Coronacrisis noopt tot overleg, een sterke staat en internationale samenwerking
“‘Het Westen moet opnieuw leren van het Oosten hoe belangrijk de staat wel is’
De curve zit in eigen land dicht tegen de bodem, maar als we niet opletten zijn we straks alle lessen van de coronacrisis weer vergeten. Eerste les, zegt ex-diplomaat Kishore Mahbubani uit Singapore: investeer in een sterke overheid. Azië wist dat, Europa was het vergeten. Tweede les, zegt Chandran Nair uit Hongkong: vertrouw niet enkel op de markt. Derde les: lokaal is het nieuwe normaal.
© Alex Majoli
De curve zit in eigen land dicht tegen de bodem, maar als we niet opletten zijn we straks alle lessen van de coronacrisis weer vergeten. Eerste les, zegt ex-diplomaat Kishore Mahbubani uit Singapore: investeer in een sterke overheid. Azië wist dat, Europa was het vergeten. Tweede les, zegt Chandran Nair uit Hongkong: vertrouw niet enkel op de markt.
Dokter Carmelo Iacobello staat aan het hoofd van de besmettelijke ziekten-afdeling van het Cannizzaro ziekenhuis in Catania, Sicilië. ‘Dit is een ziekte zoals ik er nog geen gezien heb in mijn carrière’, zegt Iacobello. ‘Je denkt dat alles onder controle is, maar als het virus in de longen terechtkomt, overtuigt het je lichaam om zo hard terug te vechten dat het uiteindelijk zichzelf vernietigt.’
Het coronavirus is niet te bedwingen als niet alle experts, politici en betrokkenen de koppen bij elkaar steken
COVID-19 is een ziekte die je niet kan bestrijden als elke discipline in zijn eigen koker blijft, en het coronavirus is niet te bedwingen als niet alle experts, politici en betrokkenen de koppen bij elkaar steken. Dokter Iacobello’s dagelijkse werkoverleg is dan ook een beeld van hoe de toekomst na corona aangepakt moet worden: in overleg, multidisciplinair, buiten de comfortzone van wie al enkele decennia de lakens uitdeelt en met oog voor wie het zwakst is.
Het is duidelijk dat de voorbije maanden nog jaren zullen duren. De economie werd stilgelegd om de verspreiding van het nieuwe coronavirus tegen te houden of te vertragen tot een tempo dat de gezondheidsinfrastructuur aankon. Het levendige democratische debat werd opgeschort en experts in witte jassen gaven de richting, het tempo en vaak ook de concrete invulling van het maatschappelijke leven aan. Toevoerketens brokkelden uit elkaar, economische dogma’s gingen bij het schroot en de toekomst werd – even toch – opnieuw een wit blad waarop iedereen de eigen verwachtingen kon uittekenen. Heel veel mensen bouwen hun beste toekomstverwachtingen op de nu zo tastbare kracht van lokale solidariteit.
Oost en West
‘De spontane verwachting bij het prille begin van de coronacrisis was dat de rijke landen veel beter uitgerust zouden zijn om de pandemie op te vangen, maar dat draaide helemaal anders uit. De beste resultaten werden behaald in de Oost-Aziatische landen’, zegt ex-diplomaat en auteur Kishore Mahbubani vanuit Singapore. ‘De reden: in Oost-Azië is de voorbije decennia zwaar geïnvesteerd om de overheid, het bestuur en de publieke instellingen te versterken. Dat deden de regeringen in Oost-Azië omdat ze van het Westen geleerd hadden hoe belangrijk een goed werkende overheid was.’
In Oost-Azië is de voorbije decennia zwaar geïnvesteerd om de overheid, het bestuur en de publieke instellingen te versterken
Maar in diezelfde periode, zegt Mahbubani, ging het Westen de Angelsaksische wereld achterna. Het geloof in een alleszaligmakende markt en de minimale overheid zorgde ervoor dat de instellingen uitgekleed werden en dat het vertrouwen van de bevolking in het bestuur verdween. ‘De overwinning van de ideologie op het gezond verstand heeft het Westen beroofd van zijn vermogen om een crisis zoals COVID-19 effectief en efficiënt aan te pakken.’
