om het verkrijgen van meer controle-instrumenten voor de overheid?

Het roept de vraag op hoeveel extra eisen er nog aan vluchtelingen gesteld moeten worden, vooraleer de Vlaamse kiezer tevreden zal zijn. De nationaliteitswetgeving werd herhaaldelijk strenger, aan gezinshereniging werden herhaaldelijk striktere voorwaarden gekoppeld. Het leefloon en de kinderbijslag bleven voorlopig buiten schot, en dat heeft vooral met juridische obstakels te maken.

Het roept de vraag op hoeveel extra eisen er nog aan vluchtelingen gesteld moeten worden, vooraleer de Vlaamse kiezer tevreden zal zijn.

Over de kinderbijslag (het groeipakket) klinkt het in de congrestekst van de N-VA voor de komende verkiezingen:

‘We betalen niet langer rechtstreeks het groeipakket uit aan personen die afhangen van het OCMW en van wie duidelijk is dat ze het geld niet ten goede van het kind besteden. Het OCMW zal de mogelijkheid krijgen om dat budget in te zetten om rechtstreeks aankopen te doen voor de kinderen, zoals kleding, voeding of schoolmateriaal.’

‘De congresteksten benoemen explicieter wie de partij onder meer viseert: ouders die niet voldoende Nederlands spreken of die hun kinderen niet voldoende in contact brengen met het Nederlands, kunnen hun rechtstreekse school- of kleutertoeslag verliezen’, schreef De Standaard daar op 6 mei over. En: ‘Met de stevige nadruk op ouderlijke verantwoordelijkheid zitten regeringspartij N-VA en oppositiepartij Vooruit nu duidelijk op dezelfde lijn.’

Er zijn hier en daar wat verschillen in de voorstellen van beide partijen, maar ze delen de verzuchting dat grote delen van het kindergeld beter op een rechtstreekse manier besteed kunnen worden, buiten de ouders om.

De signalen dat Vooruit en de N-VA samen zouden besturen, waren de voorbije maanden niet te negeren. In dat opzicht is het belangrijk om te bekijken wat deze partijen voorstellen en hoe hun retoriek zich naar elkaar toe beweegt.

Vaak is het onduidelijk of beleidsvoorstellen voor de verkiezingen, waarbij partijen meestal doen alsof ze het warm water hebben uitgevonden, wel iets veranderen aan de nu al strenge praktijk. Het lijkt er ook nu op dat deze voorstellen vooral bedoeld zijn als politieke propagandaboodschap. Dat wordt ook wel eens aankondigingspolitiek, of scorebordpolitiek genoemd.

Denemarken

Maar er is wel degelijk reden tot bezorgdheid. Aan het leefloon en de kinderbijslag voor vluchtelingen is in Denemarken al lang getornd. En het is geen geheim dat Denemarken zowel voor Vooruit als voor de N-VA een lichtend voorbeeld is.

MO* publiceerde in de loop van 2018 en 2019 verschillende analyses over de ruk naar rechts van de Deense sociaaldemocraten. We analyseerden de impact op vluchtelingenrechten én of de formule electoraal wel zo succesvol was als ze werd voorgesteld.

We interviewden prominente Deense sociaaldemocraten, en confronteerden John Crombez, de vorige voorzitter van de Vlaamse socialisten, met signalen dat zijn partij lonkte naar Scandinavië.

MO* onderzocht dit vier jaar geleden al in Denemarken. Lees hier ons dossier ‘Denemarken Gidsland?’

Vluchtelingen krijgen er de eerste zeven jaar een ‘integratie-uitkering’ die slechts de helft van het leefloon van een Deen bedraagt, zelfs al hebben ze een verblijfsrecht en komen ze alle verplichtingen na zoals taallessen en stages of opleidingen.

We analyseerden de impact op vluchtelingenrechten én of de formule electoraal wel zo succesvol was als ze werd voorgesteld.

Wil Vooruit ook een lager bedrag toekennen dan het huidige leefloon? Dat is niet duidelijk. ‘We gaan na welke dienstverlening een nieuwkomer reeds geniet en vullen dat, indien nodig, aan tot maximaal het leefloon’, klinkt het. Een vage omschrijving, en vooral de ‘indien nodig’ is problematisch.

Het Deense Mensenrechteninstituut liet de lagere integratie-uitkering onderzoeken. Wat bleek? ‘Bij geen enkele van de onderzochte gezinnen dekte de integratie-uitkering in combinatie met andere steun zoals kinderbijslag de kosten van levensonderhoud volgens Deense consumptieprijzen.’

‘Voor een snelle integratie is het niet bevorderlijk, het vergrootte zelfs de armoede’, zei de Deense hoogleraar Per Mouritsen aan MO*. Hij is verbonden aan Malmö University in Zweden en Aarhus University in Denemarken en adviseerde Scandinavische regeringen over migratie en integratie.

Lees hier het interview met Per Mouritsen.

MO* zag het ook in de praktijk. We verbleven een tijd bij een Syrisch gezin in Hedensted, Denemarken. Jafar en Sherin hadden moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Sherin ontving toen 700 euro leefloon van de gemeente, Jafar 650 euro. Na de afschaffing van het leefloon en de vervanging door de lagere integratie-uitkering moesten ze rondkomen met nog eens 270 euro minder.

Vluchtelingen hebben de eerste zes jaar ook een lagere kinderbijslag dan hun Deense buren. Na betaling van de huishuur van 840 euro voor het publiek gemeentebedrijf hield het gezin van Jafar amper iets over.

Lees hier de reportage over Jafar en Sherin.