Mahbubani heeft gelijk, en je vindt heel wat commentaren in de internationale pers die onderlijnen dat het Westen zijn morele superioriteit kwijtgespeeld heeft door de rommelige manier waarop de pandemie aangepakt werd.
Al kan een kleine nuance geen kwaad. Er was blijkbaar toch voldoende overheid en geloof in de staat over om van de ene op de andere dag over te schakelen op een gezondheidsregime dat in de meeste landen ronduit rigoureus was én steun van de bevolking kreeg. En het duurde geen week eer iedereen naar diezelfde overheid keek om de economische schok van de coronamaatregelen op te vangen: vakbonden, kleine zelfstandigen en grote bedrijven; iedereen wist de voordeur én de achterdeur van de staat te vinden. De coronacrisis maakte van 2020 in één klap het jaar van de experts, het jaar van overleg én het jaar van de staat.
Staat of natie
De eensgezindheid van het gezondheidsregime is schijn. In tijden van crisis vindt iedereen inderdaad dat de staat richting moet geven, verantwoordelijkheid moet nemen, steun moet voorzien. Maar eenmaal de ergste piek van de problemen voorbij, schakelt iedereen even makkelijk terug naar het voorafgaande wantrouwen in experts, in overleg en in de staat. Voor grootverdieners is dat wantrouwen gebaseerd op de neoliberale ideologie die ongelijkheid en fortuinen in belastingparadijzen ziet als een voorwaarde om de welvaart draaiende te houden, voor de kleine man is het gebaseerd op de ongelijkheid die zichtbaar wordt in wetten en extra-legale rulings die grote ongelijkheid en belastingvoordelen voor de rijken mogelijk maakt.
De ons-land-eerst trend van de voorbije jaren kreeg tijdens deze grensoverschrijdende pandemie zelfs nog een boost
Niet enkel binnen naties blijven de belangtegenstellingen doorwoekeren in coronatijden, ook tussen landen is dat het geval. De ons-land-eerst trend van de voorbije jaren kreeg tijdens deze grensoverschrijdende pandemie zelfs nog een boost. Wie de president van de Verenigde Staten bezig zag, of zijn Braziliaanse imitator, moest zich regelmatig in de arm knijpen om zeker te zijn dat het allemaal echt was, en niet een nare droom. Zelfs binnen de Europese Unie gingen de grenzen dicht, ontstond opbod voor noodzakelijk materiaal, floreerde de geslotengrenzenlobby als nooit tevoren. Voor heel wat landen en politieke groepen moest het coronajaar niet het jaar van de staat, maar het jaar van de natie worden.
Dat heeft zelfs niet alleen met het neo-nationalisme te maken dat zeker na de vorige mondiale crisis -2008, bankencrisis – over de wereld verspreid heeft. De natie is nog steeds hét soevereine beleidsniveau, ook al heeft de mondialisering veel economische bevoegdheid of instrumenten zoekgemaakt voor nationale overheden. Een stad heeft geen schatkist of munt, een gemeenschap van landen heeft tot nu niet de democratische legitimiteit om schuld te maken of de juridische kracht om bedrijven te dwingen hogere belastingen te betalen.
De natie blijft centraal staan in de politieke organisatie van de wereld. Dat is het wezenlijke verschil tussen een internationale wereld en de economische globalisering. Het eerste is gebouwd of soevereine naties, het tweede holt die soevereiniteit uit en creëert daardoor een maatschappelijk vacuüm dat goed werkt voor wie rijk en machtig is, en materiële onzekerheid voor de rest.
Echte samenwerking in tijden van corona is internationale samenwerking. Daarin beslissen overheden om uitdagingen zoals de pandemie, maar ook klimaat, migratie, biodiversiteit of georganiseerde misdaad, samen aan te pakken. Dat betekent ook: samen het werk te financieren, beslissingsmacht te delen, de soevereiniteit te beperken tot waar ze nuttig is en door te geven wanneer dat nodig is.
China versus VS
Kishore Mahbubani is optimistisch over regionale landenverenigingen, internationale samenwerking en zelfs over de economische globalisering die hij nog steeds een “sunrise industry” noemt. ‘Voordien zegden we dat we met zijn allen op dezelfde boot zaten, nu is het gepaster om te zeggen dat de planeet een cruiseschip is waarop een virus is uitgebroken. We zijn van elkaar afhankelijk om te overleven.’ Hij is natuurlijk niet blind voor America First en vergelijkbare politieke bewegingen. ‘Er is inderdaad een sterke terugslag tegen globalisering in de VS,’ zegt hij, ‘maar China zal die beweging niet volgen, omdat men in Beijing beseft dat China zijn snelle terugkeer als wereldmacht net te danken heeft aan de inschakeling in de mondiale economie en instellingen.’
In Beijing beseft men dat China zijn snelle terugkeer als wereldmacht te danken heeft aan de inschakeling in de mondiale economie en instellingen
‘Er was al een groeiende kloof tussen China en het Westen, vooral de Verenigde Staten’, besluit Mahbubani. ‘Die is door de coronacrisis breder en dieper geworden, en alles laat verwachten dat die toestand in de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen alleen maar erger wordt. Niet alleen president Trump zal verder gaan met beschuldigingen aan het adres van China, ook andere presidentskandidaten zullen moeten bewijzen dat ze kritisch zijn voor China.
Dat levert een conflictueuze wereld op die ook voor Europa negatief is. Daarom moeten de EU en Oost-Azië meer dan ooit inspanningen doen om onderling samen te werken en om elk meer te investeren in multilaterale samenwerking en instellingen – bijvoorbeeld door de Wereldgezondheidsorganisatie te versterken op het moment dat Trump ze onderuit probeert te halen.’
Samenwerken door de staat
China moet niet in de val trappen en zich voortdurend willen meten met de VS, schrijft Chandran Nair. Want de VS zijn pijnlijk tekortgeschoten in deze crisis. Nair is ook geboren in Singapore maar woont vandaag in Hongkong. Hij bevestigt de beginstelling van Mahbubani: een samenleving die enkel rekent op de markt en de staat verwaarloost, is niet opgewassen tegen een uitdaging als een pandemie.
Een samenleving die enkel rekent op de markt en de staat verwaarloost, is niet opgewassen tegen een uitdaging als een pandemie
In een recent opiniestuk voor de China Daily schrijft hij: ‘De ervaring van de VS toont dat technische expertise weinig oplevert als je die niet kan inzetten voor het publiek belang. De VS hebben enkele van de beste medische experts ter wereld en de meest gesofisticeerde biomedische bedrijven, maar Washington slaagde er niet in hen samen te brengen in een nationale inspanning om het coronavirus te bestrijden. In de plaats daarvan waren er een heleboel kleine, individuele inspanningen. Dat betekent: verloren tijd, ieder-voor-zich in de strijd om middelen, en te weinig informatie die gedeeld wordt. Om echt voordeel te hebben van een technologie heb je een maatschappij nodig die niet uitsluitend gedreven wordt door het geloof in de markt, in het recht op rijkdom en in onbegrensde vrijheid.’