Geïnstitutionaliseerd wantrouwen

Denemarken is ook een goed voorbeeld van hoe het maatschappelijke wantrouwen tegen vluchtelingen, jarenlang gevoed door politieke partijen, het integratiebeleid binnensloop.

‘De werkconsulent maakt ons gek’, zei Jafar. ‘Ik belde één keer omdat ik écht ziek was. Hij stond aan onze voordeur om het te controleren. Als je volgens hem niet ziek genoeg bent, neemt hij je met de auto mee naar de stage. Als je niet gaat, wordt je leefloon met een dag verminderd. Hij achtervolgt ons, behandelt ons als bedriegers.’

‘De dokter gaf me een medisch attest wegens pijn in mijn tussenwervelschijf. De werkconsulent geloofde het niet en ging zelf naar het ziekenhuis om het te controleren.’

Zijn vrouw Sherin vertelde over een gelijkaardige ervaring: ‘De dokter gaf me een medisch attest dat ik niet lang in de houding mag zitten waarin ik bouten in elkaar schroef, wegens pijn in mijn tussenwervelschijf. De werkconsulent geloofde het niet en ging zelf naar het ziekenhuis om het te controleren. Hij zei dat ik naar de werkplaats moest komen, dat er fitnessapparatuur staat waar ik dan maar een uur per dag op moest oefenen. Een fysiotherapeut wilde de gemeente niet betalen, omdat ze denken dat wij “nog ergens geld hebben zitten”, wat niet zo is.’

‘Hij denkt dat ik niet wil werken, maar ik wil niets liever dan voor mijn gezin zorgen’, zei Jafar. ‘Als mijn vrouw en ik allebei zouden werken, zouden we 4000 euro kunnen verdienen. Denk je dat ik het leuker vind om afstompend werk te doen voor een hongerloonuitkering?’

De Deense auteur Carsten Jensen zei dat het integratiebeleid lijkt op ‘controlerende dwang’. Christian Friis Bach van Danish Refugee Council zei dat alle fatsoen in het maatschappelijke debat over vluchtelingen vervlogen is. ‘De toon is extreem hard. Elke dag merken wij dat veel vluchtelingen zich uiterst oncomfortabel voelen bij het vijandige klimaat in Denemarken.’

Lees hier een kritische analyse van het Deense integratiebeleid van de Deense auteur Carsten Jensen en andere deskundigen.

Onwettig

In Denemarken is de lagere integratie-uitkering, naast contraproductief op het vlak van integratie, bovendien onwettig. De maatregelen staan op gespannen voet met de Deense Grondwet, richtlijnen van het officiële Deense Mensenrechteninstituut, en vonnissen van het Europees Hof van Justitie.

Een lager leefloon voor vluchtelingen dan voor andere inwoners is een schending van het bindende VN-Vluchtelingenverdrag van 1951 en de bindende Europese Kwalificatierichtlijn van 2011. Ook het VN-Migratiepact is duidelijk.

Een lager leefloon voor vluchtelingen dan voor andere inwoners is een schending van bindende internationale wetgeving.

Volgens artikel 29 van de EU-kwalificatierichtlijn van 2011 ‘zorgen de lidstaten ervoor dat personen die internationale bescherming genieten (…) de nodige sociale bijstand ontvangen zoals de onderdanen van die lidstaat.’

Het Europees Hof van Justitie merkte in haar veroordeling van Oostenrijk op dat artikel 29 van de EU-kwalificatierichtlijn alleen toelaat om een lager leefloon toe te kennen aan ‘subsidiair beschermden’, en niet aan vluchtelingen.

Artikel 23 van het VN-Vluchtelingenverdrag van 1951 luidt: ‘De Verdragsluitende Staten zullen de regelmatig op hun grondgebied verblijvende vluchtelingen, wat de ondersteuning en bijstand van overheidswege ter voorziening in het levensonderhoud betreft, op dezelfde wijze als hun onderdanen behandelen.’

Het VN-migratiepact zegt dat er in de toekenning van sociale bijstand zo weinig mogelijk verschillen mogen bestaan ‘tussen alle leden van de samenleving’.

Lees hier over het belangrijke vonnis van het Europees Hof van Justitie van 21 november 2018.

Het is belangrijk om in herinnering te brengen dat het recht op een leefloon — of sociale bijstand – iets anders is dan de sociale zekerheid die gebaseerd is op werk. Het is niet gebaseerd op een verplichting tot bijdragen. Je hebt er recht op als bestaansminimum, om de menselijke waardigheid te garanderen. Dat beleid is gebaseerd op de Grondwet.

Je moet wel deelnemen aan een integratietraject om van de bijstand af te geraken en werk te vinden. Het VN-migratiepact pleit voor wederkerigheid: duidelijke plichten om integratietrajecten te volgen, maar dan wel in ruil voor gelijke sociale rechten. Landen mogen het leefloon strikter voorwaardelijk maken. Maar een lager leefloon toekennen, dat kan dus niet.

Vooruit en de Deense sociaaldemocraten

John Crombez, de vorige voorzitter van de Vlaamse socialisten, ging op de rem staan in het volgen van de Deense collega’s. Dat bleek uit mijn gesprek met hem in 2019.

Onder voorzitter Conner Rousseau trekt Vooruit nu volop de kaart van het Deense Socialdemokratiet: een links sociaaleconomisch beleid, en een rechts migratiebeleid.

Toen Socialdemokratiet daarmee schijnbaar de Deense parlementsverkiezingen ‘won’, fileerden we deze toverformule in een analyse. Electoraal-strategisch is het een riskante onderneming voor Vooruit.

In het politieke maandblad Samenleving en Politiek, veel gelezen door socialisten, waarschuwden we voor het ‘Scandinavische model’.