In een uitgebreid interview met MO* een jaar geleden, pleitte Chandran Nair al voor een sterke overheid in wat hij noemt een “duurzame staat”. Chandran Nair: ‘De duurzame staat ontwikkelt de structuren en de politieke filosofie om de bevolking te overtuigen van het belang van gematigde welvaart. Het is een staat die geen ruimte biedt aan overdreven winsthonger of economische projecten die de daarop gebaseerd zijn. Dat betekent niet dat iedereen gelijke inkomens heeft, maar de staat bepaalt welke ruimte er is om welvarender te worden, te ondernemen, rijker te worden. Die ruimte houdt op waar de rechten van de meerderheid bedreigd worden. Belangrijker nog: de duurzame staat pakt de mondiale, existentiële bedreigingen aan én de ongelijkheden die ontstaan in de ontwikkelingsfase.’
Tussen mondiaal en lokaal
Maar misschien is te veel rekenen op de staat ook wel een risicovolle keuze. ‘Als het niet van de top komt, moet het van onderuit komen’, zegt ACV-voorzitter Marc Leemans in een gesprek met MO*, waarin hij vaststelt dat internationale instellingen haperen en door sabotage van steeds meer landen niet langer in staat zijn om de belofte op een betere wereld voor iedereen waar te maken. ‘Wij willen naar een duurzame wereld waar minder druk wordt gezet op milieu, klimaat, arbeidsomstandigheden, sociale bescherming, zodat we allemaal samen op deze wereld kunnen leven. Dat is de bottom line’, zegt Leemans.
lokaal is niet gelijk aan geïsoleerd. Lokaal is vandaag een diverse realiteit met dreigend grote ongelijkheid.
Lokaal is het nieuwe normaal. Dat was ook de conclusie van enkele activisten uit de Filipijnen, Ecuador, Syrië en Congo toen we hen vroegen waar de veerkracht van mensen zit in volle coronacrisis. Niet dat ze de internationale solidariteit plots opgaven, zeker niet. Maar de pandemie had hen, net als ontelbare andere mensen uit alle windstreken, geleerd dat tienduizend kilometer een hele grote afstand is. Ook in een tijdperk waarvan gezegd werd dat afstanden niet meer bestaan, grenzen irrelevant geworden zijn en tijd gekrompen is tot nanodeeltjes.
Maar lokaal is niet gelijk aan geïsoleerd. Het betekent niet een terugkeer naar een verbeeld verleden, noch het einde van internationale banden of mondiale verwevenheid. Lokaal is vandaag een diverse realiteit met dreigend grote ongelijkheid. Solidariteit begint met applaus, de buurman die elke avond, stipt om acht uur, We zullen doorgaan speelt op zijn trompet, de witte lakens. Maar ze moet verder gaan en vorm krijgen in nieuwe wetten en structuren, in eerlijke bijdragen en democratische controle. Solidariteit, lokaal en internationaal, mag geen liefdadigheid zijn, maar moet een mensenrecht worden.
Om dat te realiseren, moet al dat werk van onderuit vertaald worden in politieke macht. De vraag is: hoort de politiek de nieuwe verwachtingen van de burgers wel in de echokamers waar het rumoer van opiniepeilingen alleen overstemd wordt door het cynisme van de kleine groep erkende opiniemakers en het stratego van enkele kopstukken?
De kans op een fundamenteel andere politiek stijgt als media weigeren nog te dansen op de deuntjes van eigenbelang, uitsluiting en mateloze consumptie
De kans op een fundamenteel andere politiek – sociaal rechtvaardig en ecologisch verantwoord – stijgt als media weigeren nog te dansen op de deuntjes van eigenbelang, uitsluiting en mateloze consumptie. Een ander verhaal zichtbaar maken, de lokale realiteiten van mensen tonen. Dat is de opdracht.
Bij MO* proberen we die opdracht dag na dag, en magazine na magazine vorm te geven. En telkens opnieuw stellen we vast: we zullen mondiaal moeten handelen als we lokale solidariteit een echte kans willen geven als het nieuwe normaal van 2020. Het is in die cruciale tussenruimte tussen mondiale ontwikkelingen en het lokale leven dat de staat opnieuw zijn plaats moet innemen en zijn verantwoordelijkheid opnemen.